Taal op maat thema 3 les 9

Taal op maat
Thema 3 les 9
groep 7
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 7

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Taal op maat
Thema 3 les 9
groep 7

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

verliefd

Slide 3 - Woordweb

Wat betekent
'Ik ben helemaal weg van jou'?
A
Ik wil niets met je te maken hebben.
B
Ik ben verliefd op jou.
C
Ik ga je verlaten.

Slide 4 - Quizvraag

UITDRUKKINGEN

Slide 5 - Tekstslide

Uitdrukkingen uit het verhaal:

- begrip voor iemand hebben
- je dag niet hebben
- je ergens aan houden
- in de lach schieten
- je ogen niet geloven
- het voor iemand opnemen
- opzien tegen iets


- de show stelen
- in staat zijn
- van streek raken
- vreemd overkomen
- weg zijn van iets of iemand

Slide 6 - Tekstslide

uitdrukking?
Ik geloofde mijn ogen niet toen ik zag wat een mooie bos bloemen hij me wilde geven.
JA
NEE

Slide 7 - Poll

uitdrukking?
Als die leuke jongen mijn kant opkomt, loop ik snel weg. Ik durf niet met hem te praten.
JA
NEE

Slide 8 - Poll

uitdrukking?
De dief heeft al oma's liefdesbrieven gestolen.
JA
NEE

Slide 9 - Poll

uitdrukking?
Met haar optreden steelt mijn vriendin de show. Iedereen staat te juichen en te klappen.
JA
NEE

Slide 10 - Poll

uitdrukking?
Je moet je wel aan de afspraak houden en op tijd thuiskomen?
JA
NEE

Slide 11 - Poll

uitdrukking?
Toen Max dat zei schoot ik in de lach. Ik kon niet meer stoppen met lachen.
JA
NEE

Slide 12 - Poll

Simone is helemaal weg van die zanger.
Het zal wel een beetje vreemd over komen, maar ik wil je dit hartje geven
Ik ben zenuwachtig voor mijn spreekbeurt, ik zie er tegenop.
Ik rijd niet door rood licht, ik houd me aan de regels.
Toen Tim het uitmaakte, raakte Shania erg van streek.
Iemand heel leuk vinden
raar lijken
Ergens niet veel zin in hebben, omdat je denkt dat het moeilijk is.
Doen wat is afgesproken
Door iets in de war raken.

Slide 13 - Sleepvraag

vul in:
De puberteit lijkt me best vervelend.
Ik......
A
heb mijn dag niet
B
zie er tegenop
C
neem het voor haar op
D
heb er begrip voor

Slide 14 - Quizvraag

vul in:
Ik snap best dat je haar niet wilt bellen.
Ik........
A
heb er begrip voor
B
neem het voor haar op
C
heb mijn dag niet
D
ben niet in staat

Slide 15 - Quizvraag

vul in:
Ik ben ziek en moet thuisblijven. Ik ..... om Jacky een valentijnskaart te geven
A
heb er begrip voor
B
zie er tegenop
C
heb mijn dag niet
D
ben niet in staat

Slide 16 - Quizvraag

vul in:
Alles gaat mis vandaag.
Ik......
A
heb mijn dag niet
B
ben niet in staat
C
heb er begrip voor
D
zie er tegenop

Slide 17 - Quizvraag

Vul in:
Als zij Suus pest, zag ik dat ze moet ophouden. Ik...
A
heb mijn dag niet
B
heb er begrip voor
C
neem het voor haar op
D
ben niet in staat

Slide 18 - Quizvraag

Maak een zin met de uitdrukking:
opzien tegen iets

Slide 19 - Open vraag

maak een zin met de uitdrukking:
je ergens aan houden

Slide 20 - Open vraag

Ik weet nu:
Wat uitdrukkingen zijn?
JA
NEE

Slide 21 - Poll

Ik ken een aantal uitdrukkingen bij het thema verliefd.
JA
NEE

Slide 22 - Poll