Testen voorkennis les 1 Voeding
1 / 14
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Hoeveel kauwbewegingen maakt een paard in het wild gemiddeld per dag?
A
5000
B
150000
C
40000
D
80000
Slide 2 - Quizvraag
Een paard maakt op dezelfde wijze speeksel aan als de mens
A
waar
B
niet waar
Slide 3 - Quizvraag
Hoeveel kg speeksel wordt en geproduceerd bij het kauwen op 1 kg ruwvoer?
A
1 kg
B
2 kg
C
3,5 kg
D
5 kg
Slide 4 - Quizvraag
Krachtvoer wordt hoofzakelijk verteerd in....?
A
De maag
B
De dunne darm
C
De dikke darm
D
De blinde darm
Slide 5 - Quizvraag
Welke micro organismen zijn verantwoordelijk voor de vertering in de blinde darm?
Slide 6 - Open vraag
De vertering in de dunne darm vindt hoofdzakelijk plaats m.b.v. ....
A
Bacteriën
B
Enzymen
C
Gisten
D
Prebiotica
Slide 7 - Quizvraag
De afkorting EwPa betekent?
Slide 8 - Open vraag
De afkorting VRep betekent?
Slide 9 - Open vraag
Het % droge stof in ruwvoer voor paarden moet minimaal...... zijn?
A
45%
B
55%
C
65%
D
75%
Slide 10 - Quizvraag
De Calcium- Fosfor verhouding in paardenvoeding dient gelijk te zijn aan....?
A
1:2
B
2:1
C
3:4
D
4:3
Slide 11 - Quizvraag
Luzerne bevat veel suiker, zetmeel een ruwe celstof
A
waar
B
niet waar
Slide 12 - Quizvraag
Vitamine E speelt een belangrijke rol bij..?
A
Stressvermindering
B
Functioneren van de spieren
C
Kwaliteit van de hoeven
D
Uithoudingsvermogen
Slide 13 - Quizvraag
Welke vitamine speelt een rol bij de kwaliteit van de hoeven?
A
Foliumzuur
B
Biotine
C
Choline
D
Niacine
