LatijnseWoordenStijlBEBO

Nederlands

Nederlands
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Nederlands

Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik vorige les
Latijnse voor- en achtervoegsels
Signaalwoorden

Slide 2 - Tekstslide

Lesinhoud & lesdoelen
Na controle oefen je de betekenis van Latijnse voor- en achtervoegsels.

Je maakt gebruik van minstens 5 signaalwoorden in een schriftelijke opdracht.

Je leert de regels rondom 5 stijlkwesties en past deze toe.

Slide 3 - Tekstslide

Antwoorden
Latijnse voor- en achtervoegsels nakijken.

De op CumLaude ingeleverde lijsten van 20 woorden zijn ook nagekeken: zie CumLaude (correctiedocument).

Slide 4 - Tekstslide

Wat houdt een voor- of achtervoegsel in?

Biologie (bi=twee)
Locomotief (loco=vervanger)
Postbode (post=na)

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Toets
Toetsdatum: 19 november 2020

Oefenen mbv quizlet: https://quizlet.com/_8zqqt6?x=1qqt&i=27m2kv en door te oefenen met de lijst.

De interland Spanje-Nederland is op 20 november betekent ...
Mono- betekent...

Slide 7 - Tekstslide

Signaalwoorden: opdracht
Schrijf 5 zinnen met minimaal 1 signaalwoord per zin. 
Gebruik minstens 5 verschillende signaalwoorden.
Lever de 5 zinnen in op CumLaude (Inleveropdracht 2).

Gebruik het overzicht van signaalwoorden dat ik in de mail van 28 oktober heb meegestuurd.

Slide 8 - Tekstslide

Aan de slag!
1) 5 zinnen formuleren met in elke zin minstens 1 signaalwoord. Gebruik minstens 5 verschillende signaalwoorden. Lever de 5 zinnen in op CumLaude (Inleveropdracht 2).

2) Maak alle verplichte Stijlkwesties op StarttaalOnline 2F.

Tot 09:45 uur de tijd.

Slide 9 - Tekstslide

Wat heb je geleerd?

Slide 10 - Tekstslide