Nederland waterland

• Aardrijkskunde
• Wereldoriëntatie
• Basisschool
• Groep 7

Kan onze school
overstromen?

Maak opdracht 1 tot en met 5

Samenwerken in tweetallen.

Fluisterstem.

1. Ligt jouw school lager dan de zee?

a. Teken, op de kaart van Nederland die je net hebt gekregen, jouw school .

b. Trek een lijn door de volgende plaatsen:

- Bergen op Zoom   - Dordrecht          - Utrecht           - Amersfoort 

- Zwolle                    - Meppel             - Heerenveen    - Groningen 

c. Ten noordwesten van deze lijn ligt een groot deel van het land lager dan de zee (onder NAP). Kleur dit deel lichtblauw. Dat is dus het deel van Nederland dat onder water kan komen staan. 

Tip: Kijk op de windroos.

NW betekent: noordwest.

Staat jouw school in dat gebied?

1. JA
2. NEE

2. Is de rest van het land veilig voor overstromingen?

Dat kun jij nu uit gaan zoeken met behulp van een atlas. Kijk ook op je eigen kaart van Nederland, ten zuidoosten van de lijn de je hebt getekend.

Welke soorten water zie je in dit deel van Nederland?

1. Rivieren, meren, zee
2. Kanalen, meren, zee
3. Meren, rivieren, kanalen
4. Zee, rivieren, kanalen

b. Kleur de omgeving van de rivieren Maas, Waal, Neder-Rijn en IJssel ook lichtblauw.

c. De lichtblauwe delen van de kaart lopen gevaar bij overstroming. Gelukkig kunnen we ons beschermen.

Lees het bronnenblad.

Noem minstens twee trucs waarmee we ons beschermen tegen overstromingen.

Kleur de omgeving van de rivieren Maas, Waal, 

Neder-Rijn en IJssel ook lichtblauw.

  

De lichtblauwe delen van de kaart lopen gevaar bij overstroming. Gelukkig kunnen we ons beschermen.

Noem minstens twee trucs waarmee we ons beschermen tegen overstromingen.

Nederland zonder duinen en dijken

Nederland zonder 

duinen en dijken

en overstroomde rivieren

Je weet nu hoe we ons land beschermen tegen het water. Teken dat in op de kaart van Nederland. 

a. Teken met een zwarte lijn dijken langs de Rijn, de Waal, de IJssel en de Maas (behalve in Limburg).

b. Teken dijken langs de kust van Groningen en Friesland.

c. Teken met geel duinen langs de kust van Zuid-Holland, Noord-Holland en de Waddeneilanden.

d. Bij Zeeland kun je zelf kiezen waar je de duinen en dijken tekent. 

3. Waar moeten we Nederland beschermen tegen het water?

4. Hoe hoog ligt je school?

a. Om daar achter te komen gaan we eerst je eigen kaart vergelijken met de kaart  

Nederland – hoog en laag in de Junior Bosatlas.

Welke verschillen zie je tussen je eigen kaart en die in de atlas?

Gebruik de legenda. Hoe hoog ligt de school als je in de atlas kijkt?

We gaan wat nauwkeuriger kijken. Hoe hoog ligt de school echt?
Kijk op de link www.ahn.nl/postcodetool. Klopt dit met de kaart in de atlas?

1. JA
2. NEE

5. Kan onze school overstromen en waarom?

Is er overstromingsgevaar door rivieren? Zet de zinnen in de goede kolom.

Gevaar voor overstroming

Geen gevaar voor overstroming

Het heeft gesneeuwd in de Alpen.

Het heeft hard geregend in België en Frankrijk.

De school ligt 3 meter boven N.A.P.

De school ligt 200 meter boven N.A.P.

De school ligt ver van een rivier of kanaal.

De school ligt dicht bij een rivier.