lidwoorden, zelfstandig naamwoord en werkwoorden

1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 2-4

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

  • Het lidwoord staat nooit alleen in de zin.
  • Het lidwoord hoort altijd bij een ander woord namelijk....

   het zelfstandig naamwoord

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een zelfstandig naamwoord?


Mensen, dieren, dingen en planten.
Ook (topografische) namen en begrippen zijn zelfstandig naamwoorden.

Slide 3 - Tekstslide

De jongen is moe.

de : lidwoord
jongen: zelfstandig naamwoord

Het dieet is streng.

het : lidwoord
dieet : zelfstandig naamwoord

Slide 4 - Tekstslide

 Werkwoorden
Een werkwoord is een doe-woord. 
Een werkwoord heeft verschillende vormen en staat in de t.t of v.t.
bv: ik loop, hij loopt, wij lopen.

Slide 5 - Tekstslide

Welk woord is een werkwoord?
A
taart
B
eten
C
gebak
D
vorkje

Slide 6 - Quizvraag

Wat is een lidwoord
A
de
B
het
C
een
D
alledrie de antwoorden zijn goed

Slide 7 - Quizvraag

Wat is een zelfstandig naamwoord?
A
duiken
B
jij
C
lucht
D
de

Slide 8 - Quizvraag

Wat is het werkwoord in de volgende zin:
Ik fiets met hem naar huis.
A
ik
B
huis
C
hem
D
fiets

Slide 9 - Quizvraag

Wat is het juiste lidwoord?
... boek
A
De
B
Het

Slide 10 - Quizvraag

Wat is het werkwoord in de volgende zin:
Pieter vindt dat gebak erg lekker.
A
Pieter
B
vindt
C
gebak
D
lekker

Slide 11 - Quizvraag

Wat is het zelfst. nw. in de volgende zin:
Pieter vindt dat gebak erg lekker.
A
Pieter
B
vindt
C
lekker

Slide 12 - Quizvraag

Welk woord is een lidwoord?
A
leuke
B
dansen
C
feest
D
een

Slide 13 - Quizvraag

Wat is het werkwoord in de volgende zin:
In de loop van de ochtend kom ik thuis
A
loop
B
ochtend
C
kom
D
thuis

Slide 14 - Quizvraag

Wat zijn zelfstandig naamwoorden?
A
namen van mensen
B
geen idee
C
mensen, dieren, dingen, planten, begrippen en namen
D
dingen

Slide 15 - Quizvraag

Welk woord is een zelfstandig naamwoord?
A
op
B
winkel
C
daar
D
in

Slide 16 - Quizvraag

Welk woord is een zelfstandig naamwoord?
A
in
B
muziek
C
vergeten
D
goede

Slide 17 - Quizvraag

Is 'suikerklontje' een zelfstandig naamwoord?

A
ja
B
nee

Slide 18 - Quizvraag

Welke woorden zijn een zelfstandig naamwoorden?
A
hond, kast
B
de, hond
C
fietsen, lopen, rennen
D
tafel, stoel, huis

Slide 19 - Quizvraag

Wie weet het nog?
Wat zijn de lidwoorden?

Slide 20 - Open vraag

Kies het juiste lidwoord:
'zomeravond'
A
de
B
het

Slide 21 - Quizvraag

Kies het juiste lidwoord:
... gymzaal.
A
De
B
Het

Slide 22 - Quizvraag

Wat zijn lidwoorden?
A
de, het , een
B
slimme, mooie, rode
C
fiets, boek, volleybal
D
lopen, werken, denken

Slide 23 - Quizvraag

Kies het juiste lidwoord:
... boek
A
De
B
Het

Slide 24 - Quizvraag

Kies het juiste lidwoord:
'plein'
A
de
B
het

Slide 25 - Quizvraag

Wat is het lidwoord?
A
de
B
denken
C
rood
D
hamer

Slide 26 - Quizvraag

Kies het juiste lidwoord:
'glas'
A
de
B
het

Slide 27 - Quizvraag

Kies het juiste lidwoord:
'theekopje'
A
de
B
het

Slide 28 - Quizvraag

Welk woord is een zelfstandig naamwoord?
A
Murat
B
heeft
C
een
D
pet

Slide 29 - Quizvraag

Welk woord is een zelfstandig naamwoord?
A
Salma
B
heeft
C
een
D
laptop

Slide 30 - Quizvraag

Welk woord is een zelfstandig naamwoord?
A
Elisa
B
heeft
C
een
D
hond

Slide 31 - Quizvraag

Welk woord is een zelfstandig naamwoord?
A
Heeft
B
Hamza
C
een
D
pen

Slide 32 - Quizvraag

Weet je nu meer over Zelfstandige naamwoorden en lidwoorden?
😒🙁😐🙂😃

Slide 33 - Poll