H5: kabinet en regering

H5: Kabinet en regering
- Hoe wordt een kabinet gevormd?
- Welke taken heeft de regering? 
- Wat doet de koning? 
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

H5: Kabinet en regering
- Hoe wordt een kabinet gevormd?
- Welke taken heeft de regering? 
- Wat doet de koning? 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nederland kent verschillende politieke stromingen. Twee daarvan zijn de
liberale en de nationalistische stroming.
Hieronder staan vier uitgangspunten.
Geef per uitgangspunt aan bij welke stroming het past: de liberale of
de nationalistische stroming.
Doe het zo: neem het onderstaande over en vul het antwoord aan met liberale stroming of nationalistische stroming.
1 = …
2 = …
3 = …
4 = …

Slide 2 - Open vraag

Hieronder staan vier uitgangspunten.
1 Er moet veel ruimte zijn voor de vrije markt.
2 Er moet gestreefd worden naar onafhankelijkheid en zelfbestuur van
het land.
3 Immigratie is een bedreiging voor het land.
4 Er moet nadruk worden gelegd op de eigen verantwoordelijkheid van
burgers.
 Geef per uitgangspunt aan bij welke stroming het past: de liberale of
de nationalistische stroming.

Antwoord
2 maximumscore
1 = liberale stroming
2 = nationalistische stroming
3 = nationalistische stroming
4 = liberale stroming
indien vier antwoorden juist 2
indien drie of twee antwoorden juist 1
indien minder dan twee antwoorden juist

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Loekasjenko


Loekasjenko is sinds 1994 in Belarus aan de macht en werd 9 augustus
weer met een overweldigende meerderheid van stemmen herkozen. De
oppositie stelt dat hij in werkelijkheid bijna geen stemmen kreeg en met
fraude aan de macht is gebleven.
De regeringsleiders van de Europese Unie zijn woensdag bijeengekomen
op een ingelaste bijeenkomst over de toestand in Belarus

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Landen kunnen kenmerken hebben van een dictatuur.
Noem een kenmerk van een dictatuur dat te herkennen is in tekst 2.
Noem ook een kenmerk van een dictatuur waar Belarus volgens
tekst 2 niet aan voldoet.
Doe het zo: neem het onderstaande over en vul het antwoord aan.
Een kenmerk van een dictatuur uit tekst 2: …
Een kenmerk van een dictatuur waar Belarus niet aan voldoet: …

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Antwoord
maximumscore 2
• Een kenmerk van een dictatuur uit tekst 2 (een van de volgende): (2p)
- er is sprake van schijnverkiezingen
-  één persoon heeft de hoogste macht

Opmerking
Ook goed rekenen: grondrechten gelden niet. (1p)
• Een kenmerk van een dictatuur waar Belarus niet aan voldoet:
oppositie wordt niet toegestaan 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ons demissionair kabinet (2020)

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

verkiezingen
- kabinet is nu demissionair 
(ze hebben hun ontslag aangeboden). 
- 17 maart 2021 zijn er nieuwe verkiezingen. 
Kijk het volgende filmpje om te weten hoe dat gaat.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noemen we het akkoord dat de coalitie sluit?
A
Een oppositie
B
Een regeerakkoord
C
Een parlementaire enquete
D
Een formatie

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De coalitie is....
A
…. een groep partijen die een minderheid vormen
B
…. een groep partijen die een akkoord met elkaar hebben
C
.....een groep partijen die vooral rechts zijn
D
...een groep partijen die vooral links zijn

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de juiste volgorde voor de formatie van een kabinet?
A
regeerakkoord - formateur - informateur - beëdiging
B
formateur - regeerakkoord - informateur - beëdiging
C
informateur - formateur - regeerakkoord - beëdiging
D
informateur - regeerakkoord - formateur - beëdiging

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarmee eindigt een geslaagde kabinetsformatie?
A
Het aanstellen van een informateur
B
Het aanstellen van een formateur
C
Een regeerakkoord
D
Het beëdigen van ministers en staatssecretarissen

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie bekijkt wie er minister of staatssecretaris kan worden?
A
de informateur
B
de formateur
C
de koning

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Verkiezingsuitslag 2017
dinsdag 21 maart 2017 van de Tweede Kamer verkiezingen:
VVD 33 zetels
PVV 20 zetels
CDA 19 zetels
D66 19 zetels
GroenLinks 14 zetels
SP 14 zetels
PvdA 9 zetels
ChristenUnie 5 zetels
Partij voor de Dieren 5 zetels
50PLUS 4 zetels
SGP 3 zetels
DENK 3 zetels
Forum voor Democratie 2 zetels

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De dikgedrukte partijen van de vorige dia zijn:
A
oppositiepartijen
B
coalitiepartijen

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke partij is met de laatste verkiezingen de grootste geworden?
A
PVV
B
CDA
C
VVD
D
PvdA

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke politieke partijen vormen nu de regering/ coalitie?
A
VVD, PVV, Forum voor Democratie
B
VVD, CDA, D66 en ChristenUnie
C
PvdA, GroenLinks, VVD
D
CDA, PvdA, D66

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke partij zit in de oppositie?
A
CDA
B
VVD
C
Forum voor Democratie
D
D66

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

bekijk de verkiezingsuitslag nog eens:
Wat valt je op?

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

waarom is er in Nederland altijd een coalitie nodig om een kabinet te vormen?

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer kan een regeringspartij veranderen in een oppositiepartij, of andersom?

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maken:
Opdracht 1 tm 5, 10, 11, 13, 15, 16 en 17

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Video

Deze slide heeft geen instructies

les 2

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H5: Kabinet en regering
- Hoe wordt een kabinet gevormd? (les 1)
- Welke taken heeft de regering? (les 2)
- Wat doet de koning? (les 3)

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5.2: Taken van de regering

Het kabinet bestuurd het land. Ze:

- Bedenken oplossingen voor maatschappelijke problemen.

- Hebben de dagelijkse leiding over het land en lossen dus de dagelijkse problemen op (staking, aanslag, virus enz.)


Ministers van:................?

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

minsters en staatssecretarissen

Er zijn verschillende ministeries bijvoorbeeld:

- onderwijs, cultuur en wetenschap

- Buitenlandse zaken

- landbouw, natuur en voedselkwaliteit.






Carola Schouten                     Arie Slob                                     Stef Blok

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

taken:
Elk ministerie heeft 1 of 2 ministers en staatssecretarissen.

Zij zijn verantwoordelijk voor:

1. Het maken van wetsvoorstellen
2. Het uitvoeren van eenmaal aangenomen wetten
3. het jaarlijks opstellen van de rijksbegroting en deze aanbieden aan het parlement ( op prinsjesdag)





Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maken:
BB: 
H6 Opdracht 2/6/7/10 en samenvatting

KB: 
H5 opdracht 5/6/15/16 en samenvatting

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

les 3

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H5: Kabinet en regering
- Hoe wordt een kabinet gevormd? (les 1)
- Welke taken heeft de regering? (les 2)
- Wat doet de koning? (les 3)

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Monarchie
Nederland is een constitutionele monarchie:  een koninkrijk met een grondwet waar het staatshoofd zich aan moet houden. 

Ministeriële verantwoordelijkheid: kabinet is verantwoordelijk voor het bestuur van het land + wat de koning zegt en doet. 
Taken van de koning: 
  1. Symbolische functie handtekening plaatsen onder alle wetten.
  2. Ceremoniële functie troonrede voorlezen op prinsjesdag. 
  3. Representatieve functie Nederland vertegenwoordigen in het buitenland. 

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

staatsvormen


Nederland is een constitutionele monarchie

(een land met een koning die zich aan de grondwet moet houden).


Sommige landen zijn een republiek: Het staatshoofd is dan gekozen door de burgers.

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Link

Deze slide heeft geen instructies

maken:
BB:
H6 alles afmaken en nakijken.

KB:
H5 alles afmaken en nakijken.

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies