H5 Kabinet en regering

Politiek
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Politiek

Slide 1 - Tekstslide

Wat betekent

CONSERVATIEF
A
behoudend
B
vooruitstrevend
C
progressief
D
angstig

Slide 2 - Quizvraag

Wat is een belangrijke kenmerk van het socialisme?
A
Kleine overheid
B
Gelijkheid
C
Opkomen voor de rijkeren
D
één belangrijke leider

Slide 3 - Quizvraag

Rentmeesterschap
A
Socialisme
B
Liberalisme
C
Christendemocraten
D
Ecologisme

Slide 4 - Quizvraag

Vrijheid; eigen keuzen maken
A
Liberalisme
B
Socialisme
C
Christendemocraten

Slide 5 - Quizvraag

Politieke stromingen: Liberalen
A
Gelijkheid
B
Op basis van geloof
C
individuele vrijheid
D
Alles houden zoals het was

Slide 6 - Quizvraag

Welke politieke stromingen heb je in Nederland?
A
Liberalisme, confessionalime, feminisme
B
Socialisme, liberalisme
C
Confessionalisme, liberalisme, socialisme
D
Communisme, confessionalisme, liberalisme

Slide 7 - Quizvraag

Hoofdvraag:
  • Hoe wordt het kabinet gevormd?
Begrippen:
  • Kabinet
  • Regering
  • Kabinetsformatie
  • Coalitie
  • Compromis
  • Oppositie
  • Beleid 
  • Formateur
  • Informateur 
  • Regeerakkoord

Slide 8 - Tekstslide

Regering
Alleen ministers samen met de koning

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Kabinet
Alle ministers en hun staatssecretarissen samen

Slide 11 - Tekstslide

Coalitie
Twee of meer partijen die samen de regering vormen

Slide 12 - Tekstslide

Kabinetsformatie:
Op de dag van de verkiezingen mag iedere Nederlander van 18+ stemmen. Dezelfde nacht wordt al duidelijk hoeveel zetels de politieke partijen krijgen.

Slide 13 - Tekstslide

Dan is nog niet duidelijk wie er gaan regeren. 
De partijen moeten daar over onderhandelen, dat noemen wij de kabinetsformatie. 

Slide 14 - Tekstslide

De coalitie bestaat uit twee of meer partijen die samen de regering vormen. Zij moeten met elkaar afspraken maken. Alle andere partijen noem je oppositie.

Slide 15 - Tekstslide

Verloop kabinetsformatie:
  1. Onderzoek:
    De informateur, meestal een ervaren politicus gaat onderzoeken met welke partijen een coalitie mogelijk is. 
  2. De informatie:
    Als ze partijen hebben gevonden die willen samenwerken, overleggen ze over oplossingen en compromissen voor hun meningsverschillen. Ze stellen samen een regeerakkoord op. Hierin staan de plannen van de regering voor de komende vier jaar.

Slide 16 - Tekstslide

Verloop kabinetsformatie:
3. De formatie: samen reageer akkoord opstellen: plannen voor komende jaren

4. de beëdiging: officieel benoemd door de koning

Hoeveel zetels in totaal 150

76 zetels voor coalitie


Slide 17 - Tekstslide

De formatie:
3. De  Tweede Kamer benoemt nu een formateur. Dat is meestal de leider van de grootste partij in het kabinet. 
De formateur overlegt de verdeling van de ministers en staatssecretarissen.

4. Als de posten verdeeld zijn dan wordt het nieuwe kabinet beëdigd door de koning. 

Slide 18 - Tekstslide

Het regeerakkoord:
Ze stellen samen een regeerakkoord op. Hierin staan de plannen van de regering voor de komende vier jaar

Slide 19 - Tekstslide

LET OP:
Regering: koning & ministers
Kabinet: alle ministers & staatssecretarissen 
Tweede Kamer: alle gekozen partijen 
Coalitie: alle partijen die samen regeren 
Oppositie: partijen die wél in de Tweede Kamer zitten, maar niet  regeren.


Slide 20 - Tekstslide

Ministers / ministeries
Elke minister houdt zich bezig met een eigen onderwerp.

Slide 21 - Tekstslide

Ministeries:
Ministerie van Algemene Zaken 
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 
Ministerie van Buitenlandse Zaken 
Ministerie van Defensie 
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat 
Ministerie van Financiën 
Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat 
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit 
Ministerie van Justitie en Veiligheid 
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport 

Slide 22 - Tekstslide


Koning

  • Staatshoofd van Koninkrijk der Nederlanden.
  • Bijna geen macht, omdat hij zich niet met politieke kwesties mag bemoeien.
  • Nederland is een constitutionele monarchie!  taken zijn beperkt door de grondwet

Slide 23 - Tekstslide

Taken Koning
  • Handtekening zetten
  • Troonrede voorlezen
  • Beëdigen ministers en staatssecretarissen
  • Overleg voeren met minister president
  • Ons land vertegenwoordigen

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Prinsjesdag
Troonrede - plannen voor het komende jaar 
Miljoenennota - verwachte inkomsten en uitgave van het komende jaar 

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Opdrachten:
MAken begrippen en samenvatting H5 op blz 64 en 65

Slide 29 - Tekstslide