1B Engels les 2

trappen van vergelijking
much, many, a lot of
herhaling grammar Unit 5 lesson 4 en lesson 5
present simple vs. present continuous
toekomst: will (kgt + shall)

present simple vs. present continuous: wanneer gebruik je wat?
toekomst: will (kgt + shall) hoe gebruik je dit?
Engels
week 23 les 2
werkbladen maken om te oefenen
nakijken werkbladen
voorbereiden op de toets van morgen
hebben we alle doelen behaald?
ben ik klaar voor de toets van morgen?
vrijdag: online toets Unit 5
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsVoortgezet speciaal onderwijs

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

trappen van vergelijking
much, many, a lot of
herhaling grammar Unit 5 lesson 4 en lesson 5
present simple vs. present continuous
toekomst: will (kgt + shall)

present simple vs. present continuous: wanneer gebruik je wat?
toekomst: will (kgt + shall) hoe gebruik je dit?
Engels
week 23 les 2
werkbladen maken om te oefenen
nakijken werkbladen
voorbereiden op de toets van morgen
hebben we alle doelen behaald?
ben ik klaar voor de toets van morgen?
vrijdag: online toets Unit 5

Slide 1 - Tekstslide

Vorige les:
We hebben de grammar herhaald van Lesson 2 en 3.
a lot of, much en many
trappen van vergelijking: -er en -est

Zijn hier nog vragen over?

Slide 2 - Tekstslide

Inleveren werkblad

Lever als je dat nog niet hebt gedaan, je werkblad in bij de docent. Deze moet dan wel zijn nagekeken. 



Slide 3 - Tekstslide

Waarvoor gebruik je ook alweer de present simple?

Slide 4 - Open vraag

Present simple
De present simple gebruik je als iets altijd, vaak of nooit gebeurt. Het gaat dan om een gewoonte, bijvoorbeeld douchen of je lunch opeten.

Woorden waaraan je het herkent:
Usually, often, always, never, sometimes

Slide 5 - Tekstslide

Hoe ziet de present simple eruit?

Daar komt ie weer, weten jullie het nog??--> 
Dit gaat met de shit-rule
Je gebruikt altijd de stam van het werkwoord, behalve bij she, he en it. Dan komt er een -s achter. 

I play, you play, he plays, we play, you play, they play

Slide 6 - Tekstslide

De present continuous
Die gebruik je als iets op dit moment aan de gang is, als je het dus nu aan het doen bent. 
Weet je het nog? --> present continuous 

Woorden waaraan je het herkent:
now, at the moment, currently

Slide 7 - Tekstslide

Hoe ziet de present continuous eruit?
Je gebruikt een vorm van het werkwoord 'to be'
Je plakt -ing achter de stam

I am playing, you are playing, he is playing,
we are playing, you are playing, they are playing.

Slide 8 - Tekstslide

Present simple
Present Continuous

Slide 9 - Tekstslide

Toekomst
Als je iets in de toekomst gaat doen/gaat gebeuren, dan gebruik je hiervoor 'will'. 
Dit kun je ook in de korte vorm doen, dan wordt het 'll. Denk aan de hoge komma ' !!! (in de verkorte vorm wordt het won't )
In de ontkennende vorm wordt het 'will not'.
Bij een vraagzin komt het werkwoord 'will' vooraan in de zin.

Slide 10 - Tekstslide

Voorbeelden 'will'
I will do the dishes this morning

He will not do his homework this week

We won't do our exam tomorrow

Will she go to the dentist?

Slide 11 - Tekstslide

Shall (KGT)
Deze vorm gebruik je alleen bij vraagzinnen bij we en I
in plaats van het woord 'will'.

Voorbeeld:
Shall we do this tomorrow?
Shall I go to school this morning?

Slide 12 - Tekstslide

Vragen over de grammar?

Slide 13 - Tekstslide

Regelmaat, feit, gewoonte
Nu, irritatie
To be, ww+ing

ww of ww+s
I am listening 
He listens to that song everyday
Present continuous
Present simple

Slide 14 - Sleepvraag

Sometimes
A
Present simple
B
Present continuous

Slide 15 - Quizvraag

Today
A
Present simple
B
Present continuous

Slide 16 - Quizvraag

Right now
A
Present simple
B
Present continuous

Slide 17 - Quizvraag

Always
A
Present simple
B
Present continuous

Slide 18 - Quizvraag

She is playing the piano.
A
Present Simple
B
Present Continuous

Slide 19 - Quizvraag

Lucy lives in London.
A
Present simple
B
Present continuous

Slide 20 - Quizvraag

It rains a lot in winter.
A
Present simple
B
Present continuous

Slide 21 - Quizvraag

Rebecca is watching Netflix.
A
Present simple
B
Present continuous

Slide 22 - Quizvraag

She leaves home usually in the morning.
A
Present simple
B
Present continuous

Slide 23 - Quizvraag

Aan het werk
Je krijgt van de docent werkbladen die je gaat maken. Deze gaan over de present continuous, present simple en de toekomst will/shall.

Maak ze, kijk ze na en lever ze in bij de docent.

Klaar? Ga je toets leren over Unit 5. 

Slide 24 - Tekstslide

Ben je klaar voor de toets?
Toets heel Unit 5
Vrijdag 5 juni via Lessonup

De toets staat open van 9-14 uur. Zorg dat je op tijd begint!

Heel veel succes!


Slide 25 - Tekstslide