Burgerschap en diversiteit

Burgerschap en diversiteit in de les
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapHBOStudiejaar 1

In deze les zitten 25 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Burgerschap en diversiteit in de les

Slide 1 - Tekstslide

Burgerschap en diversiteit
  1. Burgerschap gedefinieerd
  2. Kerndoelen SLO - burgerschapsonderwijs
  3. Methodes voor burgerschap
  4. Codename Future - pilot
  5. Literatuur




Slide 2 - Tekstslide

Burgerschapsonderwijs
Sinds 2006 hebben scholen de verplichting om burgerschapsonderwijs aan te bieden. 
Over het algemeen laten scholen zien deze opdracht ook serieus te nemen en verkennen zij hoe ze dit vorm kunnen geven. 
Dit heeft geleid tot waardevolle ervaringen, praktijken en inzichten, maar in algemene zin is de
kwaliteit en het effect van het huidige burgerschapsonderwijs nog niet toereikend.
(Inspectie van het Onderwijs)

Deze constatering uit onderzoek heeft mede geleid tot een wettelijke verduidelijking 
van de burgerschapsopdracht aan scholen in het funderend onderwijs, 
van kracht sinds 1 augustus 2021.

Slide 3 - Tekstslide

Wettelijk kader voor burgerschapsonderwijs
Het onderwijs bevordert actief burgerschap en sociale cohesie op doelgerichte en samenhangende wijze, waarbij het onderwijs zich in ieder geval herkenbaar richt op:
a. Het bijbrengen van respect voor en kennis van de basiswaarden van de democratische rechtsstaat, zoals verankerd in de Grondwet, en de universeel geldende fundamentele rechten en vrijheden van de mens, en het handelen naar deze basiswaarden op school;
b. Het ontwikkelen van de sociale en maatschappelijke competenties die de leerling in staat stellen deel uit te maken van en bij te dragen aan de pluriforme, democratische Nederlandse
samenleving; en
c. Het bijbrengen van kennis over en respect voor verschillen in godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, afkomst,geslacht, handicap of seksuele gerichtheid en ook de waarde dat
gelijke gevallen gelijk behandeld worden

Slide 4 - Tekstslide

Wettelijk kader voor burgerschapsonderwijs
Het bevoegd gezag draagt zorg voor een schoolcultuur die in overeenstemming is met de waarden, creëert een omgeving waarin leerlingen worden gestimuleerd actief te oefenen met de omgang met en het handelen naar deze waarden en draagt voorts zorg voor een omgeving waarin leerlingen en personeel zich veilig en geaccepteerd weten, ongeacht de genoemde verschillen.

Slide 5 - Tekstslide

Burgerschapsonderwijs
• Het nadrukkelijk en expliciet bijbrengen van respect voor en kennis van de
basiswaarden van de democratische rechtsstaat (wetsartikel a)
• Het beschrijven hoe zij met hun leerlingen werken aan de sociale en
maatschappelijke competenties die nodig zijn om te functioneren in een
pluriforme democratische samenleving (wetsartikel b)
• Het borgen van aandacht voor/kennis van soorten van diversiteit op het
niveau van groepen en individuen en het bevorderen van de acceptatie
daarvan (wetsartikel c)
• Het vormgeven van de school als oefenplaats voor democratisch
burgerschap (wetsartikel d)
Bron: SLO

Slide 6 - Tekstslide

Burgerschap en diversiteit
Voor de onderbouw van het voortgezet onderwijs kan Mens & Maatschappij kerndoel 44
een duidelijk voorbeeld zijn: ‘De leerling leert op hoofdlijnen hoe het
Nederlandse politieke bestel als democratie functioneert en leert zien hoe
mensen op verschillende manieren bij politieke processen betrokken kunnen
worden’.
Naast de opgestelde wettelijke opdracht is er bij de huidige kerndoelen aandacht
voor onder andere: 
  • de wording en werking van de grondwet;
  • democratische waarden;
  • de werking van de parlementaire democratie en aspecten van sociale verschillen en diversiteit.

Slide 7 - Tekstslide

Burgerschap en diversiteit
Hessel Nieuwelink, lector burgerschap aan de Hogeschool van Amsterdam, geeft de volgende definitie: ‘Burgerschap gaat over het maatschappelijk functioneren van vrije individuen die op gelijke basis gezamenlijk de samenleving (kunnen) vormgeven.’ Burgerschapsonderwijs moet jongeren dus stimuleren om na te denken over hun rol in de samenleving. Én hoe ze die samen met anderen kunnen vormgeven. Hoe ga je bijvoorbeeld met de ander om als je van mening verschilt? En hoe kom je met elkaar tot een compromis?
Bron: www.schooldebatteren.nl

Slide 8 - Tekstslide

Burgerschap en diversiteit
Bram Eidhof in het handboek burgerschapsonderwijs: 
'Als we het over burgerschap in het onderwijs hebben, doelen we niet op staatsburgerschap. Dat is een juridische status, die wordt bepaald door je paspoort en welke rechten en plichten daarbij horen.
In het onderwijs doelen we op iets anders, namelijk hoe je je als burger kunt manifesteren in sociale, maatschappelijke en politieke contexten.

Met andere woorden: burgerschapsonderwijs gaat over wat je kan met je verschillende vrijheden en rechten, voor jezelf, een ander en de samenleving.'

Slide 9 - Tekstslide

We spreken van burgerschapsonderwijs wanneer het gaat over:

1 Onderwerpen die een spanning kennen tussen individuele en collectieve of tussen
verschillende collectieve belangen of waarden, en niet tot een individueel probleem
te reduceren zijn. Dat zijn (dus) sociale, maatschappelijke en politieke onderwerpen, waarin we afhankelijk zijn van elkaar om tot een goede uitkomst te komen.
2 De manier waarop we–op allerlei niveaus–vanuit deze spanningen, belangen- en
waardentegenstellingen tot (nieuwe) besluiten en vreedzame oplossingen komen; of
dat nu direct en tussen mensen onderling gaat, of indirect via instituties van democratie en rechtsstaat.
3 Het toerusten van leerlingen met kennis, vaardigheden en houdingen, die ze in staat
stellen om zelfstandig te handelen ten aanzien van sociale, maatschappelijke of politieke problemen
Bron: Bram Eidhof, handboek voor burgerschapsonderwijs

Slide 10 - Tekstslide

Burgerschap en diversiteit
Evelien Tonkes heeft het over vreedzaam ruziemaken.
Ten eerste zeggen we met burgerschap dat we allemaal gelijk zijn. We zijn allemaal gelijkwaardig en gelijk voor de wet: in gelijke gevallen hebben we gelijke rechten. De overheid moet ons allemaal gelijk behandelen.
Ten tweede zeggen we met burgerschap dat we allemaal verschillend zijn: we hebben verschillende overtuigingen, achtergronden en interesses. We willen onze eigen mening kunnen hebben en onze eigen levenshouding, ons eigen geloof en onze eigen kledingstijl.
Bron: E. Tonkes, En nou mag ik even!

Slide 11 - Tekstslide

Kerndoelen  Stichting Leerplan Onderwijs
Kerndoelen vormen, samen met de referentieniveaus voor taal en rekenen, de wettelijke kaders voor de kern van de onderwijsinhoud van het primair en voortgezet onderwijs. Kerndoelen laten op hoofdlijnen zien wat belangrijk wordt gevonden om kinderen mee te geven in het onderwijs.

Slide 12 - Tekstslide

Wat is de kern van burgerschap?

De basiswaarden zijn: vrijheid, gelijkwaardigheid en solidariteit. Dit betekent dat kinderen kennis moeten krijgen over verschillen in godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, afkomst, geslacht, handicap of seksuele gerichtheid en dat iedereen gelijk behandeld moet worden.

Bron: VO-raad

Slide 13 - Tekstslide

Kerndoelen burgerschapsonderwijs SLO
M&M 40 De leerling leert over burgerschap in de Nederlandse samenleving en de eigen rol als  burger in te vullen en leert respectvol om te gaan met seksualiteit en met diversiteit binnen de samenleving, waaronder seksuele diversiteit.
M&M 41 De leerling leert op hoofdlijnen hoe het Nederlandse politiek bestel als democratie functioneert en hoe hij zelf daarbij betrokken kan zijn.
LGO 1 De leerling ontwikkelt een open en flexibele houding ten opzichte van de
wereld om hem heen.
LGO 3 De leerling leert verschillende soorten informatie te zoeken, te beoordelen
en te gebruiken.
LGO 4 De leerling leert op basis van feiten een mening te vormen, deze adequaat
te uiten en respectvol om te gaan met andere meningen.


Slide 14 - Tekstslide

Kerndoelen burgerschapsonderwijs SLO
LGO 8 De leerling leert op adequate wijze om te gaan met eigen gevoelens en
wensen.
LGO 9 De leerling leert respectvol en verantwoordelijk om te gaan met anderen.
LGO 10 De leerling krijgt zicht op de eigen voorkeuren, interesses en
toekomstwensen op het gebied van werken, wonen, vrije tijd en
burgerschap

Slide 15 - Tekstslide

Methodes voor burgerschapsonderwijs
Er is veel lesmateriaal beschikbaar. Gebruik dit ter inspiratie of herschrijf het naar het juiste niveau/onderwijstype. Voorbeelden zijn:
https://mapout.nl/boeken/

https://prodemos.nl/nieuws/prodemos-maakt-lesmateriaal-bij-nieuwe-vpro-serie-timmyland/

Codename.online - klas H1G - koppelcode: TQGGDP - pilot 


Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Literatuuronderzoek

Slide 24 - Tekstslide

Breng een ordening aan in onderstaande doelen. Welk doel is het
eenvoudigst te bereiken en welk doel is het meest complex?
1 De leerlingen kunnen een standpunt innemen en daar argumenten voor geven.
2 De leerlingen kunnen maatschappelijke vraagstukken analyseren op basis van betrouwbare informatie die ze zelf kunnen vinden.
3 De leerlingen kennen manieren om conflicten op te lossen zoals zoeken naar win-win oplossingen.
4 De leerlingen kunnen de hoofdlijnen van het Nederlandse politieke
(kies)stelsel en die van een ander land beschrijven.
5 Leerlingen zijn in staat om een gezamenlijk gedragen middle ground positie te
ontwikkelen door concrete concessies te doen richting leerlingen met een andere opvatting.
6 Leerlingen kunnen als ze kijken naar de motieven van partijen in een
onderhandelingssituatie onderscheid maken tussen het eigen belang en het algemeen belang

Bron: Bram Eidhof

Slide 25 - Tekstslide