Havo 12.2 Kracht en beweging

Welkom vandaag 23  mei
Planning
  • Lezen
  • Toelichting theorie
  • Vragen stellen
  • sommen oefenen
Neem plaats (volgens de plattegrond)
Tas op de grond



Pak pen en papier en je boeken 
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScienceMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Welkom vandaag 23  mei
Planning
  • Lezen
  • Toelichting theorie
  • Vragen stellen
  • sommen oefenen
Neem plaats (volgens de plattegrond)
Tas op de grond



Pak pen en papier en je boeken 

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdstuk 11
11.1 - Dieren bewegen
11.2 - Kracht en beweging 

9.5 - Goed geregeld
Opgaven 
opdracht 1 t/m 15 van 11.1
opdracht 1 t/m 21 van 11.2
opdracht 1 t/m 6 van 9.3
opdracht 7 t/m 14 van 9.3
opdracht 1 t/m 17 van 10.4
opdracht 1 t/m 10 van 10.5
opdracht 1 t/m 14 van 10.6
opdracht 1 t/m 10 van 10.5Opdracht 1 t/m 8 van 9.5
Opdracht 9 t/m 13 van 9.5


Deze week

HA2a
Proefwerk H10  17 mei (week 20)

Nu  week 19

Slide 2 - Tekstslide

Kennis: wat weet je al (nog)?
Inloggen met je eigen naam 
timer
1:00
Let op de timer!

Slide 3 - Tekstslide

12.2 Kracht en beweging

Slide 4 - Tekstslide

Gewervelden hebben een ...
A
Inwendig skelet
B
Uitwendig skelet
C
Geen skelet

Slide 5 - Quizvraag

Is een geit een zoolganger, teenganger of een topganger?
A
Topganger
B
Teenganger
C
Zoolganger

Slide 6 - Quizvraag

Welke dieren zijn teengangers?
A
Kameel, leeuw, hyena
B
Leeuw, hyena
C
Rat, leeuw
D
Kameel, rat, hyena

Slide 7 - Quizvraag

Leerdoelen 12.2
  • Je kan uitleggen hoe zwaartekracht, waterkracht, windkracht, motorkracht en motorkracht kunnen zorgen voor beweging 

  • Je kan uitleggen wat er bedoeld wordt met gemiddelde snelheid

  • Je kan rekenen met de volgende formule: Vgem = s : t 

  • Je kan verschillende eenheden naar elkaar omrekenen 

Slide 8 - Tekstslide

Welke krachten ken je?

Slide 9 - Open vraag

Soorten krachten 
  • Zwaartekracht
  • Windkracht
  • Spierkracht
  • Veerkracht
  • Wrijvingskracht 
  • Magnetische kracht 
  • Kleefkracht
  • Elektrische kracht 

Slide 10 - Tekstslide

Krachten werken tegen
- Wrijvingskrachten (Weerstand)
 Krachten die beweging tegenwerken
 Bijv. luchtweerstand, rolweerstand, schuifweerstand
  

Slide 11 - Tekstslide

Snelheid
  • De afstand die in je in een bepaalde tijd aflegt.

  • Als je rijdt of fietst fiets je niet steeds met dezelfde snelheid, vaak bereken je over een hele weg de gemiddelde snelheid

  • De gemiddelde snelheid kan je berekenen in meter per seconde (m/s) of kilometer per uur (km/h)

Slide 12 - Tekstslide

Gemiddelde snelheid berekenen
v = snelheid (km/h of m/s)
s =  afstand (km of m)
t = tijd (h of s)

Slide 13 - Tekstslide

Berekenen






Als je met meter werkt, dan moet de tijd in seconden zijn. Werk je met km dan is de tijd in uren!
Grootheid
Symbool
Eenheid
Formule
tijd
t
Uren (h) / seconden
t = s : V
afstand
s
Km / meter
s = V x t
gemiddelde snelheid
Vgem
Km/h of m/s
V = s : t

Slide 14 - Tekstslide

afstand = snelheid x tijd
snelheid = afstand : tijd
tijd = afstand : snelheid

Slide 15 - Tekstslide

Voorbeeld 1
- Je fietst 5 km en doet hier 0,8 uur over. Bereken de gemiddelde snelheid

  •  Gegeven: Afstand (s) = 5 km & tijd (t) = 0,8 uur (km en uren horen bij elkaar)
  •  Gevraagd: Vgem
  •  Formule: Vgem = Afstand (s) : tijd (t)
  •  Berekening: Vgem = 5 : 0,8 = 6,25
  •  Antwoord: Vgem = 6,25 km/h

Want de eenheden waren km en uur, dus km/h

Slide 16 - Tekstslide

Voorbeeld 2
- Je fietst 16000 m en doet hier 0,8 uur over. Bereken de gemiddelde snelheid

Slide 17 - Tekstslide

Voorbeeld 2
- Je fietst 16000 m en doet hier 0,8 uur over. Bereken de gemiddelde snelheid
16000 meter / 1000 = 16 kilometer


Slide 18 - Tekstslide

Voorbeeld 2
- Je fietst 16000 m en doet hier 0,8 uur over. Bereken de gemiddelde snelheid
16000 meter / 1000 = 16 kilometer
  • Gegeven: afstand (s) = 16 kilometer en tijd (t) = 0,8 uur
  • Gevraagd: V
  • Formule: V = s : t
  • Berekening: V = 16 : 0,8 = 20
  • Antwoord: V = 20 km/h


Slide 19 - Tekstslide

Voorbeeld 3
De Thalys legt 400 km af in 2 h en 40 min. Bereken de gemiddelde snelheid

1. Gegeven:   Afstand (s) = 400 km
                            Tijd (t) = 2 uur en 40 min
                              
                        

Slide 20 - Tekstslide

Voorbeeld 3
De Thalys legt 400 km af in 2 h en 40 min. Bereken de gemiddelde snelheid

1. Gegeven:   Afstand (s) = 400 km
                            Tijd (t) = 2 uur en 40 min

                         40 min = 40 : 60 = 0,67 uur
                           2 uur  en 40 min =====> 2 uur + 0,67 uur =2,67 uur
                              
                        

Slide 21 - Tekstslide

Voorbeeld 3
2. Gevraagd:                2.        (gem. snelheid)

3. Formule:                     3.  


4. Uitrekenen:              4.
 
5.   Antwoord                 5.  de gemiddelde snelheid is 150 km/h
υ=ts
v=2,67400
v

Slide 22 - Tekstslide

Snelheid
- De eenheid van snelheid is in Km/u of m/s
- De afkorting van snelheid is v (velocity)

Slide 23 - Tekstslide

Controlevraag
- Je fietst 15 minuten en je gemiddelde snelheid is 16 km/h. Bereken de afgelegde afstand.

Slide 24 - Tekstslide

afstand = snelheid x tijd
snelheid = afstand : tijd
tijd = afstand : snelheid

Slide 25 - Tekstslide

Controlevraag
- Je fietst 15 minuten en je gemiddelde snelheid is 16 km/h. Bereken de afgelegde afstand.

  •  Gegeven: Tijd (t) = 15 minuten & gemiddelde snelheid (v) = 16 km/h
  •  Gevraagd: Afstand (s)
  •  Formule: Afstand (s) =  Gemiddelde snelheid (v) x Tijd (t)
  •  Berekening: Afstand (s) = 16 x 0,25 = 4
  •  Antwoord: Afstand = 4 kilometer


Slide 26 - Tekstslide

Leerdoelen 12.2
  • Je kan uitleggen wat de netto kracht is (1)

  • Je kan uitleggen wat er bedoeld wordt met gemiddelde snelheid (1)

  • Je kan rekenen met de volgende formule: v = s : t (2)

  • Je kan verschillende eenheden naar elkaar omrekenen (2)

Slide 27 - Tekstslide

Huiswerk
Aan de slag!

Slide 28 - Tekstslide

Huiswerk
KGT: 12.2 Opdracht 8 t/m 18 (blz 88)
HV: 12.2 Opdracht 11 t/m 21 (blz 115)

Slide 29 - Tekstslide

Berekenen






Als je met meter werkt, dan moet de tijd in seconden zijn. Werk je met km dan is de tijd in uren!
Grootheid
Symbool
Eenheid
Formule
tijd
t
afstand
s
gemiddelde snelheid
Vgem

Slide 30 - Tekstslide

Berekenen






Als je met meter werkt, dan moet de tijd in seconden zijn. Werk je met km dan is de tijd in uren!
Grootheid
Symbool
Eenheid
Formule
tijd
t
Uren/seconden
t = s : V
afstand
s
gemiddelde snelheid
Vgem

Slide 31 - Tekstslide

Berekenen






Als je met meter werkt, dan moet de tijd in seconden zijn. Werk je met km dan is de tijd in uren!
Grootheid
Symbool
Eenheid
Formule
tijd
t
Uren/seconden
t = s : V
afstand
s
Km / meter
s = V x t
gemiddelde snelheid
Vgem

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Video

Welke grafiek hoort bij een eenparige beweging ?

Slide 35 - Tekstslide