Trias Politica en Parlementaire Democratie

Vraag 1-4 op wisbordje 
1. Leg in je eigen woorden uit wat een ideologie/stroming is.
2. Bij de Tweede Kamerverkiezingen stem je op een v.................
Waar of niet waar? 
3.1 De koning heeft politieke macht
3.2 PVV leider Geert Wilders is minister
4. Wat is het verschil tussen de christendemocratische en confessionele stroming?
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Vraag 1-4 op wisbordje 
1. Leg in je eigen woorden uit wat een ideologie/stroming is.
2. Bij de Tweede Kamerverkiezingen stem je op een v.................
Waar of niet waar? 
3.1 De koning heeft politieke macht
3.2 PVV leider Geert Wilders is minister
4. Wat is het verschil tussen de christendemocratische en confessionele stroming?

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen: 
Vandaag leer je: 
1. Hoe en waarom de macht is verdeeld in een democratie.
2. Wie tot welke macht behoort in Nederland.
3. Wat de rol van de Koning is. 
4. Welke machten waar verantwoordelijk voor zijn\

Maar nu eerst: Het huiswerk doornemen (5 - 10 minuten)

Slide 2 - Tekstslide

2

Slide 3 - Video

00:40
Volksvertegenwoordigers horen tot de wetgevende macht. Dit zijn in de landelijke politiek dus........
A
Ministers
B
Staatssecretarissen
C
Ambtenaren
D
leden van de Tweede Kamer

Slide 4 - Quizvraag

00:48
Ambtenaren werken voeren het beleid van de overheid uit. Landelijke bestuurders zijn .............
A
ministers
B
staatssecretarissen
C
Koning
D
1e en 2e kamerleden

Slide 5 - Quizvraag

Verdeling van de macht
waarom?
  • Maakt een dictatuur onmogelijk
  • Voorkomt onrechtvaardigheid
  • Checks and balances: Verschillende machten
    controleren elkaar en ‘houden elkaar scherp’. 

Slide 6 - Tekstslide

Uitvoerende macht
  • TAAK: Voert wetten uit
  • Regering zorgt dat aangenomen wetten worden uitgevoerd.
  • Is politiek verantwoordelijkdagelijks bestuur van land.
  • Geeft leiding aan ambtenaren, militairen en politie

Slide 7 - Tekstslide

Wetgevende macht
  • TAAK: Maakt wetten
  • Volksvertegenwoordigers beslissen of een wetsvoorstel wordt aangenomen door te stemmen.
  • Parlement controleert of de uitvoerende macht zijn werk goed doet.

Slide 8 - Tekstslide

Rechtelijke macht
  • TAAK: Rechtspraak, is onafhankelijk
  • Houdt iedereen zich aan de wetten? Zo niet, wat dan?
  • Beoordeelt of mensen straf moeten krijgen.
  • Geeft een oordeel als burgers, bedrijven en overheid een conflict hebben.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

2

Slide 11 - Video

01:07
In het kabinet zitten......
A
Ministers
B
Staatssecretarissen
C
Eerste kamerleden
D
Tweede kamerleden

Slide 12 - Quizvraag

01:20
De provinciale staten zijn de ........................macht binnen de provincie.
A
wetgevende
B
uitvoerende
C
rechterlijke
D
krijgs

Slide 13 - Quizvraag

Zelfstandig werken
Je gaat nu eerst 5 minuten in stilte de tekst lezen. 
Markeer de dikgedrukte begrippen en begin met de opdrachten (10 minuten)
Dit is het huiswerk voor volgende week!
timer
15:00

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Link

Studiewijzer Magister: Link naar LessonUP!

Slide 16 - Tekstslide