Basisstof 1 t/m 3, het skelet, de bouw van botten en beenverbindingen.

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Donderdag 21 april, 2 + 3de lesuur, h1c

1. Aanwezigheidscontrole (door de juf) + hw noteren (door jullie!) + hw-controle 

2. Verdere uitleg basisstof 1 

3. MO basisstof 1

4. Test jezelf basisstof 1 + GPL invullen

5. Uitleg basisstof 2, de bouw van botten+ 3de lesuur:

6. Uitleg basisstof 3,  beenverbindingen

HW voor donderdag 12 mei, 

• Leer §4.2 + 4.3
• M. opd. 1 t/m 3 + 5 t/m 7 van §4.2 + opd. 1 + 5 van §4.3

Donderdag 21 april, 2 + 3de lesuur, h1c

1. Aanwezigheidscontrole (door de juf) + hw noteren (door jullie!)

2. Verdere uitleg basisstof 1 

3. MO basisstof 1

4. Test jezelf basisstof 1 + GPL invullen

5. Uitleg basisstof 2 + 3, de bouw van botten en beenverbindingen

HW voor donderdag 12 mei, 2 + 3de lesuur:

• Leer §4.2 + 4.3
• M. opd. 1 t/m 3 + 5 t/m 7 van §4.2 + opd. 1 + 5 van §4.3

De functies van een skelet.

- Geeft vorm

- Geeft stevigheid 

- Zorgt, samen met de spieren, dat er 

   beweging mogelijk is

- Geeft bescherming

- Maakt de bloedcellen

 

Verzamelnamen:

• Schedel -->  al de botten in het hoofd samen
• Wervelkolom --> de ruggengraat  
• Borstkas --> de borstwervels, ribben en het borstbeen samen 
• Schoudergordel --> de schouderbladen en de sleutelbeenderen samen 
• Bekken --> ook wel bekkengordel genoemd

Functies van het skelet

- Stevigheid

- Beweging

- Vorm

- Bescherming

De schedel

Achterhoofdsbeen

Groot bol bot aan de achterkant van de schedel.

Aan de onderkant zit een gat waarmee het ruggenmerg in contact staat met de hersenen

Jukbeenderen

Aan de voorkant van het hoofd, boven de wang. maakt deel uit van de oogkas en neusholte.

Plaatsing en vorm is van grote invloed op de aanblik en vorm van het gezicht

Neusbeen

Bovenop de neus, onder het voorhoofdsbeen

Slaapbeen

Aan de zijkanten van het hoofd, ter hoogte van de oogkas.

Kwetsbaar deel van je schedel.

Hier zitten ook je ooropeningen.

Voorhoofdsbeen

Grote bolle bot aan de voorkant van de schedel, boven de oogkassen.

Wandbeen

Grote bolle beenderen aan de zij- en bovenkant van de schedel

Wiggenbeen

Twee wiggenbeenderen.

Ze zitten in een holte achter de oogkassen en onder het voorhoofdsbeen.

Kaken

Functie: kauwen en fijnmaken van voedsel.

Ze werken als een gewricht.

Ga naar Lesson Up en wacht op de klascode.....

Er volgen nu zes vragen.

Met welk nummer wordt het wiggenbeen aangegeven?

1. nummer 2
2. nummer 7
3. nummer 9
4. nummer 3

Met welk nummer wordt het jukbeen aangegeven?

1. nummer 5
2. nummer 8
3. nummer 4
4. nummer 3

Met welk nummer wordt het wandbeen aangegeven?

1. Nummer 10
2. Nummer 8
3. Nummer 2
4. Nummer 1

Met welk nummer wordt de ooropening aangegeven?

1. nummer 10
2. nummer 7
3. nummer 5
4. nummer 11

En weten jullie nog
hoe dit bot heet?

1. Ellepijp
2. Spaakbeen
3. Opperarmbeen
4. Handwortelbeentjes

En de laatste vraag,
hoe heten deze
groene botjes?

1. Handwortelbeentjes
2. Middenhandsbeentjes
3. Middenhandbeentjes
4. Vingerkootjes

Leerdoelen §4.1, het skelet

1. Je kent nu de delen van het lichaam (hoofd, romp, ledematen)

2. Je kunt in een afbeelding van het skelet al enkele botten benoemen

3. Je kunt de functies van het skelet noemen

Donderdag 21 april, 2 + 3de lesuur, h1c

1. Aanwezigheidscontrole (door de juf) + hw noteren (door jullie!)

2. Verdere uitleg basisstof 1 

3. MO basisstof 1

4. Test jezelf basisstof 1 + GPL invullen

5. Uitleg basisstof 2 + 3, de bouw van botten en beenverbindingen

HW voor donderdag 12 mei, 2 + 3de lesuur:

• Leer §4.2 + 4.3
• M. opd. 1 t/m 3 + 5 t/m 7 van §4.2 + opd. 1 + 5 van §4.3

Donderdag 21 april, 2 + 3de lesuur, h1c

1. Aanwezigheidscontrole (door de juf) + hw noteren (door jullie!)

2. Verdere uitleg basisstof 1 

3. MO basisstof 1

4. Test jezelf basisstof 1 + GPL invullen

5. Uitleg basisstof 2 + 3, de bouw van botten en beenverbindingen

HW voor donderdag 12 mei, 2 + 3de lesuur:

• Leer §4.2 + 4.3
• M. opd. 1 t/m 3 + 5 t/m 7 van §4.2 + opd. 1 + 5 van §4.3

GPL-tool invullen

• Ga naar https://knip.ldgo.nl/login of scan de qr-code.

• Gebruik de volgende code voor biologie: v9dvp

•  Vul je kennis in over de volgende drie leerdoelen van §4.1:

1. Je kent de delen van het lichaam (hoofd, romp, ledematen)

2. Je kunt in een afbeelding van het skelet al enkele botten benoemen

3. Je kunt de functies van het skelet noemen

Donderdag 21 april, 2 + 3de lesuur, h1c

1. Aanwezigheidscontrole (door de juf) + hw noteren (door jullie!)

2. Verdere uitleg basisstof 1 

3. MO basisstof 1

4. Test jezelf basisstof 1 + GPL invullen

5. Uitleg basisstof 2 + 3, de bouw van botten en beenverbindingen

HW voor donderdag 12 mei, 2 + 3de lesuur:

• Leer §4.2 + 4.3
• M. opd. 1 t/m 3 + 5 t/m 7 van §4.2 + opd. 1 + 5 van §4.3

Leerdoelen basisstof 2, de bouw van botten.

1. Je kunt de bouw van botweefsel en kraakbeenweefsel beschrijven. 

2. Je kunt beschrijven hoe de samenstelling van botten verandert tijdens het leven.

Botweefsel

• De cellen liggen rondom fijne kanaaltjes waar bloedvaten in zitten
• Het tussencelstof is heel stevig
• Het bestaat uit:
• Kalkzouten; geven stevigheid
• Lijmstoffen (collageen); houden het bot een beetje buigzaam
  

1. Osteon - systeem van Havers

2. Kanaaltje

3. Uitlopers en tussencelstof

4. Botcel

Kraakbeen-weefsel

• De cellen liggen in groepjes bij elkaar
• Het tussencelstof is elastisch
• Het bestaat vooral uit:
• Lijmstoffen, deze houden het bot een beetje buigzaam
  
• Zit bijv. in je oorschelpen, je neus en tussen je ribben en het borstbeen

Veranderingen in botweefsel

Fontanellen

3 controlevragen:

Welk deel bestaat uit kraakbeen?

1. 1
2. 2
3. 3
4. geen enkel deel

Waar vind je
GEEN kraakbeen in je lichaam?

1. Het oor
2. De neus
3. De onder- en bovenkaak
4. De wervelkolom

Beenweefsel is harder dan kraakbeenweefsel

1. juist
2. onjuist

Donderdag 21 april, 2 + 3de lesuur, h1c

1. Aanwezigheidscontrole (door de juf) + hw noteren (door jullie!) + hw-controle 

2. Verdere uitleg basisstof 1 

3. MO basisstof 1

4. Test jezelf basisstof 1 + GPL invullen

5. Uitleg basisstof 2, de bouw van botten+ 3de lesuur:

6. Uitleg basisstof 3,  beenverbindingen

HW voor donderdag 12 mei, 

• Leer §4.2 + 4.3
• M. opd. 1 t/m 3 + 5 t/m 7 van §4.2 + opd. 1 + 5 van §4.3

§4.3 Beenverbindingen

Beenverbindingen

vergroeiing

naadverbinding

gewrichten

 kraakbeen

Na deze uitleg kun je:

1. de vier typen beenverbindingen noemen en uitleggen.

Beenverbindingen 

Er zijn vier verschillende verbindingen:

vergroeid - naadverbinding - kraakbeenverbinding - gewricht

Vergroeid

Plek in het lichaam:

- Heiligbeen

- Staartbeen

Geen beweging mogelijk.

Naadverbinding

Je schedelbeenderen zijn verbonden met een naadverbinding. 

De naden zijn kronkelig.

Er is geen beweging mogelijk. 

Bij een baby zitten de schedelbeenderen nog niet helemaal aan elkaar gegroeid. 

Er is dan nog een beetje beweging tussen de schedelbeenderen mogelijk. 

Kraakbeenverbinding

Wanneer twee botten met kraakbeen verbonden zijn, noemen we dit een kraakbeenverbinding.

De ribben met het borstbeen en de ruggenwervels zijn hier voorbeelden van. 

Er is weinig beweging mogelijk.

Gewrichten

Gewrichten zijn plekken waar botten bij elkaar komen, waar nog veel beweging tussen zit. 

Je hebt 3 soorten gewrichten:

• kogelgewricht
• scharniergewricht
• rolgewricht

Donderdag 21 april, 2 + 3de lesuur, h1c

1. Aanwezigheidscontrole (door de juf) + hw noteren (door jullie!) + hw-controle 

2. Verdere uitleg basisstof 1 

3. MO basisstof 1

4. Test jezelf basisstof 1 + GPL invullen

5. Uitleg basisstof 2, de bouw van botten+ 3de lesuur:

6. Uitleg basisstof 3,  beenverbindingen

HW voor donderdag 12 mei, 

• Leer §4.2 + 4.3
• M. opd. 1 t/m 3 + 5 t/m 7 van §4.2 + opd. 1 + 5 van §4.3