Week 5 tag questions - Reading

1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Bram
Max
Docent
Sam-sophie
Naomi
Meriam
Jade
Olivier
Noor
Jayden
Maurits
vrij
vrij
Lize
Thijmen G
Keet
Pieter
Thijmen v.W
Akeelah
Nina
Mees
Merel
Jeroen
Evi
Sterre

Slide 2 - Tekstslide

What are we going to do today?
- Recap vocabulary (page 73)
- Grammar explanation
- Practice in workbook
-Reading (page 58-61)
- End of lesson

Portfolio presentatie: 6 oktober
Hoofdstuk 1 toets 13 oktober

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Go to page fifty-two

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Tag questions ('aangeplakte vragen')
Je gebruikt tag questions  wanneer je zoekt naar een bevestiging. Het een statement, gevolgd door een mini-vraag.
In het Nederlands kun je de tag questions vertalen naar 'toch?' of 'of wel?'

Sneeuw is wit, toch?
JIj vind mij niet leuk, of wel?

Slide 8 - Tekstslide

Auxiliary verbs: hulpwerkwoorden
Can, could, should, would, may, might, must, will, won't, do

(ook met not erachter!)

Slide 9 - Tekstslide

Tag questions ('aangeplakte vragen')
Hoe vorm je nou de tag questions?

1.  Kijk of er in de zin voor de komma een hulpwerkwoord staat.
Ja? –> herhaal het hulpwerkwoord in de tag
Nee? –> gebruik do/does/did in plaats van het werkwoord voor de komma. Let hierbij goed op de tijd waarin de zin voor de komma staat. Tegenwoordige tijd: do/does, verleden tijd: did

Slide 10 - Tekstslide

Check this out!
You can speak English, can't you?
You called him, didn't you?

He wasn't late, was he?
They don't sing well, do they?

Slide 11 - Tekstslide

Tag questions ('aangeplakte vragen')
Positieve hoofdzin? Negatieve tag questions
You can speak English, can't you?
                                       -

Negatieve hoofdzin? Positieve tag questions
He wasn't late, was he?
-                           +

Slide 12 - Tekstslide

You are his brother, .....?
A
are you
B
aren't you
C
do you
D
don't you

Slide 13 - Quizvraag

I'm charming,................................
A
amn't I?
B
aren't I?

Slide 14 - Quizvraag

They will always be happy,......................
A
aren't they?
B
won't they?

Slide 15 - Quizvraag

Make a tag question:

I can never do it right, ...?

Slide 16 - Open vraag

Make a tag question:

Men don't have babies, ... ?

Slide 17 - Open vraag

Make a tag question:

It's a beautiful view, ... ?

Slide 18 - Open vraag

Make a tag question:

Snow is black, ... ?

Slide 19 - Open vraag

Slide 20 - Tekstslide

To do:

Grammar and reading
page 58-61: all exercises
page 52 and 53 ex. 28, 29, 30

 

Extra practice:

-Hand out (ask for one)
Theme words; slim stampen
Extra opdrachten (Stepping stones)
timer
30:00
Take 8-10 minutes to read the text in page 59 (silently)

Slide 21 - Tekstslide

Homework for today
-Work on your portfolio task


Remember: group presentation is on the 6th of October

Slide 22 - Tekstslide

Tag questions bingo
Listen carefully, find the tag questions

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Bram
Max
Docent
Sam-sophie
Naomi
Meriam
Jade
Olivier
Noor
Jayden
Maurits
vrij
vrij
Lize
Thijmen G
Keet
Pieter
Thijmen v.W
Akeelah
Nina
Mees
Merel
Jeroen
Evi
Sterre

Slide 26 - Tekstslide

Programme
Task (Teams)
Recap vocab and grammar
Explanation: gerund / to+infinitive
Practice
Check homework

Slide 27 - Tekstslide

Task
Go to Teams
Click on ''opdrachten''

Slide 28 - Tekstslide

Recap
Vocabulary and grammar

Slide 29 - Tekstslide

De present continuous geeft aan dat iets vaak, altijd of nooit gebeurd.
A
waar
B
niet waar

Slide 30 - Quizvraag

Look, mom is watering the garden.
Deze zin staat in de;
A
present simple
B
present continuous

Slide 31 - Quizvraag

I feel ......when I have acne on my face.
A
ability
B
willing
C
sel-conscious
D
otherwise

Slide 32 - Quizvraag

The bag is to expensive, I will.............so they will lower the price.
A
bargain
B
reason
C
fluently
D
contagious

Slide 33 - Quizvraag

Your mother is a nurse,
A
aren't she?
B
isn't she?
C
is she?
D
are she?

Slide 34 - Quizvraag

You weren't late,
A
are you?
B
weren't you?
C
were you?
D
aren't you?

Slide 35 - Quizvraag

Grammar page 67
The gerund / to + infinitive

Listen to the explanation

Slide 36 - Tekstslide

I like............Netflix
A
watching
B
watch

Slide 37 - Quizvraag

My mom loves........in the morning.
A
to sing
B
to singing

Slide 38 - Quizvraag

Practice
page 67 ex.51a and b

Done? start working on your task

Slide 39 - Tekstslide

Done?
Sit in your groups and work on your task
Individual and then group task

Slide 40 - Tekstslide