20240321 Les 1 - De keten en voedselveiligheid

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
Keten en kwaliteitMBOStudiejaar 2,3

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning
Week 1 - 21 maart - Geen les
Week 2 - 28 maart - De keten en voedselveiligheid
Week 3 - 4 april - Kwaliteit
Week 4 - 11 april - Veilig en duurzaam, MVO
Week 5 - 18 april - Productie zuivelproduct in technologiehal
Week 6 - 25 april - Productie en proeverij (eindbeoordeling)
Week 7 - 4 mei - Meivakantie
week 8 - 9 mei - Hemelvaart
Week 9 - 16 mei - Oostenrijk

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag
  1. Introductie Keten en Kwaliteit
  2. Nader kennismaken
  3. Uitleg opdracht
  4. Opdrachten maken t/m blz. 7
  5. Gezamenlijk bespreken 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag
  1. Introductie Keten en Kwaliteit
    Uitleg opdracht
  2. Uitleg planning LOB en coaching
  3. Opdrachten maken Keten en
    kwaliteit/m blz. 7
  4. Opdrachten maken LOB 
  5. Checklist afgerond? Lekker weekend!

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Studiewijzer Keten en Kwaliteit

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitleg opdracht: Mindmap erfbetreders
  1. Welke bedrijven/personen komen er
    beroepsmatig op het erf? 
  2. Welke producten of diensten?
  3. Komen ze als: Leverancier, afnemer,
    dienstverlener, adviseur, overheids-
    vertegenwoordiger?

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitleg opdracht: Productiekolom of Bedrijfskolom

Slide 8 - Tekstslide

Bedrijfskolom is van grondstof tot eindgebruiker: Als het eindproduct af is, betekent het niet automatisch dat het bij de consument ligt. Er kunnen ook nog bedrijven betrokken zijn bij de verkoop, zoals een groothandel of detailhandelaar zoals de supermarkt. Als je deze bedrijven toevoegt aan het schema, heb je een bedrijfskolom.
Productiekolom is van grondstof tot eindproduct: Productiekolom
In een productiekolom worden de schakels beschreven van grondstof tot product. Hierin staan de typen bedrijven onder elkaar die er voor zorgen dat het eindproduct gemaakt kan worden: je ziet de verschillende schakels.

• productiekolom melk,
• productiekolom kalfsvlees,
• bedrijfskolom melk,
• bedrijfskolom kalfsvlees.


Uitleg opdracht: De zuivelsector

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitleg opdracht: Korte keten

Slide 10 - Tekstslide

‘een toeleveringsketen waarbij een beperkt aantal marktdeelnemers betrokken is, die zich inzetten voor samenwerking, lokale economische ontwikkeling en nauwe geografische en sociale relaties tussen producenten, verwerkers en consumenten’. Met andere woorden: een voedselketen waarin je tussen producent en consument zo min mogelijk partijen zoals verwerkers, handelshuizen en tussenhandelaren aantreft.

In Nederland zijn we kampioen in het maken van goed voedsel. Toch halen we veel van ons eten uit het buitenland. Ook gaat voedsel vaak langs tal van partijen voor het op je bord belandt. Iedereen verdient er goed aan, behalve de voedselmakers zelf. En de prijs voor schade aan bijvoorbeeld het milieu? Die betaalt de belastingbetaler. Dat kan anders. Gelukkig zien we de laatste jaren steeds meer korte keten initiatieven. Wat zijn dat precies, wat zijn de voordelen van korte ketens en hoe koop je via een aanbesteding meer voedsel van dichtbij in? Dat leggen we je uit!
In een korte keten zijn er geen of zo min mogelijk schakels tussen wie het voedsel maakt en wie het opeet. Voedsel gaat bijvoorbeeld rechtstreeks van de boer naar de consument, via een webshop, boerderijwinkel of kraam langs de weg. Voor veel bedrijven, zoals overheden, bedrijven en zorgorganisaties, is het gemakkelijker om via één kanaal producten uit de regio kunnen bestellen. Zij kiezen vaak voor een korte keten-leverancier, die het aanbod van verschillende voedselmakers in de regio samenbrengt en de distributie verzorgt.
Uitleg LOB en coaching
  • Maak een keuze uit drie LOB-opdrachten
  • Deze maak je zelfstandig of in tweetallen in deze les
  • Zet ze in je portfolio
  • We bespreken ze tijdens een coachingsgesprek, zie planning 
  • Inclusief kort gespreksverslag 4 LOB-opdrachten erbij :)

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Coachingsplanning
4 april - Klaudia, Anne, Niek, Lucas
11 april - Lars, Ruben, Boet, Stijn
18 april - Mart, Rick, Gwen, Gerjan
25 april - Sven, Mike, Luuk

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ff rondje nader kennismaken

Slide 14 - Tekstslide

IJsbreker 11 – Ga over de streep / links of rechts van de kamer als…
Maak twee gebieden waar mensen naartoe kunnen lopen. Spreek vervolgens vragen en stellingen uit die beantwoord kunnen worden door naar een van deze gebieden te lopen (of over de streep te stappen). Ja = Oversteken, Nee = Blijven staan!

De vragenlijst met 100 ja-neevragen
  1. Ben je bang in het donker?
  2. Ben je blij met je naam?
  3. Ben je een avondmens?
  4. Ben je een optimist?
  5. Ben je egoïstisch?
  6. Ben je flexibel?
  7. Ben je gelukkig?
  8. Ben je geworden wat je wilde worden als kind?
  9. Ben je impulsief wat betreft je beslissingen?
  10. Ben je nieuwsgierig van aard?
  11. Ben je ooit naar de eerste hulp geweest?
  12. Ben je trots op jezelf?
  13. Ben je verslaafd aan je smartphone?
  14. Ben je voor de doodstraf?
  15. Ben je wel eens op een blind date geweest?
  16. Ben je weleens onbedoeld verliefd geworden?
  17. Bestaat eeuwige liefde?
  18. Voorbeeldvraag: bestaat eeuwige liefde?
  19. Bewaar je goede herinneringen aan je eerste kus?
  20. Denk je dat er op een dag buitenaardse wezens landen?
  21. Denk jij dat mensen van nature goedaardig ijn?
  22. Geloof je dat er buitenaardse wezen bestaan?
  23. Geloof je in god?
  24. Geloof je in leven na de dood?
  25. Geloof je in liefde op het eerste gezicht?
  26. Geloof je in toeval?
  27. Had je vroeger een favoriete leraar?
  28. Heb je afgelopen week iets nieuws geleerd?
  29. Heb je bepaalde karaktereigenschappen van je ouders overgenomen?
  30. Heb je deze week nog een complimentje gegeven?
  31. Heb je een droomhuis?
  32. Heb je een favoriete maaltijd?
  33. Heb je een favoriete tv-programma?
  34. Heb je een heimlijk genoegen?
  35. Heb je een persoonlijke held?
  36. Heb je een rare eigenschap?
  37. Heb je een stopwoord?
  38. Heb je een tatoeage?
  39. Heb je een zwakte?
  40. Heb je jezelf opgezocht in Google?
  41. Heb je liever een jaar geen tv of een jaar geen snacks?
  42. Heb je liever je grootste vraag beantwoord of je grootste wens vervuld?
  43. Heb je ooit bewust eens de vriendschap met iemand beëindigd?
  44. Heb je ooit iets gedaan waarmee je in de problemen kwam?
  45. Heb je vaak dagdromen?
  46. Heb je wel eens een leugentje om bestwil verteld?
  47. Heb je wel eens een slechte recensie geschreven?
  48. Heb je wel eens gehuild van geluk?
  49. Heb je wel eens geschaamd?
  50. Heb je wel eens iemand geslagen?
  51. Huil je makkelijk in het bijzijn van anderen?
  52. Is er een emoji die op je lijkt?
  53. Is er een situatie denkbaar waarbij abortus toegestaan zou moeten zijn?
  54. Is er iemand naar wiens advies je altijd luistert?
  55. Is er iets dat je zo belangrijk vindt, dat je er je leven voor zou riskeren?
  56. Is het gras altijd groener aan de overkant?
  57. Is vriendschap genoeg reden om getrouwd te blijven?
  58. Is wereldvrede mogelijk?
  59. Kies je je vrienden uit?
  60. Kijk je veel naar mensen van het andere geslacht?
  61. Kijk je wel eens naar de natuur?
  62. Koop je vaak cadeautje of bloemen voor iemand anders?
  63. Kun je een beetje dansen?
  64. Kun je goed gekke bekken trekken?
  65. Kun je goed koken?
  66. Kun je goed tegen verveling?
  67. Kun je tegen alleen zijn?
  68. Lees je wel eens een boek?
  69. Maakt het voor je uit wat anderen van de vinden?
  70. Mediteer je wel eens?
  71. Moet het dragen van boerka's toegestaan zijn?
  72. Moet zwarte piet verboden worden?
  73. Neem je vaak het initiatief?
  74. Slaap je goed?
  75. Speel je online games?
  76. Sta je open voor verandering?
  77. Vier je graag je verjaardag?
  78. Vind je dat mensen een tweede kans verdienen?
  79. Vind je het leuk om voor anderen voor te lezen?
  80. Vind je privacy belangrijk?
  81. Voel jij je jonger dan je daadwerkelijk bent?
  82. volg je het nieuws?
  83. Was je als kind gelukkig?
  84. Was je goed op school?
  85. Wil je altijd winnen?
  86. Wil je door anderen leuk of aardig gevonden worden?
  87. Word je makkelijk verliefd op iemand anders?
  88. Word je snel boos?
  89. Zijn er bedrijven of merken die je boycot?
  90. Zijn er dingen waartegen je praat?
  91. Zijn er zaken die mensen niet van je weten?
  92. Zing je soms onder de douche?
  93. Zou je gelukkig kunnen zijn zonder geld?
  94. Zou je graag beroemd willen zijn?
  95. Zou je iets uit het verleden willen goedmaken?
  96. Zou je in een ander land willen wonen?
  97. Zou je onzichtbaar willen kunnen worden?
  98. Zou je tien jaar korter willen leven in ruil om rijk te zijn?
  99. Zou je via euthanasie de dood tegemoet willen treden?
  100. Zou je voor één dag van het andere geslacht willen zijn?
  101. Zullen mensen jou na je dood herinneren? 
Opdrachten maken t/m blz. 7

timer
30:00

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gezamenlijk bespreken

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fijne paasdagen

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies