Politiek les 5 (voorbereiding toets)

Politiek les 5 
Thema 4 herhalen
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapVoortgezet speciaal onderwijs

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Politiek les 5 
Thema 4 herhalen

Slide 1 - Tekstslide

Doel van de les
Aan het eind van de les heb je de hoofdstukken van Thema 4 herhaalt en ben je klaar voor de toets! 

Slide 2 - Tekstslide

Keuzes maken om problemen in een land op te lossen noem je:
A
Democratie
B
Politiek

Slide 3 - Quizvraag

Wat is inspraak?
A
Beslissingen nemen in de politiek.
B
Het oplossen van problemen in een land.
C
Mee mogen praten over politieke keuzes.

Slide 4 - Quizvraag

Wat is een democratie?

Een land waar …
A
Alleen rijke mensen politieke keuzes maken.
B
iedereen inspraak heeft.
C
je je mening niet mag geven.

Slide 5 - Quizvraag

Waarom kies je in Nederland mensen die namens jou beslissingen nemen in de politiek?
A
Omdat het niet mogelijk is om iedereen bij elke keuze om zijn mening te vragen
B
Omdat niet iedereen het interessant vindt om zelf politieke keuzes te maken.
C
Omdat niet iedereen slim genoeg is om een mening te hebben over politieke keuzes.

Slide 6 - Quizvraag

is Denemarken een democratie?
A
Ja
B
Nee

Slide 7 - Quizvraag

Wie mogen er stemmen tijdens de verkiezingen?

Alleen mensen die …
A
18 jaar of ouder zijn
B
op school zitten
C
werk hebben

Slide 8 - Quizvraag

Wat is een politieke partij?

Een groep mensen die …
A
Mag stemmen als er verkiezingen in een land zijn.
B
Plannen maakt voor het oplossen van problemen in een land.

Slide 9 - Quizvraag

Welke organisaties zijn voorbeelden van politieke partijen?
Er zijn twee antwoorden goed!
A
De Belastingdienst
B
de NS
C
de SP
D
de VVD

Slide 10 - Quizvraag

Politieke partijen hebben vaak ..........
ideeën over oplossingen voor problemen in de samenleving.
A
Andere
B
Dezelfde

Slide 11 - Quizvraag

Wat gebeurt er tijdens een verkiezingscampagne?

Politieke partijen …
A
Leggen dan hun p0lannen uit
B
Lossen dan problemen op
C
Stemmen dan over nieuwe plannen

Slide 12 - Quizvraag

Hoeveel mensen zitten er in de Tweede Kamer?
A
50
B
75
C
150

Slide 13 - Quizvraag

De
beslist namens alle Nederlanders welke plannen worden uitgevoerd.
A
de regering
B
de Tweede Kamer

Slide 14 - Quizvraag

Wat is een taak van de regering?
A
Controleren of de ministers hun werk goed doen
B
Plannen maken om problemen op te lossen
C
Stemmen over de plannen van de koning

Slide 15 - Quizvraag

Mag de koning in de regering belangrijke beslissingen nemen?
A
Ja
B
Nee

Slide 16 - Quizvraag

Waar hoort Tamara van Ark bij?
A
de regering
B
de Tweede Kamer

Slide 17 - Quizvraag

Wat is actievoeren?
A
Beslissingen nemen namens alle Nederlanders.
B
Iets doen om een doel proberen te bereiken.
C
Stemmen tijdens de verkiezingen.

Slide 18 - Quizvraag

Maken uit het boek
Bladzijde 126 t/m 129

Volgende week toets! 

Opdrachten af? -> Rustig iets voor jezelf doen! 

Slide 19 - Tekstslide