Oefenles toets politiek
1 / 26
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat is politiek?
A
het maken van keuzes om problemen in een land op te lossen.
B
Alle politici en ambtenaren bij elkaar
C
Democratie
D
Het recht om te mogen stemmen
Slide 2 - Quizvraag
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Wat betekent het woord DEMOCRATIE?
Slide 5 - Open vraag
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Waar stem je op?
A
een politieke partij
B
een persoon van een politieke partij
C
een minister-president
D
een koning/koningin
Slide 9 - Quizvraag
Slide 10 - Tekstslide
Wat is een politieke partij?
A
Een groep mensen die overal op tegen is.
B
Een groep mensen die de baas willen zijn over ons land
C
Een groep mensen die plannen maakt voor het oplossen van een probleem in een land
D
Een groep mensen die graag belangrijk willen zijn.
Slide 11 - Quizvraag
Slide 12 - Tekstslide
Wat is een verkiezingscampagne?
A
standpunten van politieke partijen
B
Cadeau voor de politieke partijen
C
verkiezingsprogramma
D
De periode voor de verkiezingen waarin politieke partijen hun plannen uitleggen.
Slide 13 - Quizvraag
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Hoeveel leden heeft de tweede kamer?
A
75
B
150
C
200
Slide 16 - Quizvraag
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
A
Eerste kamer
B
Tweede kamer
C
Regering
Slide 20 - Quizvraag
De regering is:
A
Eerste en Tweede Kamer
B
Koning + Ministers
Slide 21 - Quizvraag
A
de koning
B
de ministers
C
de regering
D
de Tweede Kamer
Slide 22 - Quizvraag
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Stap 5
Er is een probleem
Er wordt een nieuw plan/idee bedacht om het probleem op te lossen door de minister
De 2e kamer bespreek het plan van de minister
De 2e kamer stemt over het plan van de minister
De ministers en ambtenaren voeren het plan uit.
Slide 23 - Sleepvraag
Iets organiseren om een doel te bereiken, is...
A
Stemmen
B
Actie voeren
C
Snappen
D
Regeren
