4 havo 11 mai
Hij dronk
A
il buvait
B
il boivait
C
il boit
D
il baivut
1 / 12
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Hij dronk
A
il buvait
B
il boivait
C
il boit
D
il baivut
Slide 1 - Quizvraag
Wat is de imparfait?
A
il a connu
B
il connaît
C
il connaissait
D
il connaîtra
Slide 2 - Quizvraag
Wat is de futur?
A
tu finiras
B
tu finis
C
tu finissait
D
tu as fini
Slide 3 - Quizvraag
Elle est en quatrième
A
Ze zit in de eerste
B
Ze zit in de derde
C
Ze zit in de tweede
D
Ze zit in de vierde
Slide 4 - Quizvraag
862
A
huit mille soixante-deux
B
huit cent soixante -deux
C
huit cent soixante-douze
D
huit cent cinquante-douze
Slide 5 - Quizvraag
Elle ne travaille plus
A
Ze werkt niet meer
B
Ze werkt niet
C
Ze werkt nooit
D
Ze werkt over
Slide 6 - Quizvraag
Gaulois
roi
guide
écolo
ado
internaute
sans abri
Slide 7 - Sleepvraag
Marc est le fils de mes grand-parents
Il est mon...
Il est mon...
A
cousin
B
frère
C
beau-frère
D
père
Slide 8 - Quizvraag
sans toi
A
met jou
B
voor jou
C
zonder jou
D
door jou
Slide 9 - Quizvraag
huit cent soixante quinze
A
865
B
875
C
895
D
8075
Slide 10 - Quizvraag
D'abord, (............), finalement
A
alors
B
avant
C
après
D
demain
Slide 11 - Quizvraag
. Au voleur!
A
Op naar het vliegvlieg!
B
Houd de dief!
C
Houd me tegen!
D
Voor je bestwil!
