Boeken kiezen werkvorm

• Nederlands
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 1

Lezen: onderwerp

Je maakt kennis met verschillende soorten boeken

Je praat met anderen over waarom een boek je wel/niet leuk lijkt

Je maakt een keuze voor een te lezen boek

Boek kiezen: de eisen

Nederlands

Uitleg werkvorm

Hebben we alle doelen behaald?

Ga de komende dagen aan het werk om je boek in bezit te krijgen!

Woord van de week

Wie?

Tonton

aanstonds 

= binnen zeer korte tijd

Ik heb aanstonds tijd om u te woord te staan.

Wat is het leukste boek dat je ooit gelezen hebt?

1. Schrijf dit voor jezelf op (ergens in je schrift)

2. Op mijn teken bespreekt je dit met de buurman links van je

Wat is het verschil?

Schrijf voor jezelf een uitleg op.

Fictie is....

• Verhaal dat door de schrijver is verzonnen.
• Kan net echt lijken (realistische fictie).
• De schrijver wil je vermaken

Non-fictie is....

• Teksten die je willen informeren.
• Alles is echt gebeurd.
• Je kunt de informatie controleren.

Het Jeugdjournaal hoort bij...

1. fictie
2. non-fictie

Een sprookje hoort bij...

1. fictie
2. non-fictie

Waar let jij op als je een boek uitzoekt?

1. titel
2. achterkant van het boek
3. schrijver
4. eerste bladzijde lezen

Wat wordt bedoeld met een genresticker op een boek?

1. Geeft aan wat soort boek het is.
2. Geeft aan wie de schrijver is.
3. Geeft aan wat de titel is.
4. Geeft aan waar het boek in de kast staat.

Boek kiezen: de eisen

- een C-boek (D mag evt. ook)

- een schrijver waarvan je nog nooit iets hebt gelezen

- een niet eerder gelezen boek

- mag een luisterboek zijn! 

- mag een graphic novel zijn (je gaat vandaag leren wat dat is!)

Wat doen we vandaag?

We maken kennis met verschillende boeken

In groepjes

Je gaat steeds kleine stukjes lezen uit verschillende boeken en een mening vormen over een boek.

Doel

- Je maakt kennis met verschillende soorten boeken.

- Je praat met anderen over waarom een 

boek je wel/niet leuk lijkt.

Klas verdelen in 2 groepen

Per groepje krijg je een stapel boeken.

Als de tijd start, pak je een boek van de stapel en krijg je 2minuten om een stukje te lezen en te bedenken of je het boek zou willen lezen en bedenken waarom wel/niet.

In die 2 minuten:

- bekijk je de voorkant

- je leest de achterkant

- je baldert door het boek

- je leest kleine stukjes

- je bedenkt waarom je het boek wel/niet zou willen lezen 

en waarom

- daarna wissel je van boek

Na het bekijken van alle boeken

- wissel je in je groepje uit welk boek je favoriet is en waarom

- bewaar de leukste boeken (opschrijven/foto maken)

- eventueel doen we dit alles nog een keer

Eind van de les

- als je een boek wilt lezen, geef je de keuze door aan de docent

- je zorgt dat je het boek zo snel mogelijk in bezit krijgt (lenen, kopen, uit de boekenkast lenen)

Hoe vonden jullie deze werkvorm?

Evaluatie

Hebben we alle doelen behaald?

Wat ging goed en wat kan er beter?

Wat heb je nog nodig om een leesboek te kiezen?