Hoofdstuk 3 paragraaf 2 fasen van water deel 1

1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
Middelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdstuk 3 paragraaf 2 fasen van water

Slide 2 - Tekstslide

Na deze les weet je:
Vloeibaar, vast en gas
Smelten en stollen
Verdampen en condenseren

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Water is een vloeistof. Maar water kan ook vast zijn. Dan noem je het ijs. Water kan ook verdampen. Dan wordt het een gas.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Smelten en stollen
Een stof kan veranderen van de ene fase in de andere fase. Je begint met water van 0 °C. Ga je dit water afkoelen, dan wordt het ijs. Als een stof verandert van vloeibaar naar vast, noem je dat stollen . Bij water noem je stollen ook wel bevriezen.
Als je ijs van 0 °C verwarmt, dan wordt het weer water. Het ijs smelt. Veranderen van vast naar vloeibaar noem je smelten 

Slide 9 - Tekstslide

TekstVerdampen en condenseren
Als je een natte handdoek op de radiator van de verwarming legt, dan verdampt het water. Het water wordt waterdamp en gaat uit de handdoek. De handdoek wordt droog. Dit veranderen van vloeibaar naar gas noem je verdampen. Waterdamp is een gas. Waterdamp kun je niet zien.
Water verdampt bij elke temperatuur. Maar als het warmer is, verdampt water sneller. Daarom leg je natte spullen op de verwarming om ze sneller te drogen.
Als je water kookt, ontstaat er ook waterdamp. De damp van kokend water noem je stoom. Waterdamp en stoom kun je niet zien. Maar stoom die afkoelt in de lucht, verandert in heel kleine druppeltjes. Die druppeltjes kun je wel zien . Je ziet dan een wolkje.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide