In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
bio-pro1-les7-waarom gezond?
Slide 1 - Tekstslide
Gezond eten & drinken, waarom?
Slide 2 - Tekstslide
Wat weet jij van de vertering?
Slide 3 - Woordweb
Zet de organen van het verteringsstelsel in de juiste volgorde.
Dunne darm
Slokdarm
Endeldarm
Dikke darm
Twaalfvingerige darm
Maag
Slide 4 - Sleepvraag
Vertering
Je lichaam heeft voedingsstoffen nodig om te kunnen functioneren. Voordat je cellen de voedingsstoffen kunnen opnemen, moet je voedsel worden verteerd. Daarvoor zorgt het verteringsstelsel.
Slide 5 - Tekstslide
Het verteringsstelsel:
Eén lang kanaal van mond tot anus:
Het darmkanaal
Slide 6 - Tekstslide
Kauwen: mechanische vertering
Snij- en hoektanden: het afbijten van stukken voedsel
Kiezen: het vermalen van voedsel
Slide 7 - Tekstslide
Mechanische vertering: het vergroten van het oppervlakte door het verkleinen van voedseldelen
het vergroten van het oppervlakte door het verkleinen van voedseldelen
Slide 8 - Tekstslide
Kauwen wordt ook wel mechanische vertering genoemd
A
WAAR
B
NIET WAAR
Slide 9 - Quizvraag
Chemische vertering
Verteringssappen, gemaakt door verteringsklieren:
• speekselklieren
• maagsapklieren
• lever
• alvleesklier
• darmsapklieren
Slide 10 - Tekstslide
Veel verteringssappen bevatten enzymen, stoffen die chemische reacties versnellen
Slide 11 - Tekstslide
Wat doen enzymen?
A
Enzymen verbranden voedingsstoffen
B
Enzymen versnellen het afbreken van voedingsstoffen
C
Enzymen bevatten verteringssappen
D
Enzymen nemen voedingstoffen op in het bloed
Slide 12 - Quizvraag
Slikken en slokdarm
Slikken; met je tong het voedsel verplaatsen van mondholte naar keelholte, het voedsel wordt in je slokdarm geduwd.
Slide 13 - Tekstslide
Darmperistaltiek:
beweging van het darmkanaal door afwisselend aan- en ontspannen van kringspieren en lengtespieren
Voedsel verplaatsen door het darmkanaal
Voedsel vermengen met verteringssappen
Slide 14 - Tekstslide
Maag
Darmperistaltiek verplaatst voedsel naar je maag.
Maagsap bestaat uit water, zoutzuur en een enzym dat eiwitten verteerd.
Slide 15 - Tekstslide
In de twaalfvingerige darm komen verteringssappen uit de lever en de alvleesklier bij het voedsel.
Slide 16 - Tekstslide
De lever produceert gal, die tijdelijk wordt opgeslagen in de galblaas. Via de galbuis wordt de gal naar de twaalfvingerige darm gevoerd
Slide 17 - Tekstslide
In alvleessap van de alvleesklier zitten verschillende enzymen die zorgen voor de vertering van eiwitten, koolhydraten en vetten.
Slide 18 - Tekstslide
Dunne darm
Door groot oppervlakte snelle opname van water met verteringsproducten en voedingstoffen naar het bloed.
Slide 19 - Tekstslide
Dikke darm:
het verwijderen van overtollige water uit de onverteerde voedselresten.
In de dikke darm zitten bacteriën die onverteerde voedselresten, zoals cellulose uit planten, verteren.
Slide 20 - Tekstslide
Door de darmperistaltiek gaan de ingedikte, onverteerde voedselresten naar de endeldarm. Daar worden ze tijdelijk opgeslagen. Het darmkanaal wordt afgesloten door een kringspier: de anus.
Slide 21 - Tekstslide
Van tijd tot tijd ontspant de anus zich en wordt de endeldarm geleegd. Dat noem je ontlasting (poepen).
Slide 22 - Tekstslide
Wat is de juiste volgorde van de volgende organen?