03-09-2024 - les 1 Spaans - HV1

• Spaans
• MBO
• Studiejaar 1

Les 1 - periode 1 - dinsdag 3 september 2024

Hoe ziet deze 1e les eruit?

• We maken kennis met elkaar
• Jullie krijgen uitleg over de lesmethode en schoolregels
• We doen een quiz: Wat weet je al van Spaans?
• Een korte break...

Hoe gaan we werken?

• We gebruiken de methode Paso Adelante
• Iedere les heb je je tekstboek, je werkboek, een aantekenschrift en je etui bij je!
• We behandelen in een jaar 4 hoofdstukken
• Bij ieder hoofdstuk horen 1 toetsmoment
• Iedere les krijg je huiswerk  (Magister)

Hoe gaan we met elkaar om?

• We luisteren naar elkaar
• We zijn respectvol naar elkaar
• We zijn stil tijdens de uitleg 
• We hebben ons materiaal altijd bij ons (tb - wb - schrift - etui - laptop - Plenda)
• Tijdens de les geen mobiel, geen jas, geen oortjes, geen capuchon of pet
• We gaan in principe niet naar de wc tijdens de les
• We gaan er een mooi halfjaar van maken :-)

Wie ben ik?

Wie zijn jullie?

Schrijf je naam op het halve A4-tje en zet dit voor je neer op je tafel

BINGO

Wat weten jullie al van Spaans?

• We doen zo meteen samen een quiz
• Je hebt je schrift en een pen nodig :-), dus pak die erbij 
• Schrijf jouw antwoord op in je schrift
• Wie weet er het meeste van Spaans? 

Ben je weleens in Spanje geweest? Waar?

De hoeveelste wereldtaal is Spaans?

1. 1e
2. 2e
3. 4e
4. 8e

Hoeveel mensen ter wereld spreken er ongeveer Spaans?

1. 300 miljoen
2. 400 miljoen
3. 550 miljoen
4. 700 miljoen

In hoeveel landen is het Spaans een officiële taal?

1. 5
2. 9
3. 17
4. 21

Welke vlag hoort bij welk land?

Argentina

México

Colombia

Venezuela

Chile

Koningin Maxima komt
oorspronkelijk uit Zuid-Amerika:
uit welk land komt Maxima?

1. Ecuador
2. Argentinië
3. Mexico
4. Spanje

Wat is het grootste land in Zuid-Amerika waar ze géén Spaans spreken?

1. Brazilië
2. Argentinië
3. Colombia
4. Mexico

In de film COCO (van Disney)
wordt de feestdag
"el dia de los muertos" gevierd,

in welk land is dit een officiële feestdag?

1. Spanje
2. Perú
3. México
4. Chili

¡Combina las palabras! Er blijven 2 woorden over...

¡Hola!

¿Qué tal?

¡Gracias!

¡Adiós!

¡Bienvenidos!

Welkom!

Tot ziens!

Hallo!

Ik heb honger!

Hoe gaat het?

Bedankt!

Kom binnen!

Wat is de hoofdstad van Spanje?

1. Barcelona
2. Madrid
3. Parijs
4. Rome

Wat zijn de kleuren van de Spaanse vlag?

1. blauw, wit, rood
2. geel en groen
3. rood, geel, rood
4. rood en wit

Welk gebouw is dit?

1. Eiffeltoren
2. Chineese muur
3. La Sagrada Familia
4. Dom

Welk merk komt NIET uit Spanje?

1. Chanel
2. Zara
3. Mango
4. Bershka

Wat is een bekend Spaans automerk?

Welk gerecht is typisch Spaans?

1. braadworst
2. paella
3. pizza
4. quiche

Hoe heet deze zoete lekkernij?

1. Tortilla de patatas
2. Churros
3. Dulce de leche
4. Patatas bravas

Het Spaanse woord 'café' betekent 'café' in het Nederlands. Maar wat betekent het nog meer?

Hoe heet deze zanger die zowel Spaans als Nederlands spreekt?

1. Álvaro Soler
2. Lionel Messi
3. Enrique Iglesias
4. Rolf Sanchez

Welke eilandengroep hoort bij Spanje?

1. Antillen
2. Canarische eilanden
3. Malediven
4. Galápagos

Hoe heet deze beroemde Catalaanse kunstenaar ( die ook het Chupa chups- logo ontwierp)?

1. Picasso
2. Dalí
3. Velázquez
4. El Greco

Hoe heet het gebergte op de grens van Frankrijk en Spanje?

1. Alpen
2. Pyreneeën
3. Sierra Nevada
4. Mount Everest

Hoeveel vragen had je goed?

Hoe werken de boeken?

Je hebt een libro de texto (in kleur) met zes hoofdstukken:

- verdeeld in vier vaardigheden (spreken, luisteren, schrijven en lezen) + grammatica & handige zinnetjes om te leren

Je hebt een libro de ejercicios A (in blauw-wit) met drie hoofdstukken:

- daarin staan de huiswerkopdrachten

- daaruit leer je woordjes!

Je maakt het huiswerk in je aantekenschrift!

Blz. 5 en 7 (libro de ejercicios) + schrift

1a. Schrijf een aantal Spaanse woorden op in je schrift die je al kent of denkt te kennen 

4a. Kijk naar de Spaanse woorden in je werkboek

•           luister naar de uitspraak
• zeg het Spaanse woord na 

Blz. 7 (libro de ejercicios)

4b. Luister goed naar de woorden die ik zeg              

  

•     Nu jullie :-)
• vaca - cinco - me llamo - hablar - camping - inglés - yo soy - vamos - piscina - chico - padres - canción - holandés   

leche - ¡hola! - hermano - playa - número - amiga - regalo - España - tortilla - gente - uvas - 

El alfabeto español

Fuente A (TB, blz. 11)

• We lezen samen het gesprekje tussen Rico en Bart
• Ik lees het eerst helemaal voor                        
• Wat valt jullie op aan de uitspraak?
• Wat vind je raar (klinken)?
• Herken je misschien een woord of zinnetje?
• We lezen het gesprekje nog een keer

Woordjes bron A+B: WB blz. 26

¡hola!	hallo!
¿Y tú?	En jij?
bien	goed
no	nee
sí	ja
la piscina	het zwembad
el camping	de camping

me llamo	ik heet
hablas	je spreekt
vamos	we gaan
vas	je gaat
voy	ik ga
es	het/hij/zij is
inglés	Engels

Tarea (=huiswerk) di 10 sept

• We noteren het huiswerk nu samen in                        :     
• 
  
• Leer (L) de Spaanse uitspraakregels (WB, blz. 7)
• Leer (L) de woordjes SP-NL 1.1 (WB, bron A en B, blz. 27)
• Leer (L) de eerste 8 woordjes NL-SP 1.4 (WB, blz. 27/28)