Vamos al istituto C

• Spaans
• MBO
• Studiejaar 1

Les 2 - H2 - dinsdag 3 september 2024

¿Qué hacemos hoy? (Wat doen we vandaag?)

• Ik leer hoe ik het werkwoord 'ir' (gaan) moet vervoegen
• Ik maak oefenopdrachten met de verschillende  werkwoordsvormen van 'ir' 
• Ik oefen nieuwe woordenschat die te maken heeft met naar school gaan

Hoe gaan we met elkaar om?

• We luisteren naar elkaar
• We zijn respectvol naar elkaar
• We zijn stil tijdens de uitleg 
• We hebben ons materiaal altijd bij ons (tb - wb - schrift - etui - laptop)
• Tijdens de les geen mobiel, geen jas, geen oortjes, geen capuchon of pet
• We gaan in principe niet naar de wc tijdens de les
• We gaan er een mooi jaar van maken :-)

Capítulo 4: ¡Vamos al instituto!

• Navarra ligt dus in het noorden van Spanje, vlak onder de Pyreneeën 

Naar school...

voy

vamos

Werkwoord  ir (=gaan)

ik ga	voy
jij gaat	vas
hij/zij gaat	va
wij gaan	vamos
jullie gaan	vais
zij gaan	van

IR=Gaan             IR A=Gaan naar/going to

yo	voy a
tú	vas a
el/ella/usted	va a
nosotros	vamos a
vosotros	váis a
ellos/ellas/ustedes	van a

                Ir = gaan                         Ir + a = gaan naar

Leren met een dobbelsteen :-)

1	ik
2	jij
3	hij/zij/u
4	wij
5	jullie
6	zij (mv)

WB blz. 13b - 13c  + schrift

• 13b: Luister goed en onderstreep de juiste vorm van 'ir'
• 
  
• 13c: Maak juiste combinaties van de zinsdelen in je schrift

Respuestas 13c WB - blz. 13

1. Mis amigos y yo vamos al cine (=bioscoop)

2. Flor y tú vais a clase de matemáticas (=wiskundeles)

3. Yo voy al comedor (eetkamer)

4. Esteban va a la escuela

5. Mi abuela y mi padre van al centro comercial (=winkelcentrum

6. Tú vas a casa de tu amiga

7. Usted (=u) va a los servicios (=wc)

Nieuwe woorden flitsen

el alumno	el profesor	la clase	la escuela	el curso
la alumna	la profesora	la historia	el inglés	la nota

Hoeveel woorden weet je nog?

• Schrijf zoveel mogelijk woorden van de vorige slide op in je schrift
• 
  
• Hoeveel woorden weet je nog van de tien?

Hoeveel wist je er nog?

Kijk eens naar hoe je de woorden hebt gespeld... :-)

Wat kun je daarvan leren?

el alumno	el profesor	la clase	la escuela	el curso
la alumna	la profesora	la historia	el inglés	la nota

Fuente A (WB, blz. 35) + schrift

• Jullie gaan een gesprekje lezen dat Esteban & Flor samen hebben over hun schooldag
• In je schrift schrijf je 5 werkwoordsvormen op die je in de tekst ziet staan
• Je schrijft ook 5 onbekende woorden op
• We verzamelen de onbekende woorden op het bord

Ejercicio 4 & 5a-5b (WB: blz. 7)

Tarea (ma 9 sept)

• L (leren): de zes werkwoordsvormen van het ww: 'ir' (bron F)
• L: woordjes 4.4. (NL-SP) - de linkerkolom - WB blz. 32
• M: ejercicio 14a - 14b (TB: blz. 14)