Gedragsonderzoek

Hoofdstuk 5,3
Gedrag onderzoeken
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 5,3
Gedrag onderzoeken

Slide 1 - Tekstslide

In de dierentuin
In het wild

Slide 2 - Tekstslide

In de dierentuin
In het wild

Slide 3 - Tekstslide

In de dierentuin
In het wild

Slide 4 - Tekstslide

In de dierentuin
In het wild

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Waarom mag je bij een onderzoek eigenlijk niet een dier in gevangenschap bestuderen?

Slide 7 - Open vraag

Hoe kunnen wij deze veranderingen het best waarnemen en meten?

Slide 8 - Open vraag

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen hoe gedragsonderzoek werkt.
  •  Je kunt uitleggen hoe je het gedrag van dieren moet noteren.
  • Je kunt aan het einde van de les een ethogram en protocol aflezen en maken. 

Slide 9 - Tekstslide

Gedragonderzoek
  • Gedrag onderzoek moet zo feitelijk mogelijk 

  • Objectief: Zonder ordeel vooraf.
  • Subjectief:  Een mening die mogelijk niet juist is.

Slide 10 - Tekstslide

Het onderdeel van de biologie dat gedrag bestudeert, heet ethologie. Hierboven zie je een etholoog.

Slide 11 - Tekstslide

Ethologie is gedragswetenschap
Ethologen observeren het objectieve gedrag van organismen

Instrumenten:
  • Ethogram
  • Protocol

Slide 12 - Tekstslide

Gedragsketen
Een stukje gedrag noem je een handeling

Gedragsketen: Als het effect van een handeling lijdt tot een volgende handeling

Een voorbeeld van een gedragsketen is baltsgedrag bij dieren. 

Slide 13 - Tekstslide

Wat is een gedragsketen?
A
Wanneer verschillende handelingen achter elkaar plaatsvinden
B
Wanneer een handeling over gaat tot een andere soort handeling
C
Wanneer het effect van een handeling lijdt tot een volgende handeling
D
Wanneer handelingen heel erg snel achter elkaar worden uitgevoerd

Slide 14 - Quizvraag

Gedrag onderzoeken
  1. Gedrag begrijpen = gedrag bestuderen > ethologie
  2. Ethogram maken
  3. Protocol maken
  4. Conclusie trekken

Slide 15 - Tekstslide

Ethogram
Als je een dier zijn gedrag objectief onderzoekt, doe je de handelingen van dat dier in een ethogram.
In een ethogram beschrijf je de handelingen.

Slide 16 - Tekstslide

Wat weet je van een ethogram?

Wat is ...............waar?
NIET
A
Je schrijft op wat een dier doet
B
Een gedragshandeling wordt omschreven
C
Je schrijft bijv. op dat een hond agressief is
D
Het is een lijst met beschrijvingen van gedrag

Slide 17 - Quizvraag

protocol
Je noteert gedurende een bepaalde tijd elke handeling die bij één dier voorkomt.  
Een protocol is dus een lijst met waargenomen handelingen en de aantallen waarin elke handeling voorkomt. 

Slide 18 - Tekstslide


Wat is een protocol?

A
Je schrijft op wat je van het gedrag vindt.
B
Een lijst waarop je kunt zien welke gedragshandelingen voorkomen bij één dier.
C
Je schrijft op wat het dier doet.
D
Een lijst waarop je kunt zien hoe vaak een gedragshandeling voorkomt bij alle dieren van één soort.

Slide 19 - Quizvraag

Conclusie trekken

Het protocol geef je overzichtelijk weer in bijvoorbeeld een staafdiagram. 

Deze staafdiagram gebruik je vervolgens om antwoord te geven op de onderzoeksvraag. 

Slide 20 - Tekstslide

Waar maak je een staafdiagram van?
A
Het protocol
B
De ethogram
C
De conclusie
D
De ethogram en het protocol

Slide 21 - Quizvraag

Werkblad 

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Werkblad nabespreken

Slide 24 - Tekstslide

Doel behaald
Doel niet behaald
Je weet wat een protocol is.
Je weet wat een ethogram is.
Je weet waarop je moet letten bij het uitvoeren van gedragsonderzoek.

Slide 25 - Sleepvraag

Opdrachten maken
- Opdrachten 2, 3, 6, 7, 10, 11, 13, 14
- In het boek of het boek online.
- Als je klaar bent mag je iets voor jezelf doen.
- Je mag rustig overleggen met je buur. Als je er samen niet uit komt steek je je hand op.
- Een gedeelte bespreken we aan het einde van de les.
- 15 Minuten.

Slide 26 - Tekstslide

Opdrachten nabespreken

Slide 27 - Tekstslide

Werd je deze les gemotiveerd om mee te doen? Zo nee hoe zou ik dat kunnen verbeteren?

Slide 28 - Open vraag

Hebben jullie verder nog tips en tops voor deze les?

Slide 29 - Open vraag

Slide 30 - Tekstslide