Echte vrienden: Hoe ga je met elkaar om?

• Studielessen
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1

Echte vrienden: Hoe ga je met elkaar om?

Leerdoelen

Aan het einde van deze les kun je uitleggen wat een echte vriend is, hoe je met elkaar omgaat en wat de gevolgen zijn van roddelen en pesten.

Vertel de leerlingen wat de doelen van deze les zijn.

Wat weet jij al over vriendschap?

Wat is vriendschap?

Vriendschap is een relatie tussen twee of meer mensen die elkaar goed kennen en vertrouwen. Het is belangrijk om te weten wat echte vriendschap inhoudt.

Begin met een discussie om te achterhalen wat de leerlingen al weten over vriendschap.

Echte vrienden

Echte vrienden zijn er voor elkaar, steunen elkaar en accepteren elkaar zoals ze zijn. Ze respecteren elkaars grenzen en hebben respect voor elkaar.

Vraag de leerlingen of ze voorbeelden hebben van wat echte vrienden zijn.

Hoe ga je met elkaar om?

Om goed met elkaar om te gaan, moet je communiceren en elkaar respecteren. Luisteren naar elkaar is belangrijk en het is ook belangrijk om elkaar te helpen.

Laat de leerlingen voorbeelden geven van hoe ze met hun vrienden omgaan.

Gevolgen van pesten

Pesten kan leiden tot een laag zelfbeeld, angst en depressie. Het kan ook leiden tot lichamelijk letsel. Het is belangrijk om te begrijpen dat pesten niet acceptabel is.

Vraag de leerlingen of ze ooit gepest zijn of getuige zijn geweest van pesten.

Gevolgen van roddelen

Roddelen kan leiden tot geruchten en roddels die niet waar zijn. Het kan ook leiden tot ruzies en het verlies van vriendschappen. Het is belangrijk om te begrijpen dat roddelen niet acceptabel is.

Vraag de leerlingen of ze ooit geroddeld hebben of getuige zijn geweest van roddelen.

Wat doe je als je gepest wordt?

Als je gepest wordt, moet je hulp zoeken. Praat met een volwassene die je vertrouwt, zoals een ouder, leraar of mentor. Het is belangrijk om te weten dat je niet alleen bent.

Laat de leerlingen weten wat ze moeten doen als ze gepest worden.

Wat doe je als je getuige bent van pesten?

Als je getuige bent van pesten, moet je helpen. Praat met een volwassene die je vertrouwt en steun het slachtoffer. Het is belangrijk om op te komen voor wat juist is.

Laat de leerlingen weten wat ze moeten doen als ze getuige zijn van pesten.

Wat doe je als je geroddeld wordt?

Als je geroddeld wordt, moet je het gesprek stoppen. Vertel de persoon dat je niet wilt roddelen en dat je het gesprek wilt veranderen. Het is belangrijk om te begrijpen dat roddelen niet acceptabel is.

Laat de leerlingen weten wat ze moeten doen als ze geroddeld worden.

Wat doe je als je getuige bent van roddelen?

Als je getuige bent van roddelen, moet je het gesprek stoppen. Vertel de persoon dat je niet wilt roddelen en dat je het gesprek wilt veranderen. Het is belangrijk om op te komen voor wat juist is.

Laat de leerlingen weten wat ze moeten doen als ze getuige zijn van roddelen.

Hoe kun je een goede vriend zijn?

Je kunt een goede vriend zijn door er te zijn voor anderen, te luisteren en te helpen. Respecteer anderen en wees vriendelijk. Geef complimenten en zeg dankjewel.

Laat de leerlingen weten wat ze kunnen doen om een goede vriend te zijn.

Vriendschap is belangrijk

Vriendschap is belangrijk voor ons welzijn. Het helpt ons om ons gelukkiger te voelen en ons te ondersteunen in moeilijke tijden. Het is belangrijk om goede vrienden te hebben.

Vraag de leerlingen waarom vriendschap belangrijk voor ze is en om voorbeelden te geven van hoe vrienden hen hebben geholpen.

Wat hebben we geleerd?

We hebben geleerd wat echte vriendschap is, hoe we met elkaar omgaan en wat de gevolgen zijn van pesten en roddelen. We hebben ook geleerd hoe we goede vrienden kunnen zijn.

Controleer of de leerlingen de belangrijkste concepten van de les hebben begrepen.

Reflectie

Hoe kun je het geleerde toepassen in je eigen leven? Wat kun je doen om een betere vriend te zijn en pesten en roddelen te voorkomen?

Laat de leerlingen nadenken over hoe ze het geleerde kunnen toepassen in hun eigen leven en wat ze kunnen doen om een betere vriend te zijn.

Evaluatie

Hoe vond je de les? Wat heb je geleerd? Wat vond je het meest interessant of nuttig?

Vraag de leerlingen om feedback over de les en wat ze hebben geleerd.

Bronnen

Voeg hier eventuele bronnen toe die gebruikt zijn voor deze les.

Vermeld eventuele bronnen die gebruikt zijn voor deze les.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.