1.Kijk naar de context.
2. Spreek het woord in gedachte uit.
3. Neem niet klakkeloos de 1e betekenis uit het woordenboek over.
4. In een woordenboek staat alleen het infinitief van het werkwoord
5. Er staat ook alleen het enkelvoud.
6. Hele lange samengestelde woorden staan niet in het woordenboek. Knip het in stukjes!