Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Herhaling ontleden - tm Bwb HV1 deel 2
Zinsontleden tot Bwb
Pak je laptop en ga naar LessonUp.
1 / 27
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1,2
In deze les zitten
27 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Zinsontleden tot Bwb
Pak je laptop en ga naar LessonUp.
Slide 1 - Tekstslide
Herhaling zinsdelen
Slide 2 - Tekstslide
Zinsdelen benoemen
Persoonsvorm
(verander de tijd )
Onderwerp
(wie + pv? of wat + pv?)
Werkwoordelijk gezegde
(alle werkwoorden in de zin)
Lijdend voorwerp
(wie + alle benoemde zinsdelen? of wat + alle benoemde zinsdelen?)
Meewerkend voorwerp
(aan wie + alle benoemde zinsdelen? of voor wie + alle benoemde zinsdelen?)
Slide 3 - Tekstslide
Ik krijg
altijd
de schuld.
Bedenk zoveel mogelijk woorden die je op de plaats van 'altijd' kunt zetten.
Slide 4 - Woordweb
Wat is een bijwoordelijke bepaling?
Slide 5 - Woordweb
Slide 6 - Video
Een bijwoordelijke bepaling
Belangrijkste zinsdelen:
persoonsvorm, onderwerp, gezegde, lijdend voorwerp , meewerkend voorwerp.
Wat overblijft is meestal
de bijwoordelijke bepaling (bwb).
Een bijwoordelijke bepaling
geeft antwoord op vragen als
wanneer, waar, waarmee, hoe, hoeveel, hoe, waarom, waarheen, waardoor,
Slide 7 - Tekstslide
Bijwoordelijke bepaling
Let op
:
Niet in alle zinnen komt een bijwoordelijke bepaling voor, maar een zin kan ook
meerdere bijwoordelijke bepalingen
bevatten!
Slide 8 - Tekstslide
bijwoordelijke bepaling
Slide 9 - Tekstslide
De oppas wachtte op het schoolplein op haar oppaskinderen.
Noteer de twee bijwoordelijke bepalingen.
Slide 10 - Open vraag
Ik loop volgend jaar [de marathon van New York].
A
Onderwerp
B
Lijdend voorwerp
C
Meewerkend voorwerp
D
Bijwoordelijke bepaling
Slide 11 - Quizvraag
Ik loop [volgend jaar] de marathon van New York.
A
Onderwerp
B
Lijdend voorwerp
C
Meewerkend voorwerp
D
Bijwoordelijke bepaling
Slide 12 - Quizvraag
Wat is het lijdend voorwerp in de zin:
'Liza at vandaag twee stukken pizza.'
A
Liza
B
pizza
C
twee stukken pizza
D
Er is geen lijdend voorwerp.
Slide 13 - Quizvraag
[Aan jou] kan ik geen geheim vertellen.
A
een bijwoordelijke bepaling
B
een meewerkend voorwerp
C
onderwerp
D
lijdend voorwerp
Slide 14 - Quizvraag
Ik zal [de anderen] heus niets vertellen.
A
een bijwoordelijke bepaling
B
een meewerkend voorwerp
C
onderwerp
D
lijdend voorwerp
Slide 15 - Quizvraag
Bevat deze zin een bijwoordelijke bepaling?
Ik aai de hond.
A
Nee, de zin bevat geen bijwoordelijke bepaling.
B
Ja, de zin bevat één bijwoordelijke bepaling.
C
Ja, de zin bevat twee bijwoordelijke bepalingen.
Slide 16 - Quizvraag
Bevat deze zin een bijwoordelijke bepaling?
Gisteren aaide ik de hond twee keer.
A
Nee, de zin bevat geen bijwoordelijke bepaling.
B
Ja, de zin bevat één bijwoordelijke bepaling.
C
Ja, de zin bevat twee bijwoordelijke bepalingen.
Slide 17 - Quizvraag
Bevat deze zin een bijwoordelijke bepaling?
Over een jaar moeten we de auto opnieuw in de garage laten keuren.
A
Nee, de zin bevat geen bijwoordelijke bepaling.
B
Ja, de zin bevat één bijwoordelijke bepaling.
C
Ja, de zin bevat twee bijwoordelijke bepalingen.
D
Ja, de zin bevat drie bijwoordelijke bepalingen.
Slide 18 - Quizvraag
Sleep de zinsdelen naar het juiste vak.
onderwerp
lijdend vvw
ww gezegde
meewerkend vw
bijwoordelijke bepaling
Zin:
De buurman
wilde
gisteren
het vogelhuisje
in de boom
hangen.
Slide 19 - Sleepvraag
Sleep de zinsdelen naar het juiste vak.
Zin:
onderwerp
werkwoordelijk
gezegde
lijdend voorwerp
meewerkend voorwerp
bijwoordelijke bepaling
Ze
feliciteerde
hem
met zijn verjaardag.
Slide 20 - Sleepvraag
Sleep de zinsdelen naar het juiste vak.
Zin:
onderwerp
werkwoordelijk
gezegde
lijdend voorwerp
meewerkend voorwerp
bijwoordelijke bepaling
Ze
feliciteerde
hem
in de woonkamer.
Slide 21 - Sleepvraag
Sleep de zinsdelen naar het juiste vak.
Zin:
onderwerp
werkwoordelijk gezegde
lijdend
voorwerp
meewerkend
voorwerp
bijwoordelijke
bepaling
Ze
heeft
dit jaar
een mooi cadeau
voor haar vader
gemaakt.
Slide 22 - Sleepvraag
Sleep de zinsdelen naar het juiste vak.
onderwerp
lijdend vvw
ww gezegde
meewerkend vw
bijwoordelijke bepaling
Zin:
De auto van mijn vader
is
afgelopen zomer
helaas
niet
goedgekeurd.
Slide 23 - Sleepvraag
Sleep de zinsdelen naar het juiste vak.
onderwerp
lijdend vvw
ww gezegde
meewerkend vw
bijwoordelijke bepaling
Zin:
Morgen
gaat
het kleine meisje
bij haar oma
logeren.
Slide 24 - Sleepvraag
Sleep de zinsdelen naar het juiste vak.
onderwerp
lijdend vvw
ww gezegde
meewerkend vw
bijwoordelijke bepaling
Zin:
Hangjongeren
hebben
de burgemeester
veel problemen
bezorgd
afgelopen zomer.
Slide 25 - Sleepvraag
Sleep de zinsdelen naar het juiste vak.
onderwerp
lijdend vvw
ww gezegde
meewerkend vw
bijwoordelijke bepaling
Zin:
De oude vrouw
gaf
natuurlijk
een fooi
aan de vriendelijke ober.
Slide 26 - Sleepvraag
Aan de slag
Controleer opdracht 1 en 2 van Grammatica Zinsdelen H6.
Maak daarna opdracht 3.
Morgen bespreken we alles.
Slide 27 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Brugklas grammatica zinsdelen
Mei 2020
- Les met
15 slides
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Brugklas grammatica zinsdelen
10 dagen geleden
- Les met
15 slides
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Herhaling ontleden - tm Bwb 1V - deel 2
November 2021
- Les met
31 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1,2
Grammatica BWB TA1 les 1
September 2021
- Les met
24 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
2KGT - H5 - Taalverzorging Bijwoordelijke bepaling
Maart 2024
- Les met
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 2
V2 Grammtica 6
Oktober 2022
- Les met
28 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
18-3 kader fysiek BWB
September 2022
- Les met
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
zinsdelen Flex
Maart 2023
- Les met
18 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2