Elf uur. Je timing was perfect. De vijf lichten stopten traag voor de ijzeren poort en gaven ter plekke nog wat gas. Ze waren je domweg gevolgd. Ze dachten dat ze alle tijd hadden. Traag stapten ze af, zetten hun helmen op hun zadels en richten hun lampen op de ingang van het park.
Een voor een klauterden ze over de poort, het waren spinnen. Naast elkaar bleven ze staan. Met de lichten van hun scooters in de rug namen ze het terrein op. Ze speelden in een goedkope western.
"Kom op", riep de grootste, "Laat je zien. We doen niets." Stilte. Hoeveel minuten gingen voorbij? Of waren het seconden? "Je moet het niet persoonlijk opnemen", riep hij. De anderen grinnikten.
"We moeten gewoon even zaken doen."
Je kwam lachend tevoorschijn, bleef op twintig meter van hen staan en scheen met je zaklamp in hun ogen.
"Hier is de zakenman", antwoordde je, "Wanneer begint de vergadering?"