In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Ontdek het vertelperspectief
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Leerdoel
Aan het einde van deze les kan je het vertelperspectief herkennen en benoemen.
Slide 2 - Tekstslide
Geef de leerlingen een duidelijk doel om naar toe te werken.
Wat weet je al over vertelperspectief?
Slide 3 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Wat is vertelperspectief?
Vertelperspectief is de manier waarop het verhaal verteld wordt.
Slide 4 - Tekstslide
Leg aan de hand van voorbeelden uit wat vertelperspectief is.
Soorten vertelperspectief
Er zijn 3 soorten vertelperspectief: ik-perspectief, hij/zij-perspectief en alwetend perspectief.
Slide 5 - Tekstslide
Leg de verschillen tussen de 3 soorten vertelperspectief uit.
Ik-perspectief
Bij ik-perspectief vertelt de hoofdpersoon het verhaal. Er wordt gebruik gemaakt van 'ik'.
Slide 6 - Tekstslide
Laat de leerlingen een stukje tekst lezen waarin het ik-perspectief wordt gebruikt en vraag ze wie het verhaal vertelt.
Hij/zij-perspectief
Bij hij/zij-perspectief vertelt een buitenstaander het verhaal. Er wordt gebruik gemaakt van 'hij' of 'zij'.
Slide 7 - Tekstslide
Laat de leerlingen een stukje tekst lezen waarin het hij/zij-perspectief wordt gebruikt en vraag ze wie het verhaal vertelt.
Alwetend perspectief
Bij alwetend perspectief weet de verteller alles en kan hij/zij in het hoofd van meerdere personages kijken. Er wordt gebruik gemaakt van 'hij' of 'zij'.
Slide 8 - Tekstslide
Laat de leerlingen een stukje tekst lezen waarin het alwetend perspectief wordt gebruikt en vraag ze wie het verhaal vertelt.
Oefening: herkennen van perspectief
Lees de volgende zinnen en geef aan welk perspectief er gebruikt wordt: 'Ik keek in de spiegel en zag dat mijn haar in de war zat.'
Slide 9 - Tekstslide
Laat de leerlingen individueel of in groepjes oefenen met het herkennen van het vertelperspectief.
Oefening: schrijven vanuit ander perspectief
Kies een verhaal en schrijf het opnieuw vanuit een ander perspectief.
Slide 10 - Tekstslide
Laat de leerlingen individueel of in groepjes oefenen met het schrijven van een verhaal vanuit een ander perspectief.
Vertelperspectief in films
Vertelperspectief wordt niet alleen in boeken gebruikt, maar ook in films.
Slide 11 - Tekstslide
Laat voorbeelden zien van films waarin verschillende vertelperspectieven gebruikt worden.
Oefening: herkennen van perspectief in films
Kijk naar een film en geef aan welk perspectief er gebruikt wordt.
Slide 12 - Tekstslide
Laat de leerlingen individueel of in groepjes oefenen met het herkennen van het vertelperspectief in films.
Vertelperspectief in de praktijk
Waarom is het belangrijk om het vertelperspectief te kennen? En hoe kan je het gebruiken in je eigen verhalen?
Slide 13 - Tekstslide
Leg uit waarom het belangrijk is om het vertelperspectief te kennen en geef tips hoe de leerlingen het kunnen gebruiken in hun eigen verhalen.
Samenvatting
Het vertelperspectief is de manier waarop het verhaal verteld wordt. Er zijn 3 soorten vertelperspectief: ik-perspectief, hij/zij-perspectief en alwetend perspectief.
Slide 14 - Tekstslide
Vat de belangrijkste punten van de les samen.
Reflectie
Wat heb je geleerd over het vertelperspectief vandaag?
Slide 15 - Tekstslide
Laat de leerlingen individueel of in groepjes reflecteren op wat ze geleerd hebben.
Toepassing
Schrijf een kort verhaal vanuit een ander perspectief dan je gewend bent.
Slide 16 - Tekstslide
Geef de leerlingen een toepassingsopdracht om het geleerde in de praktijk te brengen.
Evaluatie
Geef jezelf een cijfer voor deze les en leg uit waarom je dit cijfer geeft.
Slide 17 - Tekstslide
Laat de leerlingen individueel of in groepjes evalueren hoe de les is gegaan.
Vragen
Heb je nog vragen over het vertelperspectief?
Slide 18 - Tekstslide
Geef de leerlingen de mogelijkheid om vragen te stellen en beantwoord deze zo goed mogelijk.
Bronnen
Geef de bronnen aan die gebruikt zijn voor deze les.
Slide 19 - Tekstslide
Geef de leerlingen de mogelijkheid om de bronnen te bekijken voor verdere informatie.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 20 - Open vraag
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 21 - Open vraag
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 22 - Open vraag
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.