Ch.5, Résumé Chapitre 5 havo2, week 21-1

Bonjour & Bienvenue Havo2
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Bonjour & Bienvenue Havo2

Slide 1 - Tekstslide

Aujourd'hui, mercredi 26 mai

Slide 2 - Tekstslide

Chapitre 5
Objectif: la préparation pour le test diagnostique

Qu'est-ce qu'on va faire aujourd'hui?
1. La répétition de la grammaire:
- Passé composé met avoir &  être
- Verbes en -re
- Voorzetsel (in/naar) voor landen 
2. Test diagnostique grammaire
3. Les devoirs

Slide 3 - Tekstslide

     Mais d'abord on va écouter: Bigflo & Oli -                                          Bienvenue chez moi (Clip Officiel)

Slide 4 - Tekstslide

Chapitre 5
- Passé Composé (C)
- Verbes -re (G)
- Préposition des pays (I)
- Vocabulaire (ABEFH)
- Phrases clés (DJ)

Slide 5 - Tekstslide

Test diagnostique grammaire
Passé composé met être/avoir

Lessonup app heb je nodig nu. Het handigst als je die op je mobiel gebruikt, naast je laptop voor de online les.


Slide 6 - Tekstslide

avoir
être
ont
es
avons
ai
sommes
avez
suis
a
as
sont
êtes
est

Slide 7 - Sleepvraag

Slide 8 - Tekstslide

Extra uitgangen hoeven alleen maar worden toegepast als...
A
het hulpwerkwoord avoir is
B
het hulpwerkwoord être is
C
altijd mogelijk toch?
D
nooit mogelijk

Slide 9 - Quizvraag

Mes cousines ...... acheté un cadeau. (de zin staat dus in de P.C.!!)
A
ont
B
vont
C
sont
D
font

Slide 10 - Quizvraag

En 2010, elle (habiter) __________ en France. (zin in de P.C.!!)

Slide 11 - Open vraag

Tekst
Tu .... ......... à la maison pendant les vacances? (rester) gebleven


Vous ..... .........(partir) weggegaan

Il .... ........... (arriver) aangekomen
Vous ..... ....... des cadeaux à Noël.  (avoir p.c) hebben
Je/j' .... ....... au cinéma avec mon frère. (être p.c) zijn
as resté
es resté
      ai été
avoir rester
êtes parti
avez parti
est arrivé
a arrivés
être arriver
   avez eu
   êtes eu
   avez été

Slide 12 - Sleepvraag

Test diagnostique grammaire
Regelmatige werkwoorden
Verbes en -re


Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Chaque jour, le Boulanger (vendre, présent) du pain dans la boulangerie.

Slide 17 - Open vraag

Nous (entendre, présent) un bruit bizar.

Slide 18 - Open vraag

J' (rendre, p.c.)le livre à la bibliothèque.

Slide 19 - Open vraag

Test diagnostique grammaire
Prépositions des pays


Slide 20 - Tekstslide

Dans quelques semaines, je vais partir _______ Italie avec mes parents.
A
à
B
en
C
au
D
aux

Slide 21 - Quizvraag

Mon rêve est d'aller _______ Etats-Unis.
A
à
B
en
C
au
D
aux

Slide 22 - Quizvraag

Welk voorzetsel past hier?
Vous allez partir ____ Portugal?

Slide 23 - Open vraag

Welk voorzetsel past hier?
Elle habite _____ Bordeaux.

Slide 24 - Open vraag

Test diagnostique grammaire
Prépositions des pays


Slide 25 - Tekstslide

hoeveel werkwoorden gebruik je om de passé composé te maken?
Bij vrouwelijke landennamen welke voorzetsel gebruik je ?
Bij mannelijke landennamen welke voorzetsel gebruik je ?
Alle namen van werelddelen zijn mannelijk of vrouwelijk?
Welke hulpwerkwoord gebruik je bij het voltooid deelwoord "été"?
Bij meervoudige landennamen welke voorzetsel gebruik je?
Bij namen van steden en dorpen welke voorzetsel gebruik je?
Wat is de voltooid deelwoord van avoir?
Wat is de voltooid deelwoord van être?
Nederland
Verenigde Staten
Bij "Verenigde Staten" welke voorzetsel gebruik je?
2
en
vrouwelijk
ou
aux
mannelijk
ou
aux
mes
de
eu
1
êtes
avoir
Etats-Unis
Pays-Bas
au
été
à

Slide 26 - Sleepvraag

Les devoirs pour le cours prochain
Zorg dat je je oefeningen hebt gemaakt van onderdelen grammatica C-G-I, zowel in je werkboek als online
+
Maak oef. 38 + 39
Leer alles voor de Rep


Slide 27 - Tekstslide