Unité 1. Grammaire II

2VGP/ Passé composé met Avoir
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

2VGP/ Passé composé met Avoir

Slide 1 - Tekstslide

Passé composé met avoir
De passé composé betekent: de voltooid tegenwoordige tijd.

Ik heb gepraat, wij hebben gedanst, hij heeft gelopen, jullie hebben gegeten etc...

Slide 2 - Tekstslide

Passé composé met AVOIR
Definitie:
Wat is de passé composé?

De passé composé betekent: de voltooid tegenwoordige tijd.
Ik heb gepraat, wij hebben gedanst, hij heeft gelopen, jullie hebben gegeten etc...

Slide 3 - Tekstslide

Passé composé met avoir

2 delen opschrijven!

1. Hulpwerkwoord: avoir
2. Voltooid deelwoord

Slide 4 - Tekstslide

P. C onregelmatig werkwoorden
Avoir / être / faire

Slide 5 - Tekstslide

Passé Composé
De passé composé van de werkwoorden avoir, être en faire is onregelmatig

Slide 6 - Tekstslide

Passé composé met avoir
1. Hulpwerwoord: avoir
J'ai                               Ik heb
Tu as                           Jij hebt
Il/ elle/ on a              Hij/ zij/ men heeft
Nous avons             Wij hebben
Vous avez                 Jullie hebben/ u heeft
Ils/ elles ont             Zij hebben

Slide 7 - Tekstslide

Zet in de passé composé:
Nous (danser)
A
nous dansons
B
nous dansé
C
nous avons dansé
D
nous avons danser

Slide 8 - Quizvraag

passé composé

Nous (danser) ….. ….. à la discothèque.
A
Nous avons dansé
B
Nous sommes dansé

Slide 9 - Quizvraag

PROBEER ! KIES DE JUIST VORM VAN DE PASSÉ -COMPOSÉ
TU...... ....... (DANSER)
A
TU A DANSÉ
B
TU AS DANSER
C
TU AS DANSÉ
D
TU DANSÉ

Slide 10 - Quizvraag

tu (manger = eten, passé composé)

passé composé
A
as mangé
B
a mangé
C
est mangé
D
es mangé

Slide 11 - Quizvraag

Passé composé met avoir
Deel 2: voltooid deelwoord
a) Regelmatige werkwoorden op -er
     jouer, danser, écouter
     stam + é
     joué, dansé, écouté
b) Onregelmatige werkwoorden
     avoir & être = eu & été 


Slide 12 - Tekstslide

Beantwoord de volgende vragen in het Frans.
1.Comment tu t'appelles ? (Hoe heet je?)
2.Quel âge as-tu? (Hoe oud ben je?)
3.Tu as des frères ou des sœurs ? (Heb je broers of zussen?)

Slide 13 - Open vraag

Beantwoord de volgende vragen in het Frans.
1.Tu habites où ? (Waar woon je?)
2.Quelle est ta nationalité ? (Wat is je nationaliteit?)
3.C’est quand, ton anniversaire? (Wanneer ben je jarig?)

Slide 14 - Open vraag

Spreekvaardigheid
Voer een gesprek met zo'n twee een gesprek. Gebruik hiervoor de zinnen die je hebt vertaald 

Slide 15 - Tekstslide

 Voorzetsel landen namen 
1. ........... France.                                         6. ................. Pays-Bas.
2. ........... Maroc.                                          7. ................. États-Unis.
3. ........... Sénégal.                                      STEDEN: à + naam(Utrecht )
4. ........... Allemagne.
timer
5:00

Slide 16 - Tekstslide

Opdrachten:
- Paragraaf Grammaire I (online 1.3)ex.
   ex. 8A t/m 8 E (révision être / avoir)
- Voorzetsels (landen/steden eraan toevoegen)  
Ex. 24 + 25 P 33-34
timer
15:00

Slide 17 - Tekstslide

Welk voorzetsel gebruik je bij mannelijke landennamen?
A
à
B
au
C
en
D
aux

Slide 18 - Quizvraag

Welk voorzetsel gebruik je bij vrouwelijke landennamen?
A
à
B
au
C
en
D
aux

Slide 19 - Quizvraag

Welk voorzetsel gebruik je bij landen(meervouwd) ?
A
à
B
au
C
en
D
aux

Slide 20 - Quizvraag

Deel 1 + Deel 2
Ik heb gepraat = J'ai parlé

Deel 1: ik heb
Deel 2: gepraat

Deel 1: j'ai
Deel 2: parler = parl = parlé

Slide 21 - Tekstslide

Passé composé met avoir
Voyager                                                     Wat is deel 1 /  Wat is deel 2
J'ai voyagé
Tu as voyagé
Il a voyagé
Nous avons voyagé
Vous avez voyagé
Ils ont voyagé 

Slide 22 - Tekstslide

Exercice

1. Hij heeft gepraat.                                     parler
2. Hugo en Lisa hebben gezongen.    chanter
3. Mijn zus heeft gehad.                            avoir
4. Zij hebben gedanst.                               danser


Slide 23 - Tekstslide

Terminer
Les devoirs:

Leer de aantekeningen van vandaag. Leer ook Apprendre 1 t/m 5.

Slide 24 - Tekstslide