- De leraar zegt: 'jullie hebben goed opgelet!'
- Zij vraagt: 'Gabriel, ben je vrij vandaag?'
- Aaron vraagt: 'Wat vind je zo leuk aan lezen?'
- Zij vragen: 'Hoe ben jij op het werk gekomen?'
- De leerling vraagt: 'Hoeveel geld verdien je als leraar?'
- Het gaat deze keer goed, denkt hij.
- 'Wanneer gaan we naar de stad?' vraagt Susan.