Les 1

Les 1
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Les 1

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Today's lesson


1. Let's activate your little grey cells!
3. Reading: ex. 17, 18 (p. 67)
4. Pronunciation: A (p.96) 
5. Work on weektask 17









Today's Lesson hh1a

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

It's a lollipop!

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les 2

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Today's lesson


1. Let's activate your little grey cells!
2. Grammar: prefixes & suffixes
    + practise.
3. Pronunciation: C (p.97) 
4. Work on weektask 17









Today's Lesson hh1a

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Silence...

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Prefixes and Suffixes

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Today's goal

At the end of this lesson I know what prefixes and suffixes are.
I can correctly form and use prefixes and suffixes.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Let's find out the grammar rule!
Do: exercise 29 AB (p.74)

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Prefixes
Letters you place BEFORE a word
They change the meaning of the word

Examples: 
non- /un-/ im-/ il-/ in-/ ir-/ dis-
re-
mis-            

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

These prefixes all mean 'not' or 'the opposite'
non-             sense -> nonsense
un-               used -> unused
im-               possible -> impossible
il-                  legal -> illegal
in-                compatible -> incompatible
ir-                 responsible -> irresponsible
dis-             appear -> disappear

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Re- means 'again', or 'back'
act -> react
play -> replay
turn -> return

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

mis- means 'wrong' or 'not'
place -> misplace
understand -> misunderstand

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Do you remember?

re- means?
mis- means?

Slide 18 - Tekstslide

re- means again/back
mis- means wrong/not
Suffixes

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Suffixes
Letters that go AFTER a word
They change the meaning of a word

Examples:
-er
-ing/ -ment
-ness

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Suffixes
To talk about 'the person that does the action', add -er 
teach -> teacher
rap -> rapper

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Suffixes

To change a verb into a noun, you add -ing/ -ment
move -> movement
paint -> painting

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Suffixes
To change an adverb or an adjective into a noun, you add -ness

friendly -> friendliness
sad -> sadness

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Let's practise!
Do 30ac (p. 74/75/76) 

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les 2

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Today's lesson


2. Grammar recap: prefixes 
                                 & suffixes! 
3. Pronunciation F (p. 97)
4. Blooket!
5. Slim stampen 
  (vocab, grammar, stones)




Today's Lesson hh1a

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Happy Holidays!

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies