Thema 1 organen en cellen kijken wat je weet
1 / 27
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
zet van klein naar groot
weefsel- orgaanstelsel- orgaan-organisme en cel
weefsel- orgaanstelsel- orgaan-organisme en cel
Slide 2 - Open vraag
Een blad is een orgaan van een plant. Dit bestaat uit:
A
1 soort weefsel
B
meerdere soorten weefsels
Slide 3 - Quizvraag
Slide 4 - Tekstslide
Zet de onderdelen in de volgorden van klein naar groot. Nummer: 1 is het kleinste.
Cel
Orgaan
Organisme
Weefsel
Orgaanstelsel
Slide 5 - Sleepvraag
Geef een voorbeeld van een orgaanstelsel.
Slide 6 - Open vraag
Sleep de namen naar de juiste plek.
Longen
Lever
Dunne darm
Slide 7 - Sleepvraag
Een groep samenwerkende cellen met de zelfde vorm en functie noemen we een ...
A
Weefsel
B
Cellen
C
Orgaan
D
Organisme
Slide 8 - Quizvraag
Welke van de levenskenmerken werkt minder goed als een persoon nog maar 1 nier heeft?
Slide 9 - Open vraag
In welke levensfase bevindt het nichtje van mevrouw van Baar zich? Ze is 2 jaar
A
Baby
B
Peuter
C
Kleuter
D
Schoolkind
Slide 10 - Quizvraag
Welke type weefsels kunnen voorkomen in het hoofd?
A
Spierweefsel
B
Zenuwweefsel
C
Bindweefsel
D
Beenweefsel
Slide 11 - Quizvraag
Slide 12 - Tekstslide
Celkern
Cytoplasma
Bladgroenkorrel
Celmembraan
Celwand
Vacuole
Slide 13 - Sleepvraag
Bladgroenkorrels zijn onderdelen van plantencellen. Ze zitten in:
A
De celkern
B
De celwand
C
Het celmembraan
D
Het cytoplasma
Slide 14 - Quizvraag
De vergroting van de microscoop kun je bereken met de volgende formule:
Vergroting oculair x Vergroting objectief = Vergroting microscoop
Op school gebruiken we altijd het vaste oculair 10x.
Hoe vaak wordt een voorwerp vergroot als je het objectief 40x instelt?
Vergroting oculair x Vergroting objectief = Vergroting microscoop
Op school gebruiken we altijd het vaste oculair 10x.
Hoe vaak wordt een voorwerp vergroot als je het objectief 40x instelt?
A
4
B
44
C
40
D
400
Slide 15 - Quizvraag
Welke stelling is waar.
A
Kleurstofkorrels zijn rood of geel.
B
Bladgroen korrels kunnen overgaan in kleurstofkorrels
C
Zetmeelkorrels hebben een kleur.
D
In kleurstofkorrels vind fotosynthese plaats.
Slide 16 - Quizvraag
Wat voor cellen zijn dit?
A
plantaardige cellen
B
dierlijke cellen
Slide 17 - Quizvraag
waar bestaan chromosomen uit?
Slide 18 - Open vraag
De chromosomen in de cellen van je lever bevatten de informatie voor je oogkleur?
Onjuist
Juist
Slide 19 - Poll
Van wie heb je je chromosomen gekregen?
A
46 van je moeder
B
23 van je moeder
C
23 van je vader
D
23 van je moeder en 23 van je vader
Slide 20 - Quizvraag
hoe zie je of iemand een jongen of een meisje is?
A
xx
B
xy
C
xxy
D
yxy
Slide 21 - Quizvraag
Slide 22 - Tekstslide
Wat is gewone celdeling?
A
als de dochtercel de helft minder chromosomen heeft
B
Als de dochtercel hetzelfde aantal chromosomen heeft
Slide 23 - Quizvraag
In welke volgorde vindt gewone celdeling plaats?
Één moedercel.
Kerndeling.
Celdeling.
Plasmagroei.
Twee dochtercellen.
Slide 24 - Sleepvraag
Noem twee functies van de gewone celdeling(mitose).
Slide 25 - Open vraag
In welke delen van de aardbeiplant vindt mitose plaats?
A
Stengels
B
Bladeren
C
Bloemen
D
Overal
Slide 26 - Quizvraag
Noem een functie van de reductie deling
