Als ik 3 watermoleculen heb dan schrijf ik
3 H
2O
De 3 geeft aan hoeveel moleculen ik heb en noemen we de coëfficiënt.
Toestandsaanduiding: Elke stof is in een fase (vast (s), vloeibaar (l), gas (g) of opgelost (aq)). Deze noteer je achter de molecuulformule 3 H2O (l).