B3 Woordenschat 3.3/3

Woorden 3.3
woordenschat
uitdrukkingen en spreekwoorden
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Woorden 3.3
woordenschat
uitdrukkingen en spreekwoorden

Slide 1 - Tekstslide

Welke uitdrukkingen staan in 'Woorden'?

Slide 2 - Open vraag

accepteren
A
met betrekking tot een volk
B
aanvaarden
C
mening geven
D
wat belangrijk is

Slide 3 - Quizvraag

etnisch
A
met betrekking tot een volk
B
de uitwerking op iets
C
mening geven
D
wat belangrijk is

Slide 4 - Quizvraag

de invloed
A
de uitwerking op iets
B
mening geven
C
iets negeren
D
wat belangrijk is

Slide 5 - Quizvraag

oordeel vellen
A
bewijzen wie je bent
B
mening geven
C
iets negeren
D
wat belangrijk is

Slide 6 - Quizvraag

waarde
A
bewijzen wie je bent
B
mening geven
C
iets negeren
D
wat belangrijk is

Slide 7 - Quizvraag

identificeren
A
bewijzen wie je bent
B
mening geven
C
iets negeren
D
wat belangrijk is

Slide 8 - Quizvraag

Het zelfstandig naamwoord van identificeren:

Slide 9 - Open vraag

uitdrukking en spreekwoord

Slide 10 - Woordweb

Een nieuwsgierig aagje.
A
uitdrukking
B
spreekwoord

Slide 11 - Quizvraag

Al draagt een aap een gouden ring, het is en blijft een lelijk ding.
A
uitdrukking
B
spreekwoord

Slide 12 - Quizvraag

Ergens maling aan hebben.
A
uitdrukking
B
spreekwoord

Slide 13 - Quizvraag

Een buitenbeentje zijn.
A
uitdrukking
B
spreekwoord

Slide 14 - Quizvraag

Als de kat van huis is, dansen de muizen op tafel.
A
uitdrukking
B
spreekwoord

Slide 15 - Quizvraag

uitdrukking en spreekwoord
uitdrukking
  • deel van een zin met een figurlijke betekenis
  • je kunt de woorden veranderen
spreekwoord
  • een hele zin met een figuurlijke betekenis
  • je kunt de zin niet veranderen

Slide 16 - Tekstslide

spreekwoord
A
je kunt de woorden veranderen
B
je kunt de zin niet veranderen
C
niet figuurlijk
D
een deel van een zin

Slide 17 - Quizvraag

uitdrukking
A
je kunt de woorden veranderen
B
je kunt de zin niet veranderen
C
niet figuurlijk
D
een zin met figuurlijke betekenis

Slide 18 - Quizvraag

Wat is de betekenis van schaamte?

Slide 19 - Open vraag

Een buitenbeentje zijn.
A
niet luisteren naar negatieve dingen
B
afwijken van je omgeving
C
met betrekking tot een volk
D
de manier waarop iemand denkt en doet

Slide 20 - Quizvraag

ergens maling aan hebben
A
niet luisteren naar negatieve dingen
B
vervelend gevoel omdat je zou willen dat je het anders had gedaan
C
met betrekking tot een volk
D
de manier waarop iemand denkt en doet

Slide 21 - Quizvraag

Iets links laten liggen.
A
een mening geven
B
vervelend gevoel omdat je zou willen dat je het anders had gedaan
C
iets negeren
D
de manier waarop iemand denkt en doet

Slide 22 - Quizvraag

De ongeschreven regel.
A
iets dat zo hoort, zonder dat het is vastgelegd.
B
vervelend gevoel omdat je zou willen dat je het anders had gedaan
C
iets negeren
D
de manier waarop iemand denkt en doet

Slide 23 - Quizvraag

In een volle tram sta je op voor anderen.
A
etnisch
B
doelgroep
C
buitenbeentje
D
sociaal

Slide 24 - Quizvraag

Alle inwoners van provincies spreken dialect.
A
etnisch
B
doelgroep
C
buitenbeentje
D
generaliseren

Slide 25 - Quizvraag

Zijn ouders zijn Turks en Nederlands.
A
etnisch
B
doelgroep
C
buitenbeentje
D
sociaal

Slide 26 - Quizvraag

Eigenlijk hoort hij nergens bij.
A
etnisch
B
doelgroep
C
buitenbeentje
D
sociaal

Slide 27 - Quizvraag

De site van Quest richt zich op mensen die geïnteresseerd zijn in wetenschap.
A
etnisch
B
doelgroep
C
buitenbeentje
D
sociaal

Slide 28 - Quizvraag