ONTWERP P1-les 1/2

1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
Vormgeving GrafischBeroepsopleiding

In deze les zitten 33 slides, met tekstslides en 7 videos.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

ONTWERP
Periode 1 - les 1/2 - KLEUR

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Video

Slide 5 - Video

ONTWERP
KLEURENLEER
kleurencirkel van Johannes Itten

Slide 6 - Tekstslide

ONTWERP
KLEURENLEER
PRIMAIRE KLEUREN

Slide 7 - Tekstslide

ONTWERP
KLEURENLEER
SECUNDAIRE KLEUREN

Slide 8 - Tekstslide

ONTWERP
KLEURENLEER
TERTIAIRE KLEUREN

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

K L E U R C O N T R A S T E N
Volgens de kleurtheorie van Johannes Itten zijn er zeven verschillende kleurcontrasten: 
1 Kleur tegen kleur contrast
2 Licht - donker contrast
3 Warm - koud contrast
4 Complementair contrast
5 Simultaancontrast
6 Kwaliteitscontrast
7 Kwantiteitscontrast

Sommige combinaties van kleuren uit de kleurencirkel  leveren een tegenstelling op = contrast
 
Je krijgt een kleurcontrast als je twee of meer kleuren bij elkaar zet.
Twee of meer kleuren samen kunnen elkaar versterken of verzwakken.

Slide 11 - Tekstslide

 1. KLEUR TEGEN KLEUR CONTRAST
Franz Marc Der Blaue Fuchs (1911)

Kleur-tegen-kleur contrast: ontstaat wanneer je primaire kleuren (rood, geel, blauw) naast elkaar zet.

Slide 12 - Tekstslide

 2. LICHT-DONKER CONTRAST
Zelfportret Rembrandt
Licht-donker contrast: ontstaat wanneer je een lichte en een donkere kleur naast elkaar zet. Bijvoorbeeld geel en blauw. Een licht-donker contrast kan ook ontstaan tussen verschillende nuances van een kleur. (verschillende nuances betekent: 1 kleur in twee tonen. bijvoorbeeld lichtpaars en donkerpaars).

Slide 13 - Tekstslide

 3. WARM-KOUD CONTRAST
Koud-warmcontrast: ontstaat doordat sommige kleuren een warme indruk maken. Deze kleuren liggen in de kleurencirkel rond de kleur rood. Andere kleuren maken een koude indruk. Kleuren die een koude indruk maken liggen ronde de kleur blauw in de kleurencirkel. Rood-blauw geeft het sterkste contrast.

Slide 14 - Tekstslide

 4. COMPLEMENTAIR CONTRAST
Complementair contrast zijn alle combinaties van kleuren die in de cirkel precies tegenover elkaar liggen. Dit zijn: rood en groen, geel en paars en blauw en oranje.

Slide 15 - Tekstslide

 5. SIMULTAAN CONTRAST
Simultaan betekent: gelijktijdig. Het verschijnsel, dat bij het zien van een kleur onze ogen tegelijkertijd de complementaire kleur oproepen, noemen we simultaancontrast.
 Deze simultaan ontstane kleur is niet echt aanwezig, maar ontstaat pas in ons oog.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

6. KWALITEITSCONTRAST
Het gaat hier om de zuiverheid van de kleur. Blauw kan heel fel zijn maar ook heel dof. Dit hangt af van hoeveel wit of zwart er aan de kleur is toegevoegd. Een doffe tegenover een felle kleur geeft een kwaliteitscontrast.

Slide 18 - Tekstslide

 7. KWANTITEITSCONTRAST
Contrast tussen hoeveelheden van een kleur. Dit komt voor wanneer er van één kleur heel veel is gebruikt en van een andere kleur heel weinig is gebruikt.

Slide 19 - Tekstslide

ONTWERP
OPDRACHT 1A - WEEK 36/37
Kleur de kleurencirkel van Johannes Itten met de juiste kleuren. 




Slide 20 - Tekstslide

ONTWERP
OPDRACHT 1A - WEEK 36/37
Kleur de kleurencirkel van Johannes Itten met de juiste kleuren. 




Slide 21 - Tekstslide

ONTWERP
OPDRACHT 1B - WEEK 36/37
Zoek van 4 (van de in totaal 7) kleurcontrasten van Johannes Itten een voorbeeld (maak een foto, zoek afbeeldingen in tijdschriften etc.).
Je beschrijft kort waarom jouw voorbeeld past bij het kleurcontrast.




Slide 22 - Tekstslide

ONTWERP
OPDRACHT 1C - WEEK 36/37
Verdeel het A4 blad in twee gedeelten. De ene helft vul je met warme kleuren en de andere helft met koude kleuren. Je gebruikt hiervoor de primaire vormen.

Maak een abstract schilderij met warme en koude kleuren. Je neemt de primaire vormen (cirkel, vierkant, driehoek) als uitgangspunt. 

Je verdeeld het vlak in twee gelijke helften. De ene helft is gevuld met warme kleuren en de andere helft is gevuld met koude kleuren.


Slide 23 - Tekstslide

ONTWERP
VOORBEELD 1C 
Je maakt eerst 2 schetsen en kiest in overleg met de docent een van de 2 schetsen uit om op A4 uit te werken

Slide 24 - Tekstslide

ONTWERP
VOORBEELD 1C 

Slide 25 - Tekstslide

ONTWERP
VOORBEELD 1C 

Slide 26 - Tekstslide

ONTWERP
VOORBEELD 1C 

Slide 27 - Tekstslide

ONTWERP
VOORBEELD 1C 

Slide 28 - Tekstslide

ONTWERP
VOORBEELD 1C 

Slide 29 - Tekstslide

ONTWERP
PLANNING - WEEK 36-39

Slide 30 - Tekstslide

ONTWERP
SKILLSHARE - WEEK 36-45
De opdracht van SKILLSHARE is: een kleurpalet maken

In week 39 lever je kleurpalet 1 in en in week 45, kleurpalet 2.

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Video

Slide 33 - Video