T3 Mengsels maken: oplossing, suspensie en emulsie

Wat ga je vandaag leren?

  • Je leert het verschil tussen een zuivere stof en een mengsel
  • Je maakt drie soorten mengsels met water, leert hoe die heten en onderzoekt hun eigenschappen
  • Aan het eind van de les weet je wat een oplossing, suspensie en emulsie zijn en wat ze voor eigenschappen hebben
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2,3

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Wat ga je vandaag leren?

  • Je leert het verschil tussen een zuivere stof en een mengsel
  • Je maakt drie soorten mengsels met water, leert hoe die heten en onderzoekt hun eigenschappen
  • Aan het eind van de les weet je wat een oplossing, suspensie en emulsie zijn en wat ze voor eigenschappen hebben

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat moet je vandaag inleveren?
  • Bij de proefjes maak je verslag op papier (en een foto daarvan). Geen heel verslag, alleen stukjes, leggen we straks uit. 
  • Bij de proefjes maak je foto's (wanneer daarom wordt gevraagd). 
  • Je levert ook een verslag gemaakt in Word in. 
  • Alles wat je inlevert gaat via SOMtoday
  • Doe stap-voor-stap wat gevraagd wordt
  • Je krijgt aan het einde wat quizvragen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inleiding

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stoffen
Alle stoffen zijn onder te verdelen in zuivere stoffen en mengsels.

Wat is het verschil???


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zuivere stof
Dit is een stof die maar uit 1 soort deeltjes bestaat.

Bijvoorbeeld een staaf puur goud - bevat alleen ...  
goud. Verder niks. 

Bij de Nederlandsche Bank in Amsterdam ligt veel goud. 15 duizend van deze staven.

Dat is veel waard:  zes miljard (6 000 000 000) euro.

Het wordt goed bewaakt :)

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mengsel
Een mengsel is een stof die bestaat uit twee of meer verschillende zuivere stoffen - dus ook twee of meer verschillende soorten deeltjes.

In limonade zitten bijvoorbeeld water, suiker, kleurstof en smaakstof. 

Slide 6 - Tekstslide

Zuivere stof ook noemen.
Als je ijsblokjes en water bij elkaar doet heb je ...
A
een mengsel
B
limonade
C
een zuivere stof
D
twee zuivere stoffen

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Alcohol is een zuivere stof en water is een zuivere stof. Als je ze bij elkaar doet krijg je ...
A
een mengsel
B
NIX18
C
een zuivere stof
D
goud

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Onderzoeksvraag
 Welke mengsels onstaan & wat zijn de eigenschappen als we water mengen met:

  1. een oplosbare stof (suiker)
  2. een niet-oplosbare vaste stof (krijt) 
  3. een niet-oplosbare vloeistof (olie)

We gaan deze een-voor-een onderzoeken en aan het einde conclusies trekken


 ?  ?  ?

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderzoeksvraag en hypothese
Je gaat straks suiker door water mengen.

Ze in je document bovenaan:  Mengsel 1: Water met suiker

Maak het kopje Onderzoeksvraag 1 en schrijf daaronder de antwoorden op deze vragen:
1) wat denk je straks waar te nemen als je een spatelpunt suiker in een buisje koud water doet zonder te kwispelen ?
2) en wat als je goed kwispelt?
3) denk je dat het mengsel na goed kwispelen troebel is of helder?



Mengsel 1:
water met suiker

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Benodigdheden
Veiligheidsvoorschrift: 
Zet per tweetal 1 iPad aan. Zet die op een veilige plek, weg van het water. 

Zet het volgende klaar:
  • 3 reageerbuisjes
  • spatel
  • krijt (calciumcarbonaat)
  • suiker
  • olie 
  • afwasmiddel
  • pen & papier om je resultaten op te schrijven 
  • papier om droog te maken en je spatel mee af te vegen


Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Methode
  1. Doe er een spatelpunt suiker in een buisje. 
  2. Doe er 4 cm water bij zonder te kwispelen. 
  3. Observeer wat er gebeurt (maak aantekeningen in je verslag)
  4. Kwispel goed, totdat de suiker opgelost is.
  5. Observeer wat je ziet, beschrijf ook of de vloeistof helder of troebel is.
  6. Maak hiervan een foto. 
  7. Laat het buisje gewoon staan - dan kun je straks vergelijken.
  8. Zet het kopje "Resultaten"  in je document, en beschrijf daaronder je resultaten.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderzoeksvraag 2
Je gaat straks een schep krijt  mengen met water. 

Zet in je document de kop van het nieuwe stuk  
Mengsel 2: Water met krijt

Maak het kopje onderzoeksvraag 2 en beschrijf:
1) wat denk je straks waar te nemen als je een spatelpunt krijt in een buisje koud water doet en goed roert?
3) denk je dat het mengsel dan troebel is of helder?




Mengsel 2:
water met krijt

Slide 13 - Tekstslide

Maak het kopje Onderzoeksvraag en schrijf daaronder de antwoorden op deze vragen:
1) wat denk je straks waar te nemen als je een lepel suiker in een glas koud water doet zonder te roeren?
2) en wat als je goed roert?
3) denk je dat het mengsel na goed roeren troebel is of helder?

Maak het kopje Hypothese en formuleer waar je achter wil komen.
Uitvoering en resultaten
  1. Pak een buisje en doe er een spatelpunt krijt in.
  2. Voeg 4 cm demiwater toe. 
  3. Observeer wat er gebeurt (maak aantekeningen)
  4. kwispel goed, minstens tien tellen 
  5. Maak een foto. 
  6. Beschrijf wat je ziet, en is de vloeistof helder of troebel?
  7. Het buisje moet nu blijven staan
  8. Beschrijf je resultaten in je document
  9. Houd een paar regels ruimte over voor later (hint: laat je buisje rustig staan. Er verandert dan iets ... kun je raden wat?? ... straks zul je het zien)

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderzoeksvraag 3
Je gaat straks slaolie mengen met water. 
Later heb je ook het afwasmiddel nodig.

Zet in je schrift (na een paar regels overslaan) de kop:
  Mengsel 3: Water met olie

Maak het kopje Onderzoeksvraag 3
en beschrijf: 
1) wat denk je straks waar te nemen als je een scheutje olie in een water doet en goed kwispelt?
2) Bedenkt wat afwasmiddel doet met vet. Wat denk je te zien als je afwasmiddel toevoegt aan je water met olie?

Mengsel 3:
water met olie

Slide 15 - Tekstslide



Maak het kopje onderzoeksvraag en beschrijf:
1) wat denk je straks waar te nemen als je een lepel meel in een glas koud water doet zonder te roeren?
2) en wat als je goed roert?
3) denk je dat het mengsel na goed roeren troebel is of helder?
4) als je het lang laat staan, wat verandert er dan?

Maak het kopje Hypothese en formuleer dan waar je achter wil komen. Dit kan hetzelfde zijn als bij Mengsel 1.
Uitvoering en resultaten
  1. Pak het laatste buisje. 
  2. Doe er een 4 cm water in en schenk er olie in, ongeveer 1 cm en kwispel voor 10 tellen.
  3. Maak (snel) een foto.
  4. Beschrijf op papier wat je hebt geobserveerd.
  5. Doe een paar druppeltjes afwasmiddel erbij, en roer nog een keer
  6. Observeer wat je ziet, schrijf weer op. Benoem of de vloeistof helder is of troebel.
  7. Maak ook hiervan een foto.
  8. Schrijf je resultaten op (op het vel papier).

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

... laatste resultaat
  1. Kijk nog eens naar je tweede mengsel van water en krijt.
  2. Beschrijf wat er is veranderd. 
  3. Maak ook hiervan een foto

Je hebt nu in totaal vijf foto's gemaakt. Die gebruik je bij resultaten in je verslag. 



Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lever ook je verslag in
(vergeet de namen niet erop te zetten)

Maak het eventueel nog even af terwijl de anderen opruimen :)


Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Proefjes klaar ... opruimen maar ... 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderzoeksvraag
We wilden weten wat voor soort mengsels er zouden ontstaan.

En we wilden weten wat de eigenschappen zijn.

 ?  ?  ?

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Discussie
De mengsels heten:
  • oplossing (suiker in water)
  • suspensie (krijt in water) 
  • emulsie (olie, zeep, water)



 ?  ?  ?

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Suiker in water is een oplossing
Kenmerken van een oplossing ... 
  • het is een vloeistof met daarin opgelost een vaste stof of een gas of een andere vloeistof
  • is helder, je kunt er door heen kijken
  • kan kleur hebben of kleurloos zijn
  • het oplosmiddel is altijd een vloeistof

Meer voorbeelden: 
water met zout (vaste stof), 
bruisend water (gas, namelijk koolzuurgas opgelost in water) 
en water met alcohol (vloeistof).

klik>
Als een stof oplost, vormt die hele kleine deeltjes (moleculen) in het water. Het zijn zulke kleine deeltjes dat de vloeistof helder blijft.

Slide 22 - Tekstslide

Zal ik hier al toelichten hoe je dit mengsel weer kunt scheiden nl door indampen. Alleen theorie :)
Krijt in water is een suspensie
Kenmerken van een suspensie

  • fijn verdeelde vaste stof, zwevend in het oplosmiddel
  • die na een tijdje bezinkt (naar de bodem zakt)
  • het oplosmiddel is een vloeistof
  • altijd troebel, je kunt er niet door heen kijken

 Ander voorbeeld: verf

De vaste stof van een suspensie blijft in bolletjes bij elkaar zitten, die zijn veel groter dan de minieme deeltjes in een oplossing. Door de relatief grote bolletjes wordt het mengsel troebel. 

Slide 23 - Tekstslide

Koen wil je dat ze ook nog iets gaan doen met afschenken? Wat kan er verder nog?
Olie in water is een emulsie
Kenmerken van een emulsie:

  • emulsie is een mengsel van fijnverdeelde vloeistoffen, altijd troebel
  • een emulgator is nodig om de emulsie (voor eventjes) goed laten mengen

Het afwasmiddel had hier de functie van emulgator. 

Een ander voorbeeld van een emulsie is mayonaise.
Je hebt gezien dat alleen olie niet wil mengen met water. Ook niet na goed roeren, al snel heb je weer een laag olie bovenop en water onderop. Als je zeep of afwasmiddel toevoegt, bindt die zich aan het vet, en die combinatie wil wel mengen met water.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Test jezelf ...
6 snelle vragen om de les af te ronden

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Troebel of helder? 
Slepen maar ... 
Troebel
Helder
Suspensie
Emulsie
Oplossing

Slide 26 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke bevat een emulgator?

A
verf
B
Red Bull
C
mayonaise
D
cappuccino

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Na een tijdje bezinkt een deel van de vaste stofdeeltjes ... dan heb je
A
een suspensie
B
een emulsie
C
een zuivere stof
D
genoeg geleerd voor deze les

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Heb je liever theorieles of practicum en waarom?

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke nieuwe kennis heb je na deze les?

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Op welke vraag over mengsels wil je de volgende les graag antwoord?

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies