H5 Water: Les 2

1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling Les 1
Mist, nevel, wolken ... het zweeft dus je denkt misschien dat dit gasvormig water is, maar nee ... het zijn mini druppeltjes die zweven in de lucht. 

Ezelsbruggetje: als je het ziet, is het nooit waterdamp.

Vaak is het damp die is gecondenseerd (op een raam) of zijn het druppeltjes (mist, wolk)

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling Les 1
De meeste faseovergangen zie je vaak om je heen.. Smelten, verdampen, stollen (bij water bevriezen genoemd) en condenseren. 

Lastiger zijn de overgangen tussen de onzichtbare gasfase ("damp")  en vast.

Deze faseovergangen slaan de vloeibare fase over!  Ze heten rijpen en vervluchtigen.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke faseovergangen ken je (6)

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is waar over de
fase-overgang "rijpen"?
rijp
A
gaat van vast naar vloeibaar
B
gaat van gas naar vast
C
gaat van vloeibaar naar vast

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem twee soorten vloeibaar water (druppeltjes) die in de lucht zweven

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat ga je vandaag leren?
  • Eerst checken wat je nog weet van les 1
  • Je leert het verschil tussen een zuivere stof en een mengsel
  • Je maakt drie soorten mengsels met water, leert hoe die heten en onderzoekt hun eigenschappen
  • Aan het eind van de les weet je wat een oplossing, suspensie en emulsie zijn en wat ze voor eigenschappen hebben

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat moet je vandaag inleveren?
  • Je krijgt aan het begin en einde quizvragen
  • Bij de proefjes maak je verslag op papier (en een foto daarvan). Geen heel verslag, alleen stukjes, leggen we straks uit. 
  • Bij de proefjes maak je foto's (wanneer daarom wordt gevraagd). 
  • Je levert foto's van de resultaten en van het verslag in. 
  • Alles wat je inlevert gaat via LessonUp
  • Doe stap-voor-stap wat gevraagd wordt

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inleiding

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zuivere stof
Dit is een stof die maar uit 1 soort deeltjes bestaat.

Bijvoorbeeld: een blok koolstof bevat alleen maar koolstof. 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mengsel
Een mengsel is een stof die bestaat uit 2 (of meer) verschillende soorten deeltjes.

Bijvoorbeeld: een glas limonade
bevat water en limonadesiroop


Slide 12 - Tekstslide

Zuivere stof ook noemen.
Alcohol is een zuivere stof en water is een zuivere stof. Als je ze bij elkaar doet krijg je ...
A
een mengsel
B
NIX18
C
een zuivere stof
D
een blok koolstof

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als je ijsblokjes en water bij elkaar doet heb je ...
A
een mengsel
B
limonade
C
een zuivere stof
D
een blok koolstof

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Onderzoeksvraag
 We willen weten wat voor soort mengsels er ontstaan en onderzoeken wat hun eigenschappen zijn als  we een glas water mengen met:

  1. een oplosbare stof (suiker)
  2. een niet-oplosbare vaste stof (meel) 
  3. een niet-oplosbare vloeistof (olie)

We gaan deze een-voor-een onderzoeken en aan het einde conclusies trekken


 ?  ?  ?

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderzoeksvraag en hypothese
Je gaat straks een schep suiker door water roeren.

Zet op papier bovenaan een blz:  Mengsel 1: Water met suiker

Maak het kopje Onderzoeksvraag 1 en schrijf daaronder de antwoorden op deze vragen:
1) wat denk je straks waar te nemen als je een lepel suiker in een glas koud water doet zonder te roeren?
2) en wat als je goed roert?
3) denk je dat het mengsel na goed roeren troebel is of helder?

Maak het kopje Hypothese 1 en formuleer waar je achter wil komen.

Mengsel 1:
water met suiker

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Benodigdheden
Veiligheidsvoorschrift: 
Werk in de keuken of op een stevige tafel. Zet je laptop niet dichtbij de glazen water. Houd een handdoek bij de hand.

Zet het volgende klaar:
  • 3x een glas koud water
  • 2x een eetlepel
  • meel (bijvoorbeeld bloem, bakmeel of broodmix) 
  • suiker
  • olie (bijvoorbeeld slaolie of olijfolie)
  • afwasmiddel
  • pen & papier om je resultaten op te schrijven 
  • je telefoon om foto's te maken
  • en een handdoek  


2x             3x

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Methode
  1. Pak het glas water
  2. Doe er een grote schep suiker in zonder te roeren
  3. Observeer wat er gebeurt (maak aantekeningen)
  4. Roer goed, totdat de suiker opgelost is.
  5. Observeer wat je ziet, beschrijf ook of de vloeistof helder of troebel is.
  6. Maak hiervan een foto. 
  7. Laat het glas gewoon staan - dan kun je straks vergelijken.
  8. Zet het kopje "Resultaten" op je papier, en beschrijf daaronder je resultaten.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderzoeksvraag en hypothese
Je gaat straks een schep meel  mengen met water. 

Zet op papier de kop van het nieuwe stuk  
Mengsel 2: Water met meel 

Maak het kopje onderzoeksvraag 2 en beschrijf:
1) wat denk je straks waar te nemen als je een lepel meel in een glas koud water doet en goed roert?
3) denk je dat het mengsel dan troebel is of helder?
4) als je het lang laat staan, wat observeer je dan?

Maak het kopje Hypothese 2 en formuleer dan waar je achter wil komen. Dit mag bijna hetzelfde zijn als hypothese 1.

Mengsel 2:
water met meel

Slide 19 - Tekstslide

Maak het kopje Onderzoeksvraag en schrijf daaronder de antwoorden op deze vragen:
1) wat denk je straks waar te nemen als je een lepel suiker in een glas koud water doet zonder te roeren?
2) en wat als je goed roert?
3) denk je dat het mengsel na goed roeren troebel is of helder?

Maak het kopje Hypothese en formuleer waar je achter wil komen.
Uitvoering en resultaten
  1. Pak het glas water
  2. Strooi er een beetje (ongeveer een eetlepel) meel in 
  3. Observeer wat er gebeurt (maak aantekeningen)
  4. Roer goed, minstens tien tellen 
  5. Maak een foto. 
  6. Beschrijf wat je ziet, en is de vloeistof helder of troebel?
  7. Het glas moet nu blijven staan
  8. Beschrijf je resultaten in je schrift
  9. Houd een paar regels ruimte over voor later (hint: laat je glas rustig staan. Er verandert dan iets ... kun je raden wat?? ... straks zul je het zien)

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderzoeksvraag en hypothese 3
Je gaat straks slaolie (of olijfolie) mengen met water. Ook het afwasmiddel heb je nodig.

Zet in je schrift (na een paar regels overslaan) de kop:
  Mengsel 3: Water met olie

Maak het kopje Onderzoeksvraag 3
en beschrijf: 
1) wat denk je straks waar te nemen als je een scheutje olie in een water doet en goed roert?
2) Bedenkt wat afwasmiddel doet met vet, bijvoorbeeld als je vette borden afwast. Wat denk je te zien als je afwasmiddel toevoegt aan je water met olie?

Maak het kopje Hypothese 3 en formuleer dan waar je achter wil komen.
Mengsel 3:
water met olie

Slide 21 - Tekstslide



Maak het kopje onderzoeksvraag en beschrijf:
1) wat denk je straks waar te nemen als je een lepel meel in een glas koud water doet zonder te roeren?
2) en wat als je goed roert?
3) denk je dat het mengsel na goed roeren troebel is of helder?
4) als je het lang laat staan, wat verandert er dan?

Maak het kopje Hypothese en formuleer dan waar je achter wil komen. Dit kan hetzelfde zijn als bij Mengsel 1.
Uitvoering en resultaten
  1. Pak het laatste glas water en een schone lepel.
  2. Doe er een scheutje olie in, ongeveer een eetlepel en roer zo goed als je kunt.
  3. Maak (snel) een foto.
  4. Beschrijf op papier wat je hebt geobserveerd.
  5. Doe een paar druppeltjes afwasmiddel erbij, en roer nog een keer
  6. Observeer wat je ziet, schrijf weer op. Benoem of de vloeistof helder is of troebel.
  7. Maak ook hiervan een foto.
  8. Schrijf je resultaten op (op het vel papier).

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

... laatste resultaat
  1. Kijk nog eens naar je tweede mengsel van water en bloem.
  2. Beschrijf wat er is veranderd. 
  3. Maak ook hiervan een foto

Je hebt nu in totaal vijf foto's gemaakt. Op de volgende slide ga je die inleveren.


Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lever precies vijf foto's in
1x suiker, 2x meel, 2x olie/afwasmiddel

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Fotografeer je verslag en lever in
(max. 5 foto's)

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Onderzoeksvraag
We wilden weten wat voor soort mengsels er zouden ontstaan.

En we wilden weten wat de eigenschappen zijn.

 ?  ?  ?

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Discussie
De mengsels heten:
  • oplossing (suiker in water)
  • suspensie (meel in water) 
  • emulsie (olie, zeep, water)

We bespreken wat de verschillen zijn en waarom

 ?  ?  ?

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Suiker in water is een oplossing
Kenmerken van een oplossing ... 
  • het is een vloeistof met daarin opgelost een vaste stof of een gas of een andere vloeistof
  • is helder, je kunt er door heen kijken
  • kan kleur hebben of kleurloos zijn
  • het oplosmiddel is altijd een vloeistof

Meer voorbeelden: water met zout (vaste stof), 
bruisend water (gas, namelijk koolzuurgas opgelost in water) 
en water met alcohol (vloeistof).

Als een stof oplost, vormt die hele kleine deeltjes (moleculen) in het water. Het zijn zulke kleine deeltjes dat de vloeistof helder blijft.

Slide 28 - Tekstslide

Zal ik hier al toelichten hoe je dit mengsel weer kunt scheiden nl door indampen. Alleen theorie :)
Meel in water is een suspensie
Kenmerken van een suspensie

  • fijn verdeelde vaste stof, zwevend in het oplosmiddel
  • die na een tijdje bezinkt (naar de bodem zakt)
  • het oplosmiddel is een vloeistof
  • altijd troebel, je kunt er niet door heen kijken

 Ander voorbeeld: verf

De vaste stof van een suspensie blijft in bolletjes bij elkaar zitten, die zijn veel groter dan de minieme deeltjes in een oplossing. Door de relatief grote bolletjes wordt het mengsel troebel. 

Slide 29 - Tekstslide

Koen wil je dat ze ook nog iets gaan doen met afschenken? Wat kan er verder nog?
Olie in water is een emulsie
Kenmerken van een emulsie:

  • emulsie is een mengsel van fijnverdeelde vloeistoffen, altijd troebel
  • een emulgator is nodig om de emulsie (voor eventjes) goed laten mengen

Het afwasmiddel had hier de functie van emulgator. 

Een ander voorbeeld van een emulsie is mayonaise.
Je hebt gezien dat alleen olie niet wil mengen met water. Ook niet na goed roeren, al snel heb je weer een laag olie bovenop en water onderop. Als je zeep of afwasmiddel toevoegt, bindt die zich aan het vet, en die combinatie wil wel mengen met water.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Test jezelf ...
5 snelle vragen om de les af te ronden

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Troebel of helder? 
Slepen maar ... 
Troebel
Helder
Suspensie
Emulsie
Oplossing

Slide 32 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke bevat een emulgator?

A
verf
B
Red Bull
C
mayonaise
D
cappuccino

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Na een tijdje bezinkt een deel van de vaste stofdeeltjes ... dan heb je
A
een suspensie
B
een emulsie
C
een zuivere stof
D
genoeg geleerd voor deze les

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Heb je liever theorieles of practicum en waarom?

Slide 35 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke nieuwe kennis heb je na deze les?

Slide 36 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Les is klaar ... opruimen maar ... 

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies