Werkwoordspelling

Spelling werkwoorden
Zwakke werkwoorden
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Spelling werkwoorden
Zwakke werkwoorden

Slide 1 - Tekstslide

Ik-vorm vs. stam
stam is hele werkwoord min en
dus zwemmen wordt zwemm
ik-vorm van zwemmen is ik zwem

Slide 2 - Tekstslide

Persoonsvorm tegenwoordige tijd
- ik-vorm 
- hij-vorm is ik-vorm +t
wij-vorm

Slide 3 - Tekstslide

Jij ...(worden) elke dag beter in wiskunde
A
Wordt
B
Word

Slide 4 - Quizvraag

Hij ...(binden) het touw stevig vast
A
bind
B
bindt

Slide 5 - Quizvraag

... (vinden) jij Nederlands ook zo'n leuk vak?
A
Vind
B
Vindt

Slide 6 - Quizvraag

Persoonsvorm verleden tijd: zwakke werkwoorden
- Hebben hulp nodig
- 't kofschip-x

Slide 7 - Tekstslide

't kofschip-x 
- kijk naar de laatste letter van de stam
- zit deze letter in 't kofschip-x --> ik-vorm + te(n)
- zit deze letter NIET in 't kofschip-x --> ik-vorm + de(n)
Let goed op of het om enkelvoud of meervoud gaat!

Slide 8 - Tekstslide

De wind ... (razen) gisteren om het huis

Slide 9 - Open vraag

Lisa en laura ... (pakken) de cadeautjes die onder de boom lagen

Slide 10 - Open vraag

De baby ... (huilen) de hele nacht

Slide 11 - Open vraag

Ik ... (toetsen) de nummers in op mijn telefoon

Slide 12 - Open vraag

Aan de slag!
Maken:
- opdracht 1
- opdracht 5
-opdracht 4

Slide 13 - Tekstslide