LAATSTE BIJEENKOMST examentraining Schrijven 2F + Herhalingsvragen Spelling t.b.v. het examen Schrijven 2F

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?

Slide 2 - Tekstslide

Jij ..... me voortdurend wat op de mouw! (spelden)
A
speld
B
speldt

Slide 3 - Quizvraag

Hij ....... mij vroeger. (haten)

Slide 4 - Open vraag

Verbeter de zin:
Hij doet nooit geen jas aan als hij naar buiten gaat!

Slide 5 - Open vraag

Goed of fout?

Amy kan drie talen spreken.
A
goed
B
fout

Slide 6 - Quizvraag

Goed of fout?

Amy kent alle hoofdsteden uit haar hoofd.
A
goed
B
fout

Slide 7 - Quizvraag

Goed of fout?

Je trui legt bij de was.
A
goed
B
fout

Slide 8 - Quizvraag

Goed of fout?

Zij legt alvast haar boek op tafel.
A
goed
B
fout

Slide 9 - Quizvraag

Goed of fout?

Hij wilt een broodje kaas.
A
goed
B
fout

Slide 10 - Quizvraag

Goed of fout?

U wilt een nieuw dakraam?
A
goed
B
fout

Slide 11 - Quizvraag

Hoofdletter?
A
lente
B
Lente

Slide 12 - Quizvraag

Hoofdletter?
A
Kerstcadeau
B
kerstcadeau

Slide 13 - Quizvraag

Hoofdletter?
A
Bijbel
B
bijbel

Slide 14 - Quizvraag

Hoofdletter?
A
vwo
B
VWO

Slide 15 - Quizvraag

De ..... alpinist leefde gelukkig nog. (neerstorten)
A
neergestortte
B
neergestorte

Slide 16 - Quizvraag

Sport heeft me nog nooit ........ (interesseren)
A
geïnteresseert
B
geïnteresseerd

Slide 17 - Quizvraag

Vroeger ...... men de huizen anders in dan tegenwoordig.
A
richte
B
richtte
C
richten
D
richtten

Slide 18 - Quizvraag

Welke zin is goed?
A
Hij is langer als mij.
B
Hij is langer dan mij.
C
Hij is langer als ik.
D
Hij is langer dan ik.

Slide 19 - Quizvraag

Welke zin is goed?


A
Ik ben even oud als jou.
B
Ik ben even oud dan jou.
C
Ik ben even oud als jij.
D
Ik ben even oud dan jij.

Slide 20 - Quizvraag

Is dit goed of fout?

De onderdelen liggen op de plank.
A
goed
B
fout

Slide 21 - Quizvraag

Is dit goed of fout?

Als het aan hem legt, hebben we elke dag vrij.
A
goed
B
fout

Slide 22 - Quizvraag

Is dit goed of fout?

Ken het zijn dat ik u kan?
A
goed
B
fout

Slide 23 - Quizvraag

Is dit goed of fout?

Ik kan heel veel dingen doen.
A
goed
B
fout

Slide 24 - Quizvraag

Het ...... werk is niet voor niks geweest. (verrichten)

Slide 25 - Open vraag

Gebruik je studentnummer in de e-mail! studentnummer@student.zadkine.nl

Schrijf onderaan de opdracht het AANTAL WOORDEN
Mailen naar:
AZ.Verschoor@tcrmbo.nl

Slide 26 - Tekstslide