1 Leg je uit wat het verschil is tussen borst- en buikademhaling door te vertellen wat er met de ribben en het middenrif gebeurt tijdens de in- en uitademing.
2 Leg je uit wat de vitale capaciteit is en op welke manier die gemeten kan worden.
Slide 2 - Tekstslide
4.3 Ademhaling
De ademhaling wordt geregeld in het ademcentrum, het onderste deel (verlengde merg) van de hersenstam...
ademtempo
ademdiepte
spierspanning van de ademhalingsspieren
Slide 3 - Tekstslide
4.3 Ademhaling
via het ademcentrumworden de longen aangezet tot ademhalen...
bij een hoog CO2-gehalte geeft het ademcentrum de longblaasjes het signaal om uit te zetten
de start van de inademing
Slide 4 - Tekstslide
4.3 Ademhaling
via het ademcentrum worden de longen aangezet tot ademhalen...
bij maximale rek, geeft het ademcentrum het signaal om de spieren te ontspannen
longblaasjes worden kleiner
de start van de uitademing
Slide 5 - Tekstslide
4.3 Ademhaling
In de longen vindt de gaswisseling plaats, door drukverschil...
bij inademen is de O2-druk in de longblaasjes groter dan in het bloed
bij uitademen is de CO2-druk in het bloed groter dan in de longblaasjes
Slide 6 - Tekstslide
4.3 Ademhaling ribademhaling
Bij de ribademhaling bewegen ribben en het borstbeen tijdens het in- en uitademen. Tussenribspieren helpen mee om de borstkas op te tillen...
Slide 7 - Tekstslide
4.3 Ademhaling ribademhaling
bij inademen spant het middenrif in en wordt plat
de borstkas gaat omhoog
de longen worden groter
de druk in de longen daalt > lucht wordt in de longen gezogen
Slide 8 - Tekstslide
4.3 Ademhaling ribademhaling
bij uitademen ontspant het middenrif en wordt bol
de borstkas gaat omlaag
de longen worden kleiner
de druk in de longen stijgt > lucht wordt uit de longen gezogen
Slide 9 - Tekstslide
4.3 Ademhaling ribademhaling
Bij méér inspanning helpen méér spieren mee...
buikspieren
borstspier
halsspier
Slide 10 - Tekstslide
4.3 Ademhaling middenrifademhaling
Bij de middenrifademhaling (of buikademhaling) bewegen het middenrif en de buik...
dit is de ademhaling in rust
als er méér lucht nodig is, dan doet ook de ribademhaling mee
Slide 11 - Tekstslide
4.4 Vitale capaciteit
De hoeveelheidlucht die verplaatst kan worden, zegt iets over de gezondheid van de longen.
Dat heet spirometrie of longfunctieonderzoek.
Het resultaat is een spirogram.
spirogram
Slide 12 - Tekstslide
4.4 Vitale capaciteit
1 het ademvolume, hoeveelheid lucht dat in rust in- en uitgeademd wordt
2 het maximaleinademvolume
3 het maximaleuitademvolume
ademvolume 500ml lucht
1
maximaal inademvolume 3000ml lucht
2
maximaal uitademvolume 1500ml lucht
3
Slide 13 - Tekstslide
4.4 Vitale capaciteit
4 de vitale capaciteit, het volume bij een maximale in- en uitademing
5 restvolume, lucht dat na een uitademing nog achterblijft
vitale capaciteit
4
restvolume
1500ml
5
Slide 14 - Tekstslide
4.4 Vitale capaciteit
6 de dode ruimte is de hoeveelheid lucht die wordt ingeademd, maar niet meedoet met de gaswisseling
de lucht komt niet verder dan de bronchiën
bij de uitademing is dit er als eerste weer uit
dode ruimte
150ml
6
Slide 15 - Tekstslide
4.4 Vitale capaciteit
Overige longfunctieonderzoeken...
FEV1 (forced expiratory volume), het volume wat tijdens 1 seconde met kracht kan worden uitgeademd
Slide 16 - Tekstslide
opdracht
Maak de vragen in Teams.
Slide 17 - Tekstslide
Na deze les...
1 Leg je uit wat het verschil is tussen borst- en buikademhaling door te vertellen wat er met de ribben en het middenrif gebeurt tijdens de in- en uitademing.
2 Leg je uit wat de vitale capaciteit is en op welke manier die gemeten kan worden.
Slide 18 - Tekstslide
Na deze les...
1 noem je de organen van borst-, buik en bekkenholte
2 leg je uit welke oorzaak een aandoening kan hebben
3 leg je uit hoe groei en ontwikkeling plaatsvinden
1 Leg je uit wat het verschil is tussen borst- en buikademhaling door te vertellen wat er met de ribben en het middenrif gebeurt tijdens de in- en uitademing.
2 Leg je uit wat de vitalecapaciteit is en op welke manier die gemeten kan worden.