TH1A: dinsdag 17 mei

TH1A - dinsdag 17 mei







Welkom! Pak alvast je spullen voor je!
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

TH1A - dinsdag 17 mei







Welkom! Pak alvast je spullen voor je!

Slide 1 - Tekstslide

Kies een fragment uit op Classroom
en lees deze. 

LET OP: in totaal lees je 3 fragmenten
in deze periode!

timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Lesprogramma
1. Lezen
2. Uitleg woordenschat H5
3. Aan de slag met de opdrachten
4. Afsluiting

Slide 3 - Tekstslide

H5: Een bekend woorddeel zoeken
Als je de betekenis van een woord niet kent, kun je op zoek gaan naar een bekend deel van het woord. Dat kan bij:
  1. Samengestelde woorden
    (thuiswerken, zorgpersoneel, coronamaatregelen...)
  2. Woorden met een voorvoegsel
    (ongewild, herinrichten...)
  3. Woorden met een achtervoegsel
    (draadloos, prikkelbaar...)

Slide 4 - Tekstslide

Zo zoek je een bekend woorddeel:
  • Kijk welke delen van het woord jij al kent. 
  • Kijk of er een voorvoegsel voor het woord staat, bijvoorbeeld: on-, ont-, her-.
  • Kijk of er een achtervoegsel achter het woord staat, bijvoorbeeld: -vol, -loos.

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht 1
Het voorvoegsel on- betekent niet of zonder.

Geef bij de volgende woorden aan of het woord niet of zonder betekent.

Slide 6 - Tekstslide

onbelangrijk
A
niet
B
zonder

Slide 7 - Quizvraag

ongeluk
A
niet
B
zonder

Slide 8 - Quizvraag

ongezond
A
niet
B
zonder

Slide 9 - Quizvraag

onschuld
A
niet
B
zonder

Slide 10 - Quizvraag

onhandig
A
niet
B
zonder

Slide 11 - Quizvraag

Opdracht 2
Lees wat deze achtervoegsels betekenen:

- loos: zonder
- achtig: lijkt op, tamelijk veel
- aar: iemand die het doet
- waarts: die richting op

Maak van de volgende woorden een nieuw woord met een achtervoegsel. 

Slide 12 - Tekstslide

adem

- loos: zonder
- achtig: lijkt op, tamelijk veel
- aar: iemand die het doet
- waarts: die richting op

Slide 13 - Open vraag

bedelen
- loos: zonder
- achtig: lijkt op, tamelijk veel
- aar: iemand die het doet
- waarts: die richting op

Slide 14 - Open vraag

leugen
- loos: zonder
- achtig: lijkt op, tamelijk veel
- aar: iemand die het doet
- waarts: die richting op

Slide 15 - Open vraag

raadsel
- loos: zonder
- achtig: lijkt op, tamelijk veel
- aar: iemand die het doet
- waarts: die richting op

Slide 16 - Open vraag

oost
- loos: zonder
- achtig: lijkt op, tamelijk veel
- aar: iemand die het doet
- waarts: die richting op

Slide 17 - Open vraag

smaken
- loos: zonder
- achtig: lijkt op, tamelijk veel
- aar: iemand die het doet
- waarts: die richting op

Slide 18 - Open vraag

tekenen
- loos: zonder
- achtig: lijkt op, tamelijk veel
- aar: iemand die het doet
- waarts: die richting op

Slide 19 - Open vraag

Samenvatting
Je weet dat je de betekenis van moeilijke woorden kunt vinden door een bekend woorddeel te zoeken.

Dit kan bij:
  1. Samengestelde woorden (woorden die uit twee woorden bestaan.
  2. Woorden met een voorvoegsel (on-, her-, ...)
  3. Woorden met een achtervoegsel (-loos, -vol, ...)

Slide 20 - Tekstslide


Aan de slag!




H5: woordenschat - een bekend woorddeel zoeken
Ga aan de slag met de opdrachten van deze week:

Havo: opdracht 1 t/m 3 op bladzijde 152.
TL: opdracht 1 t/m 3 op bladzijde 128.

Klaar?
 - Ga aan de slag met de woordenlijst op Classroom (deze moet vóór 19 mei 10.00 zijn ingeleverd). Kijk goed of je woordenlijst maakt van je eigen niveau!




timer
12:00

Slide 21 - Tekstslide