Prefix & Suffix

Prefix & Suffix
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Prefix & Suffix

Slide 1 - Tekstslide

Prefix
Een prefix (voorvoegsel) is een groepje letters dat aan het begin van een woord kan worden gezet. De betekenis van het woord verandert daardoor.

Slide 2 - Tekstslide

Prefixes
Meaning
before
again
not
not, opposite of
not, opposite of
not
wrong, bad
Prefix
Pre-
Re-
Un-
Dis-
Im-
Non-
Mis-
Example
premade
rewrite
unkind
dishonest
impolite
nonsense
misbehave

Slide 3 - Tekstslide

Write down as many words starting with the prefix 'dis' as you can!
timer
1:00

Slide 4 - Open vraag

Prefix

A word part added to the beginning of a root word.

By adding the prefix, 
you make a whole new word!

Slide 5 - Tekstslide

Suffix
Een suffix (achtervoegsel) is een groepje letters dat achter een woord kan worden gezet. Hierdoor verandert niet alleen de betekenis, maar kan ook de functie van het woord veranderen. Bijvoorbeeld: het zelfstandig naamwoord comfort wordt een bijvoeglijk naamwoord als je het suffix -able erachter zet.

Slide 6 - Tekstslide

Suffix

A word part added to
the end of a root word.

By adding the suffix, 
you make a whole new word!

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Write down as many words starting with the suffix 'able' as you can!
timer
1:00

Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Tekstslide

timer
1:00
Prefixes
suffixes
impossible
unprepared
nonsense
disbelief
dancer
drawing
happiness
advertisement

Slide 11 - Sleepvraag

Choose the correct prefix/suffix

...proper
A
un-
B
im-
C
in-
D
dis-

Slide 12 - Quizvraag

Choose the correct prefix/suffix

respect...
A
-less
B
-ible
C
-full
D
-able

Slide 13 - Quizvraag

Choose the correct prefix/suffix

...typical
A
a-
B
im-
C
un-
D
in-

Slide 14 - Quizvraag

Choose the correct prefix/suffix

regular...
A
-ed
B
-ing
C
-al
D
-ly

Slide 15 - Quizvraag

Choose the correct prefix/suffix

...sufficient
A
im-
B
un-
C
in-
D
a-

Slide 16 - Quizvraag

Choose the correct prefix/suffix

...honour...
A
dis-
B
un-
C
-ible
D
-able

Slide 17 - Quizvraag