LEZEN 4 TL

LEZEN

4 mavo
Formatieve Evaluatie
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

LEZEN

4 mavo
Formatieve Evaluatie

Slide 1 - Tekstslide


Hierover gaat de hele tekst.
A
de kernzin
B
de hoofdzaak
C
het onderwerp
D
de samenvatting

Slide 2 - Quizvraag


Leg uit wat het deelonderwerp van een tekst is.

Slide 3 - Open vraag


De hele tekst samengevat in één zin
A
hoofdzaak
B
bijzaak
C
samenvatting
D
hoofdgedachte

Slide 4 - Quizvraag


Leg uit wat de kernzin is.
A
de eerste zin van een alinea
B
de belangrijkste zin in een tekst
C
de belangrijkste zin van een alinea
D
de laatste zin in een alinea

Slide 5 - Quizvraag


A
Belangrijke vraag stellen
B
Deskundige introduceren
C
Aanleiding voor het schrijven van de tekst wordt genoemd
D
Hoofdgedachte van de tekst wordt genoemd

Slide 6 - Quizvraag

Lees de bovenstaande inleiding van een tekst.
De volgende vraag gaat over de manier waarop de tekst wordt ingeleid.

Slide 7 - Tekstslide


Op welke manier wordt de tekst in alinea 1 ingeleid?

De tekst wordt vooral ingeleid door
A
De aandacht te trekken met een pakkend detail
B
De mening van de schrijver weer te geven
C
Een samenvatting van de rest van de tekst te geven
D
Het introduceren van een deskundige

Slide 8 - Quizvraag


"Mijn persoonlijke schatting voor de eerste grotendeels ijsvrije Arctische zomer is tussen 2040 en 2045. Maar dat we daar naartoe bewegen, staat inmiddels wel vast."

De functie van bovenstaand slot is
A
Een korte samenvatting van de tekst geven
B
Een toekomstverwachting uitspreken
C
Een conclusie trekken
D
De hoofdgedachte van de tekst noemen

Slide 9 - Quizvraag


De hoofdgedachte van een tekst kan in de inleiding EN in het slot worden genoemd. 
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quizvraag


De aanleiding voor het schrijven van een tekst kan in de inleiding worden genoemd.
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quizvraag


Een anekdote is een kort grappig verhaaltje dat in het slot kan worden verteld
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quizvraag


Op welke manier wordt het onderwerp van de tekst in de alinea hiernaast ingeleid?
A
Door de hoofdgedachte van de tekst te noemen.
B
Door een deskundige te introduceren.
C
Door een mening over het onderwerp te geven.
D
Door een voorbeeld bij het onderwerp te geven.

Slide 13 - Quizvraag

Lees de onderstaande inleiding van een tekst

Slide 14 - Tekstslide


A
1 en 5
B
1 en 4
C
4 en 5
D
2 en 4

Slide 15 - Quizvraag

EINDE

Slide 16 - Tekstslide