Politiek paragraaf 2 basis en kader

1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

In een rechtsstaat moet ook de overheid zich aan de wet houden.
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken rechtsstaat
  1. Alle burgers hebben grondrechten die staan in de grondwet 
  2. Rechtsbescherming burgers worden beschermd tegen te grote overheidsmacht (de overheid moet zich ook aan de wet houden) 
  3. Er is een onafhankelijke rechter 
  4. Er is democratie 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Alle burgers hebben grondrechten
Artikel 1 grondwet
'allen die zich in Nederland bevinden worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie is verboden'


Nog veel meer zoals
vrijheid van meningsuiting
persvrijheid
vrijheid van geloof 
recht op privacy 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

grenzen aan rechtsbescherming en rechtshandhaving 
Bijvoorbeeld 
Via identificatieplicht kunnen agenten controleren of een verdachte de juiste gegevens geeft (rechtshandhaving) maar de politie mag je niet zomaar om je ID vragen. Ze moeten wel een geldige reden hebben (rechtsbescherming

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rechtshandhaving
Rechtsbescherming

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat hoort er bij een rechtsstaat?
A
Rechten en plichten voor de burgers, maar niet voor de overheid.
B
Rechten en plichten voor de overheid en de burgers. Deze zijn vastgelegd.
C
Rechten en plichten voor de overheid en de burgers. Deze zijn niet vastgelegd.
D
Rechten en plichten voor de overheid, maar niet voor de burgers.

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Nederland is een rechtsstaat:
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In een rechtsstaat mag je kritiek hebben op de overheid
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quizvraag

Dit heeft te maken met: vrijheid van meningsuiting.

Je mag zeggen wat je vindt. 
aan de slag
paragraaf 2 - opdracht 2, 3, 15  en 19

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een rechtsstaat is:
A
Een land waar de rechten en plichten van burgers en van de overheid zijn vastgelegd
B
Een land waarin de hoogste rechters de baas zijn
C
Een land waar het volk mag stemmen
D
Een land waar de overheid rechten heeft en waar de burgers plichten hebben

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een democratie is ook altijd een rechtsstaat
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In een rechtsstaat maken rechters de wetten
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quizvraag

Onjuist; dit doet de overheid. 

In de 2e kamer komt een wetsvoorstel binnen. Als ze hier akkoord zijn moet het nog aangenomen worden door de eerste kamer. 
In een rechtsstaat mag je kritiek hebben op de overheid
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quizvraag

Dit heeft te maken met: vrijheid van meningsuiting.

Je mag zeggen wat je vindt. 
Welke kenmerken horen bij de rechtsstaat?
Er is een grondwet
Er zijn grondrechten
De overheid moet zich aan de wet houden
De macht in een land mag niet bij één persoon of een kleine groep horen
Rechters zijn onafhankelijk
Een rechtststaat is altijd een democratie
Politieke partijen zijn vaak verboden
Het hebben van een andere mening is gevaarlijk
De bevolking heeft geen invloed
Er is sprake van censuur

Slide 20 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem 4 politici (mensen die in de politiek werken)

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Machtenscheiding
de Trias Politica
Bedenken van wetten
Beoordelen van conflicten over wetten
Onafhankelijke rechters
Regering
Oftewel ministers
Regering en parlement
Zorgen dat de wetten uitgevoerd worden
Wetgevende macht
Uitvoerende macht
Rechterlijke macht

Slide 28 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het Parlement?
A
De Eerste- en Tweede kamer samen
B
Het kabinet
C
De overheid
D
Alle ambtenaren in Nederland

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het parlement is onze volksvertegenwoordiging. Hoe wordt het parlement gekozen?
A
Door de burgemeester.
B
Door de Koning.
C
Door de burgers.
D
Door de minister-president.

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Video

Deze slide heeft geen instructies

WAAR
NIET WAAR
Een dictatuur kan een rechtsstaat zijn.
In een dictatuur heb je geen politieke grondrechten.
In een dictatuur is er sprake van censuur.
In een dictatuur zijn er geen verkiezingen.
In een dictatuur is er een sterke oppositie.
In een dictatuur heeft de volksvertegenwoordiging de macht.

Slide 36 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Video

Deze slide heeft geen instructies

aan de slag
kader : paragraaf 2
basis : paragraaf 2 

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Video

Deze slide heeft geen instructies