5.1 Vrijheid en onvrijheid essener nieuwe methode

H5 
Vrijheid en onvrijheid
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

H5 
Vrijheid en onvrijheid

Slide 1 - Tekstslide

Waar denk je aan bij
een rechtsstaat?

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Video

Wat is een rechtsstaat?
  • Een land waarin de rechten en plichten van de burgers en 
      van de overheid zijn vastgesteld en worden nageleefd. 
  • Recht=  Geeft aan wat je mag doen of waar je recht op hebt. 
  • Plicht = bepaalt wat je moet doen.

Slide 4 - Tekstslide

Kenmerken van een rechtsstaat
- Democratie
- Grondwet
- Grondrechten
- Scheiding der machten ( onafhankelijke rechters)
- Rechtsbescherming/ Rechtsbescherming

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je uitleggen
  • Je kunt het verschil aangeven tussen een autoritaire staat en dictatuur.
  • Je kunt uitleggen wat censuur is.
  •  Je kunt een voorbeeld geven van botsende grondrechten.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Zorgen dat mensen zich aan de wet houden
Beschermen tegen machtsmisbruik overheid
Rechtsbescherming
Rechtshandhaving
Bijvoorbeeld doordat politie verdachten opspoort
Bijvoorbeeld doordat ook de politie zich aan de wet moet houden als ze iemand arresteren

Slide 9 - Sleepvraag

Welk recht is GEEN
grondrecht van de mens?
De grondrechten.
De grondrechten.
A
Kiesrecht (politiek)
B
Vrijheid van meningsuiting
C
Vrijheid van godsdienst
D
Recht op auto

Slide 10 - Quizvraag

Een grondwet is..
A
een boek waar alle wetten in staan
B
De belangrijkste wetten van een land
C
Wetten over het grondgebied van een land
D
Een wet over de grenzen van een land

Slide 11 - Quizvraag

Wat is een kenmerk van een rechtstaat?
A
1 iemand heeft de macht in een land
B
De burgers hebben grondrechten die in een grondwet staan.
C
De overheid en politie hoeft zich niet aan de regels te houden.

Slide 12 - Quizvraag

Alcoholcontrole
Rechtsbescherming of rechtshandhaving?
A
Rechtsbescherming
B
Rechtshandhaving

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Video

Welke situatie is een voorbeeld van botsende grondrechten?
A
Het recht op privacy tegenover de vrijheid van meningsuiting
B
Het recht op een woning tegenover het recht op sportbeoefening
C
Het recht op onderwijs tegenover het recht op vakantie
D
Het recht op belastingverlaging tegenover het recht op gezondheidszorg

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Video

Kun je een verschil noemen tussen een democratie en een dictatuur?

Slide 17 - Open vraag

Dictatuur/autocratie  
  • Alle macht in handen van één persoon of klein groepje
  • Religieuze dictatuur (Iran, Afghanistan)
  • Militaire dictaturen (Birma) 
  •  ( verschil: geweld)

Slide 18 - Tekstslide

Kenmerken dictatuur
  • Geen machtenscheiding.
  • Geen grondrechten (vrije meningsuiting)
  • Geen vrije pers
  • Geen oppositiepartijen
  • grote politieke rol militaire
  • verkiezingsfraude ( Iran)
  • Snel en efficiënt 

Slide 19 - Tekstslide

WAAR
NIET WAAR
Een dictatuur kan een rechtsstaat zijn.
In een dictatuur heb je geen politieke grondrechten.
In een dictatuur is er sprake van censuur.
In een dictatuur zijn er geen verkiezingen.
In een dictatuur is er een sterke oppositie.
In een dictatuur heeft de volksvertegenwoordiging de macht.

Slide 20 - Sleepvraag

Censuur is het tegenovergestelde van persvrijheid. Wat betekend censuur voor journalisten?
A
Dat journalisten betaald krijgen door de overheid.
B
Zij mogen niet met hun eigen naam schrijven.
C
De artikelen worden vooraf gecontroleerd door de overheid en niet alles mag gepubliceerd worden.
D
De artikelen mogen maar 1 lettertype geschreven worden.

Slide 21 - Quizvraag

Rond 5.1 en 5.2 af 
Maak de opdracht van 5.1 en 5.2 digitaal : oefen met de begrippen
Ben je eerder klaar kun je alvast beginnen met het werkboek 

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide