Verteringsstelsel bij mens en dier

Verteringsstelsel bij mens en dier
Lesdoelen
  •  Je kan de organen van het verteringsstelsel en hun functies benoemen
  • Je kent de bouw van tanden en kiezen en de functies van de onderdelen
  •  Je kan van vleeseters, planteneter en alleseters benoemen welke gebitskenmerken ze hebben.
  • Je kan benoemen wat het verband is tussen soort voedsel en de lengte van het darmkanaal
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Verteringsstelsel bij mens en dier
Lesdoelen
  •  Je kan de organen van het verteringsstelsel en hun functies benoemen
  • Je kent de bouw van tanden en kiezen en de functies van de onderdelen
  •  Je kan van vleeseters, planteneter en alleseters benoemen welke gebitskenmerken ze hebben.
  • Je kan benoemen wat het verband is tussen soort voedsel en de lengte van het darmkanaal

Slide 1 - Tekstslide

Lesplanning
  1. Herhaling: verteringsstelsel
  2. Instructie: bouw van tanden en kiezen
  3. Instructie: verteringsstelsel van zoogdieren
  4. Opdrachten: Par.  12.6 opdr. 1 t/m 3, 5 t/m 7
  5. Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Welke voedingsstoffen moeten verteerd worden?

Slide 3 - Open vraag

Speeksel
Maagsap
Gal
Alvleessap
Darmsap

Slide 4 - Sleepvraag

Mondholte
Maag
Lever
Alvleesklier
Dunne darm
Zetmeel
Eiwitten
Bacteriën doden door zuur
Vetten emulgeren
Eiwitten
koolhydraten 
vetten
Bacteriën doden
Eiwitten 
koolhydraten

Slide 5 - Sleepvraag

Welk deel of welke delen van het verteringsstelsel maakt zelf geen verteringssappen aan?
A
Mondholte
B
Slokdarm
C
Twaalfvingerige darm
D
Dunne darm

Slide 6 - Quizvraag

Drie functies van organen zijn:
1. bacteriën bestrijden
2. vetten emulgeren
3. voedsel kneden
Wat is een functie van de maag?

A
Alleen 1
B
Alleen 2
C
1 en 2
D
1 en 3

Slide 7 - Quizvraag

In maagsap komen enzymen voor. De activiteit van enzymen is afhankelijk van het zuurgehalte (pH). Hoe hoger de pH, hoe minder zuur er aanwezig is.
In het diagram zie je de activiteit van drie verschillende enzymen (C, D en E) uit het menselijk lichaam weergegeven. Welk enzym is actief in maagsap? Leg je antwoord uit.

Slide 8 - Open vraag

Bananen bevatten voedingsvezels.
6. Leg uit wat de gunstige invloed is van voedingsvezels op het verteringskanaal.

Slide 9 - Open vraag

Bilirubine is een afvalstof die in de lever ontstaat bij de afbraak van rode bloedcellen. Bilirubine wordt samen met gal afgevoerd naar het verteringskanaal. Een deel van de bilirubine komt uiteindelijk in de ontlasting terecht. Drie delen van het verteringskanaal zijn:
1. dikke darm
2. dunne darm
3. endeldarm
In welke volgorde passeert bilirubine deze delen op weg naar de anus?

A
1 - 2- 3
B
1-3-2
C
2-1-3
D
3-2-1

Slide 10 - Quizvraag


Er zijn verschillende zuiveldrankjes te koop die zeer veel bacteriën bevatten. De fabrikanten van de drankjes beweren dat deze bacteriën een positieve invloed hebben op de werking van de darmen. De meeste van die bacteriën komen echter niet levend in de twaalfvingerige darm aan na inname via de mond.
Leg uit waardoor de meeste bacteriën uit die zuiveldrankjes niet levend in de twaalfvingerige darm aankomen.

Slide 11 - Open vraag

In een deel van het verteringsstelsel bevinden zich darmvlokken. In de afbeelding zie je een schematische tekening van zo’n darmvlok. Darmvlokken spelen een rol bij de opname van het grootste deel van de verteerde voedingsstoffen.

A
in de slokdarm
B
in de maag
C
in de dunne darm
D
in de dikke darm

Slide 12 - Quizvraag

Coeliakie is een auto-immuunziekte. Bij deze ziekte bestrijden bloedcellen het eiwit gluten. Gluten komt voor in bepaalde voedingsmiddelen. Doordat de bloedcellen gluten gaan bestrijden, raakt bij mensen met coeliakie het darmslijmvlies beschadigd. Op lange termijn ontstaat bij hen botontkalking door een gebrek aan kalkzouten.

Leg uit waardoor mensen met coeliakie een gebrek aan kalkzouten krijgen.

Slide 13 - Open vraag

Bouw van tanden en kiezen
  • Glazuur: harde beschermende laag
  • Tandbeen  
  • Cement: bedekt tandbeen van wortel
  • Tandholte: bevat zenuwen en bloedvaten
  • Wortelvlies: zet tand vast in kaak

Slide 14 - Tekstslide

Vertering bij zoogdieren
Planteneters

Vleeseters

Alleseters

Slide 15 - Tekstslide

Wat eet dit dier?
A
Planten
B
Vlees
C
Alles

Slide 16 - Quizvraag

Waar hoort dit dier bij?
A
Alleseter
B
Vleeseter
C
Planteneter

Slide 17 - Quizvraag

welk soort voedsel eet dit dier?
A
Planten
B
Vlees
C
Planten en vlees

Slide 18 - Quizvraag

Alleseter, vleeseter, planteneter
Type kiezen
Bijzonder
heden
Lengte
darmkanaal
Planten
eter
Plooi
kiezen
geen hoektanden
Lang
Vlees
eter
Knip
kiezen
scherpe hoektanden
Kort
Alles
eter
Knobbel
kiezen
Hoektanden niet opvallend
Middel lang

Slide 19 - Tekstslide

Moeilijk te verteren?
Bouw plantencel:
  • Celwand => bevat cellulose 

Cellulose = stevige laag om de cel heen

Slide 20 - Tekstslide

Aanpassingen aan plantaardig voedsel
Meerdere magen

Herkauwen

Slide 21 - Tekstslide

Sommige mensen willen hun hond vegetarisch laten eten.
Leg uit waarom dit niet verstandig is.

Slide 22 - Open vraag

Opdrachten
Maken:
Par. 12.6 Opdr. 1 t/m 3 en 5 t/m 7

Slide 23 - Tekstslide

Afsluiting
Donderdag:
Koken

Overige groepen:
- Poster afmaken
- Hoofdstuk 12 af ronden

Slide 24 - Tekstslide