11.2 Verteringsstelsel

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
11.2 Verteringsstelsel 
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
11.2 Verteringsstelsel 

Slide 1 - Tekstslide

Doel 11.2
Je leert wat de functie is van de organen van je verteringsstelsel
Je leert wat de rol van je darmflora is






Slide 2 - Tekstslide

Begrippen 11.2
darmflora, probiotica, prebiotica, vertering, mechanische verkleining, speekselklieren, amylase, eiwitten, peristaltische bewegingen, pepsinogeen, peptase, maagportier, gal, darmplooien, villi, microvilli

Slide 3 - Tekstslide

Wat weet je nog?
Maak de volgende quizvragen.

Slide 4 - Tekstslide

Wat is vertering?
A
Energie in voedingsstoffen gebruiken om te bewegen.
B
Voedingsstoffen gebruiken om cellen te bouwen.
C
Voedingsstoffen klein maken zodat ze in het bloed kunnen worden opgenomen.
D
Voedingsstoffen opnemen in het bloed.

Slide 5 - Quizvraag

BINAS 82E
Welke organen zijn betrokken bij de koolhydraatvertering?
A
de maag, alvleesklier en lever
B
de maag, alvleesklier en dunne darm
C
de speekselklieren, alvleesklier en dunne darm
D
alvleesklier en speekselklieren

Slide 6 - Quizvraag

Een taak van de maag is ....
A
Zetmeelvertering
B
vetvertering
C
eiwitvertering
D
vitaminevertering

Slide 7 - Quizvraag

De lever maakt gal. Gal is belangrijk voor ..
A
eiwitvertering
B
vetvertering
C
koolhydraatvertering
D
vitaminevertering

Slide 8 - Quizvraag

Opdracht
Bestudeer 11.2 en maak een overzicht (samenvatting/leerdoelenlijst/mindmap)
ahv de leervragen op de volgende dia's

Bij de volgende dia kan je een filmpje over het ontleden verteringsstelsel bekijken.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Welke van de deelvragen wil je nog bespreken/ verder uitzoeken?

Slide 20 - Open vraag

Opdracht
Maak 11.2

Heb je behoefte aan een overzicht per onderdeel van het verteringsstelsel, bekijk dan ook de volgende dia's (niet verplicht)


Slide 21 - Tekstslide

Mondholte - gebit
Nodig voor het fijnmalen van je voedsel.
Gebit is aangepast aan dieet
Fijnmalen is nodig zodat enzymen beter je voedsel kunnen afbreken.

Mechanische vertering




 

Slide 22 - Tekstslide

Gebit - oppervlaktevergroting

Slide 23 - Tekstslide

Mondholte
Speekselklieren maken speeksel (BINAS 82F):
Slijm: vergemakkelijkt het slikken
Amylase: breekt zetmeel (amylose) af
Eiwitten die veel mondbacteriën en schimmels doden


Slide 24 - Tekstslide

Slikken
- Huig sluit neusholte af
- Strottenklepje sluit luchtpijp af

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Peristaltische bewegingen
Lengte- en kringspieren zorgen ervoor dat het voedsel door de slokdarm, maag en darmen gaat.       
      
Ballaststoffen (voedingsvezels) helpen hierbij.                                                                                                     

Slide 27 - Tekstslide

Hoe bewegen je darmen een voedselbrok door het verteringskanaal?
A
kringspieren erachter trekken samen, lengtespieren ervoor ontspannen
B
kringspieren erachter trekken samen, lengtespieren ervoor trekken ook samen
C
kringspieren ervoor trekken samen, lengtespieren ervoor ontspannen
D
kringspieren ervoor trekken samen, lengtespieren ervoor trekken ook samen

Slide 28 - Quizvraag

Maag
Maagsapklieren maken maagsap (BINAS82F):
Zoutzuur: lage pH (1,5 - 3,5). Eiwitten zwellen op, bacteriën gedoodt. 
Pesinogeen (inactief enzym), bij lage pH wordt hieruit peptase/ pepsine gevormd: enzym breekt eiwitten af tot polypeptiden
Slijm: beschermt de maagwand tegen het zuur én tegen de werking van peptase

Slide 29 - Tekstslide

Exocriene klier (opening naar buiten)

Slide 30 - Tekstslide

Maag
Maagportier: kringspier naar de darmen.

Sluit als de zuurgraad in de 12 vingerige darm te hoog wordt (te zuur), opent weer als de zuurgraad gedaald is: regelt op die manier dat er steeds een klein stukje voedsel de maag verlaat.

Slide 31 - Tekstslide

12 vingerige darm (eerste deel dunne darm)

Afvoergang van galblaas (galbuis)
In de lever wordt gal gemaakt en dit wordt in de galblaas opgeslagen (via de galgang).

Gal emulgeert vetten


Slide 32 - Tekstslide

Emulgeren
EMULGEREN IS NIET VERTEREN!!!!!!

Slide 33 - Tekstslide

12 vingerige darm (eerste deel dunne darm)

Afvoergang van alvleesklier

In de alvleesklier wordt 
alvleessap gemaakt:
Enzymen amylase (amylose), tryptase (eiwitten) en lipase (vetten), HCO3-



Slide 34 - Tekstslide

Dunne darm
Darmsapklieren maken darmsap:
Enzymen die koolhydraten, vetten, eiwitten, DNA en RNA afbreken.


Hierna is de vertering klaar!
Nu nog opnemen in het bloed…..



Slide 35 - Tekstslide

Dunne darm

Slide 36 - Tekstslide

Resorptie
Opname van voedingsstoffen en water in het bloed

Vraag: hoeveel celmembranen moet een voedingsstof passeren voordat het in het bloed komt?

Voedingsstoffen: met name in de dunne darm
Water: met name in de dikke darm



Slide 37 - Tekstslide

Dikke darm
  • Opname van water
  • Woonplaats van darmflora
Bacteriën die cellulose kunnen verteren maken glucose: dit wordt ook nog in de dikke darm geresorbeerd.


Tussen dunne en dikke darm: blinde darm (bacterie-opslag) met appendix (afweer)



Slide 38 - Tekstslide

Blinde darm

Slide 39 - Tekstslide

Darmflora
Goede bacterien in de dikke darm.
  • verteren onverteerbare plantaardige stoffen
  • Voorkomen vestiging van slechte bacterien

Blinde darm: ' opslag ' van je darmflora

Darmflora van moeder -> kind tijdens geboorte

Slide 40 - Tekstslide

Darmflora
Probiotica: voedingsmiddelen met goede bacterien die (deels) het verteringsstelsel overleven
Prebiotica: voedingsmiddelen die dienen als voedsel voor de darmflora.

Door je voeding kun je de samenstelling van je darmflora veranderen/ verbeteren.

Slide 41 - Tekstslide

Endeldarm en anus
  • Endeldarm is de opslag van uitwerpselen, als deze vol is volgt ontslasting
  • Anus is de kringspier aan het einde van het darmkanaal, deze sluit de endeldarm af

Slide 42 - Tekstslide

Doel 11.2
Je hebt geleerd wat de functie is van de organen van je verteringsstelsel
Je hebt geleerd wat de rol van je darmflora is


Slide 43 - Tekstslide