- De woon- en leefomstandigheden verbeterden;
- Betere opleidingen in de gezondheidszorg:
- Artsen naar de universiteit;
- In 1921 ook een opleiding speciaal voor verpleegkundigen;
- In 1926 een aanvullende opleiding voor kraamzorg;
- Verpleegkundigen moesten nu ook een diploma hebben;
- Behandeling van zieken werd professioneler, het sterftecijfer daalde.