BBL Ontwikkelingspsychologie 20-21

• Welzijn
• MBO
• Studiejaar 1

Welke wetenschap bestudeert de manier waarop mensen met elkaar omgaan en elkaar beïnvloeden

1. Sociologie
2. Pedagogiek
3. Psychologie
4. Psychiatrie

Baby's ervaren via de mond genot en bevrediging via aftasting met hun mondje lustgevoelens. De fase heet de

1. anale fase
2. oedipale fase
3. orale fase
4. latentiefase

De fase van de dreumes loopt van

1. 0 – tot 1 jaar
2. 1 – 1,5 jaar
3. 1 – 2 jaar
4. 2 - 3 jaar

Wat is exploratiedrang?

1. De behoefte om te exploderen
2. De behoefte om alles te ontdekken
3. De behoefte om Windows Explorer te gebruiken
4. De behoefte om iemand uit te buiten

Cognitief leert de dreumes vooral door

1. te doen
2. niets te doen
3. te slapen
4. te bewegen

Sociaal – emotioneel leert de dreumes door

1. domineren
2. imiteren
3. intimideren
4. slapen

De dreumes ontdekt dat hij een geslacht heeft en zal dit

1. uitgebreid onderzoeken
2. niet bestuderen
3. verstoppen
4. niet willen weten

Hoe ontwikkelt de peuter gezonde eetgewoontes

1. door geen lekkere dingen te geven
2. door te dwingen het bord leeg te eten
3. door veel cola te laten drinken
4. door juist nu fruit en groente te leren eten

Hoe ontwikkelt de peuter zijn/haar fijne motoriek?

1. Door het oefenen met puzzels en knutselen
2. Door te slapen
3. Door veel tv te laten gamen
4. Door het af te kijken van grote broer of zus

Hoe ontwikkelt de peuter zich op taal?

1. Door te luisteren naar de radio
2. Door te straffen als hij/zij iets verkeerd uitspreekt
3. Door samen boekjes te lezen
4. Door veel tv te laten kijken

Hoe ontwikkelt de peuter zich gezond op sociaal-emotioneel vlak?

1. Door te belonen als hij/zij driftig wordt
2. Door geen grenzen te geven
3. Door consequent te blijven
4. Door zelf ook driftig te zijn

Hoe ontwikkelt de peuter zich gezond in de sensuele/ seksuele fase?

1. Door de peuter in zijn/haar vieze luier te laten lopen
2. Door samen een plekje voor het potje te zoeken
3. Door te dwingen op het toilet de behoefte te doen
4. Door boos te worden als hij/zij zijn eigen geslacht aanraakt

In welke levensfase gaat de fantasie van een mens steeds meer plaats maken voor realiteit?

1. Dreumes
2. Peuter
3. Jong schoolkind
4. Ouder schoolkind

Wat houdt de pre-operationele fase in?

1. Negatief gedrag vertonen
2. Denkt meer intuïtief dan rationeel
3. Bootst het gedrag van anderen na
4. Ontwikkelt een betere coördinatie

Bij welk ontwikkelingsaspect speelt imitatie een rol?

1. Cognitief
2. Sociaal-emotioneel
3. Lichamelijk
4. Motorisch

Waarom is identificatie met anderen van belang bij het jonge schoolkind?

1. De groep wordt steeds belangrijker voor het kind
2. Omdat het kind zijn eigen identiteit wil opbouwen
3. Omdat het geweten van het kind wordt ontwikkeld
4. Omdat het kind wil weten wat wel en niet geoorloofd is in de groep

In welke levensfase is de kans op ontwikkeling het meest aanwezig?

1. De adolescent
2. De peuter
3. De puber
4. Het jonge schoolkind

In welke levensfase is zowel de fijne als de grove motoriek volledig ontwikkeld?

1. Tijdens de fase van het jonge schoolkind
2. Tijdens de meno- en peno-pauze
3. Tijdens de pubertijd
4. Tijdens de fase van het oudere schoolkind

Welke nieuwe hormonen worden er aangemaakt in de prepuberteit?

1. Cholesterol en oestrogeen
2. Progesteron en oestrogeen
3. Testosteron en androgeen
4. Oestrogeen en testosteron

Van wie komt de term de latente fase?

1. Sigmund Freud
2. Karl Marx
3. Alfred Atler
4. Friedrich Nietzsche

Wat houdt de term Latente fase in?

1. Geen zelfstandigheid ontwikkelen, maar twijfel op schaamte
2. De mens krijgt inzicht in hoe anderen hem/haar ervaren
3. Er zijn al seksuele fantasieën maar deze worden nog onderdrukt
4. Er zijn seksuele fantasieën en deze worden ook toegelaten

In welke ontwikkelingsfase worden de verschillen tussen jongens en meisjes groter?

1. In de lichamelijke ontwikkelingsfase
2. De laatste twee jaar van de lichamelijke ontwikkelingsfase
3. De eerste twee jaar van de lichamelijke ontwikkelingsfase
4. In de concreet-operationele fase

Lichamelijke ontwikkeling
Waar voelen pubers zich vaak onzeker over?

1. Kleding
2. Lijf en uiterlijk
3. Vriendengroep
4. Geaardheid

Motorische ontwikkeling
Hoe komt het dat pubers (vooral jongens) vaak onhandig zijn?

1. Eh ... jongens onhandig? Hoe kom je daar nu bij?
2. Door snelle groei, onbalans tussen boven en onderlichaam
3. Pubers zijn gewoon slungelig
4. Omdat pubers niet genoeg rust nemen en dus oververmoeid raken

Cognitieve ontwikkeling
Wat neemt tijdens de ontwikkeling van de hersenen toe?

1. Lange termijn geheugen
2. Slaapbehoefte
3. Neurologische verbindingen
4. Zenuwactiviteit

Sociaal emotionele ontwikkeling
Wat heeft het meest invloed op het gedrag van de puber?

1. Ouders/gezin
2. School
3. Vriendengroep
4. Woonomgeving

Seksuele ontwikkeling
Wat wordt er door hormonen aangewakkerd?

1. Lichaamsbeharing
2. Nieuwsgierigheid naar andere sekse
3. Emotioneel onbalans
4. Behoefte naar rebelleren

Lichamelijke en motorische ontw.
Wat is bij de adolescent maximaal ontwikkeld?

1. Slaapritme
2. Spierkracht en uithoudingsvermogen
3. Groei
4. Hersenen

Waardoor wordt de biologische klok verstoord?

1. Door blauw licht van beeldschermen
2. Te weinig slaap
3. Door hormonen
4. Te weinig aanmaak van melatonine

Cognitieve ontwikkeling
Wat wordt bedoeld met abstract kunnen denken?

1. Helder na kunnen denken
2. Goed kunnen luisteren naar een ander
3. Je een voorstelling kunnen maken van iets wat er niet is
4. Denken in zwart/wit en goed/kwaad

Sociale emotionele ontwikkeling
Welke 2 problemen kunnen ontstaan bij identiteitsontwikkeling?

1. Geen zelfvertrouwen
2. Geen zelfstandigheid ontwikkelen
3. Teveel initiatief tonen
4. Teveel zelfvertrouwen hebben

Noem 2 risico’s van het ouderlijk huis verlaten om te gaan samenwonen met een partner?

1. Veel jaloezie
2. Vrijheidsdrang
3. Te weinig seksuele beleving
4. Zelfstandigheid kan zich onvoldoende ontwikkelen

Rond welke leeftijd worden we geconfronteerd met een midlifecrisis?

1. 20
2. 30
3. 40
4. 50

In deze ontwikkelingsfase wil men zich voortplanten.

1. Puberteit
2. Adolescentie
3. Jong volwassene
4. Volwassene

In welke fase ga je abstract, flexibel en complex over ideeën en problemen nadenken?

1. Adolescentie
2. Jong volwassenheid
3. Volwassenheid
4. De jonge oudere

In deze fase heb je behoefte aan een vaste relatie

1. De adolescent
2. De jonge oudere
3. De jong volwassene
4. De volwassene

Rond welke leeftijd gaat je motoriek iets achteruit

1. 23
2. 30
3. 35
4. 43

Rond welke leeftijd wordt de reactie minder?

1. 19
2. 28
3. 45
4. 52

In welke fase overdenk je de zin van het leven?

1. De adolescent
2. De jong volwassene
3. De volwassene
4. De jonge oudere

Wanneer wordt het opnemen van informatie moeilijker?

1. 33
2. 44
3. 49
4. 63

Wat gebeurt er cognitief in de levensfase van de jonge oudere

1. Geheugen neemt af en inzicht neemt af
2. Geheugen neemt toe en inzicht neemt af
3. Geheugen neemt toe en inzicht neemt toe
4. Geheugen neemt af en inzicht neemt toe

De jonge oudere heeft geen lustgevoelens meer

1. Waar
2. Niet Waar
3. Soms
4. Vaak

In welke fase worden de botten brozer?

1. De volwassene
2. De jong volwassene
3. De puber
4. De oudere

Hoe gaat het opnemen van informatie in de fase van de oudere?

1. Sneller
2. Langzamer
3. Niet
4. Moeizamer

Waarom is het belangrijk om een sociaal netwerk te hebben?

1. Om te vereenzamen
2. Voor financiële ondersteuning
3. Om deel te blijven nemen aan de samenleving
4. Om emotioneel ondersteund te worden

Wat is er jong geleerd en oud gedaan?

1. Haken
2. Sporten
3. Vissen
4. De liefde bedrijven

Hoe was jouw reactiesnelheid?

1. Adequaat
2. Traag
3. Moeizaam
4. Vlot